zondag 15 november 2020

 



Onderaan Links

bij de deur

zit een nieuwe naam


een kopkoffie

naast

de naakte knieën 


de zon speelt

doorheen de straat

buren groeten


doch 

kent niemand hem

en hij kent niemand


hoelang woont hij hier

de dagen zijn verdwenen

zinds hij thuis is


alleen thuis



Geraard van Heusden

 



Daarnet

of zoeven

zag ik je


zwarte haren

als ruisende thee

en vlug zoethout


tot ik weet

dat nergens 

in je verledens


de lichte mist

aan de deur van toen

shildert

haar tot jou


waarom

zag ik je ogen niet meer


Geraard van Heusden

 



Nu de dag wijkt

en alles grijs is

is er niemand hier of daar


moeder vertrekt

en ik wil weer

bij haar zetel spelen


iedere dag

ieder uur

is meer weg

van wat ik wil


niemand leest

één woord

en alles wat ik hoor

is ruis zonder antwoord


verder, in de tuin

werkt moeder


tijd om te gaan 



Geraard van Heusden

De wonde
waarin ik mij leg
hebt gij gesneden
uit streelhout
een kinderbed
zonder sierlijkheid
in stilte en nacht
dek ik mij toe
zoet warm
wiegt het bloed
mij nu in slaap

De kristallen snijden
verwonden de doorgang
tot de betoverde dingen
ze brengen de dromen

Dag in Dag uit
zonder nacht
is de dag stellig weg ??

De wonde
waardoor ik ga
scheidt me van jou en van jou alleen
de wonde is een deur
maar een deur van pijn
ijskoud bed in slaaploze nacht
1 kussen op 2 matrassen

Traag slenter ik
voorbij verwijten

de wonde waarin ik me leg
heb ik gesneden uit gehard staal
terwijl de stemmen
vlijmscherp
vergeten maar niet vergeten
dat jij mij sneed tot bed
een zielloos 1-mansbed
tot later
in de eeuwen der eeuwen.

Heb ik gedacht
de droom te verlaten
om mijzelf te redden ??

Dankzij
wat er dan te redden valt
zijn er ‘s morgens kleuren
als iedereen er is
en mij ter slapen dwingt
in een burgelijk bed
van Staalhout

Geraard van Heusden

 



Toen ik haar

op die foto zag

wist ik niet wat ik zag


toch was het

pas gisteren 

op de brug

aan het Steen


Toch was het zij

pas eergisteren

de 4' verdieping

van de Blandijn


Vandaag

zijn er rimpeltjes

en grijze haren


de eerste zeggen

het is lang geleden


ik zeg 

het was 

 



Een aureool

voor haar

een pint voor hem


Via de jeugd-club

tonen de ouderen 

hem als kwaad

tussen haar en haar


geen idee

wat waar is


de terrasstenen 

zijn verwijderd

niemand mag buiten


Enkel de 

Abdij-Beuken

zijn er nog


tot alles sterft 

in de tijd van toen


Geraard van Heusden



 



Lui schildert de Zon

kleuren op de Korenmarkt


Achter het Belfort

schilderen 

penseel-stralen

van St Niklaas tot Kathedraal


Gent is

nog niet goed wakker

rekt zich

van 

Schelde tot Leie


ik wacht op mijn koffie 

bij de treurbomen

op de Lieve-Kaai


De neuzekes komen

botsten zich een weg

tot de Markt


Gent schrikt wakker



Geraard van Heusden

 



We hebben 

schijnbaar vrienden nodig

die er nooit zijn


een onzichtbaar iemand

die me niet kent

en er zelf niet is


Water tussen de oren

Lucht achter de ogen

en geen woord 

aan mij 

aan hem


We hebben schijnloze vrienden nodig


die er nooit zijn



Geraard van Heusden

 




Het is 

onder de eerste laag vorst

dat, krakend, 

de oude lichtjes weerspiegelen


op dit ogenblik

heeft nog geen voet 

de witte kristallen gebroken


en - zilverkleurig-

spiegelt St-Baafs 

zich in het ijs

bij JF Willems


Er is geen reden tot paniek

er is geen reden tot angst


zo vroeg in de donkere ochtend

in de kleur

voor de schoonheid

van niets anders


Geraard van Heusden

 






Cocori   Corona

Cocori   Corona

Cocori Corona


Rijtje schuiven bij de bakker

Rijtje schuiven bij de Slager


1 brood per persoon

1 masker per persoon


's ochtends lijntje snuiven

's avonds lijntje snuiven


Dagen en weken 

horen niet meer blij elkaar

maar in elkaar


4 mensen mag

1 lief mag niet


11 mensen is overdreven


Alleen mag wel


Geraard van Heuden



 



ik wandel weg

van de mens


er is geen metter 

geen woord 

bij te zetten


een gesloten boek

kan mooi zijn

op het nachtkastje

waarom is er niet

geschreven ?


iedere pagina

iedere plavei

is verder dan ik wil


er is nieman meer 

maar dan ook

niemand meer


Geraard van heusden

 



