Ik kom amper thuis
en moet weer vertrekken.
Aan allen die met me wandelen
moet ik zeggen:
"Trager, niet snel."
Ik moet iedere dag
het uniform laten vallen
en telkens
geven ze het weer
en nooit begrijpen ze.
Ik verlaat thuis
tot 's avonds vroeg
en liever blijf ik nog weg.
Om naar de bloemen te dromen
voor zij ze snijdt
en ze in een vaas rotten,
met hun gevoelens
achter glas
Geraard van Heusden
vrijdag 9 september 2011
Het is de wind
die in de bladeren
je naam danst.
Het is de regen
die in de plassen
je gezicht schildert.
Het is de roos
die je toefluistert
dat je mooi bent.
Al wat ik zeggen wou
weet je van hen.
Je lacht,
stil en gelukkig.
Je ogen stralen naar de hemel
en je handen
schuifelen over je lichaam.
Dan denk je:
Wie zegt al dat schoons
Geraard van Heusden
die in de bladeren
je naam danst.
Het is de regen
die in de plassen
je gezicht schildert.
Het is de roos
die je toefluistert
dat je mooi bent.
Al wat ik zeggen wou
weet je van hen.
Je lacht,
stil en gelukkig.
Je ogen stralen naar de hemel
en je handen
schuifelen over je lichaam.
Dan denk je:
Wie zegt al dat schoons
Geraard van Heusden
Abonneren op:
Posts (Atom)
-
de ridder rijdt ten queeste alleen hij en zijn paard vechten en doden doet hij om de brode en brengt het hoofd van zijn moeder aan de pa...
-
een vierkant een rechthoek meisjes op de tram ze schrikken van de baardige toerist hij zoekt het station ze weten niet meer waar ze het ...
-
mijn tante leest een goed boek zit met de schouders naar de camera het is het zoveelste boek dat ze leest een bibliotheek vol heeft ze ge...