Ik zit tussen 2 maten 

op de oude piano

in een nieuwe ochtend 

om het volle octaaf te spelen


in de winkel 

is een extra kapstok nodig

om vrijdags 

genoeglijk door het leven te gaan


en steeds is er één

die één niet ziet


Steeds is er 

iemand voor

iemand na


Nooit plaats 

voor een rustige koffie 

of

een warme glimlach


Geraard van Heusden




zondag 1 november 2020




 vast-geklonken in witte kalk

grijnst een droeve duivel

naar mijn slaapkamer


hij ziet niet veel

maar iedere ochtend

wanneer de gordijnen glijden

kijk ik hem 

recht in de ogen


soms is hij er niet 

wanneer de regen

de kalk vergrijst


ik weet dat hij 

er morgen weer zal zijn


Geraard van Heusden




 ik herinner 

de gebroken tegels

grijs en knotsgek

als speelterras

als leesruimte


Een zee

onderbroken en platgereden

groen of roestbruin

hier en daar

stelen ze de 

geschonken schaduw


lieflijk of kunstzinnig 

staan daar of elders

snij-bloemen


Wie weet wat er staat

Wie weet wie er speelt


Geraard van Heusden

 Aan de eeuwige beek

nabij de vijver

zit ik iedere dag


aan de oevers

drijven algen 

en spelen kikkers


tussen gouden bladeren

glijden de eerste stralen


alles blinkt nog

van de ochtendbui


alle bloemen komen voorzichtig

kijken naar de ontluikende tieners


de eerst halfnaakten 

laten zich blijken


en bij avond is het te koud


Geraard van Heusden

 ik weet te weinig

om met twee te praten

over het leven of zo


ik ken de dood of zo

en kan praten

met of over

de doodskisten en de zerken

maar vooral

met of over

de chrysanten verdord of vers


ik wandel 

tussen stenen en zerken

nergens is er een vriend


Wie zijn die zwijgenden

naast, boven of onder mij


Wie herkent zich

in verdorde Chrysanten


Geraard van Heusden

 nu de koude dagen

op hun laatste benen 

weg slenteren


zie ik her en der

de magnolia bloeien

Heraut van de lente


tussen de eerste zon

en de laatse mist

zijn de paarlen bloemen

meer dan welkom


hij in het park

zij in de tuin tandarts arts

maar allen 

simpel wit


getooid in deze 

tederhed

is de winter

vaarwel gezegd


Geraard van Heusden

Einde van de dagen


Aan de St Amandsstraat

gaapt een gat

mooi rechthoekig 

perfect vernietigd


geen spoor van toen

Pascale boven

Pascale achter

Pascale onder


zo gaat niemand

de afstanden zijn te groot


ik staar naar 

de zoveelste baksteen

die ooit achter de toog stond


en nu

zegt hij

dat Pascale niet thuis is


Geraard van Heusden


 kan ik je zeggen

wat het was

tussen zovelen 

zag ik een schim


duidelijk

tot ik wist 

wat je was

maar niet 

wie je was


Je was alleen

niet van mij

niet van hem

maar van jou


en ik heb 

je nooit kunnen laten gaan


Geraard van Heusden

 Aan het station

boven of onder

is zoveel anders


doch de reis

toont steeds weer

hetzelfde

eeuwige beeld

die nooit vergaat


Misschien zie ik niets

maar glijden de kleuren 

in het eeuwige pad


ik wandel 

blindelings 

langs geuren en kleuren


Geraard van Heusden

 Een kind

gekoesterd 

in een kristallen luchtbel


Kris Kras

kleuren en illusies

Wanen van grootheid


de vrees voor de val


ongekende Jazz

op de boze dagen


alles is stil

ingepakt

naast de luchtbel


Niemand mag mij zien


Geraard van Heusden

 Mijn liefeke

ik ga weg

voor een lange tijd

voordat de wind

me totaal verstuift


Je kent me

na lange tijd zoeken

op de ander speelplaats

rechts, 

waar de boekentassen staan


ik klim gewoon door het raam

zodat ik 

niet met de deur sla


Morgen of overmorgen

is er genoeg licht 

om verder te vluchten


Geraard van Heusden

 Laten we samen

Dichten


Woorden en lettergrepen

of gewoon letters


over elkaar tuimelen

twee letters op de schommel

van onze arme liefde


of de woorden

op de glijbaan

van onze passie


zullen bewegen

en belanden

op zachte kussens


zondagochtend

zonet voor 

de zon opkomt

of 

voor de eerste druppel vallen


Geraard van Heusden

 Waarom

worden de woorden

mij geweigerd


wanneer ik binnen wandel

in een zaal 

zonder lichtbundels


Het lijkt wel

een eeuwenoude eik

zonder Blaadjes


En wanneer je dan

een versregel 

voorstelt, 

kijken ze weg


Andere dingen 

zijn zo belangrijk


Geraard van Heusden

 Een trotse kus

Rood

op een vergeeld Bingo Blad


Een bordje verwen-koffie

of een romige Taart


Zij tellen

zo de namiddagen


Rij na rij

grijs of kaal

glimlachend

zoals de laatste dag

en het begin van de lente


normaal bouwen we

Crêpe vlinders

ze verluchten

de kale witte muren


Hoewel niemand 

ze nog ziet



 Aan het park

zag ik een bakfiets

met auto-onderdelen


bestuurd door

een grimmig gezicht

op weg naar 

een half wrak


en maar duwen 

en duwen

verder de klim-op


geen greintje 

rust of troost


en maar zoeken 

en zoeken 

naar meer onderdelen


Geraard van Heusden

 Het licht schildert 

de einde gouden-rood

zonnevlekken zweven op de vijver


Bij avond-val

roept een moeder 

haar kind binnen


"Nog even, mama"

Maar de tijd is onverbiddelijk

dra is het donker

en komen de monsters


niemand mag blijven

buiten bij nachte

ongemerkt bloed

vloeit

telkens in de nacht


Geraar van Heusden

 Donker is een blik

vanuit het venster 

naar de realiteit


je kan niet zien

wat daar gebeurt

(gelukkig maar)


doch is er een stap

in welke verder richting

zonder doel

(er is geen goede richting)


Achter in de tuin 

is er een zaaltje

waar alles vedrdwijnt

wegzinkt in de vloer


Zelfs de barman

is verbaasd 

wanneer ik 

achter in het licht verschijn


Geraard van Heusden