vrijdag 22 april 2022

 


Madam Kanard

waggelt op elke bus

bij de vijver


Schichtig rondkijkend

knikt haar haarnets

met ongetemde lokken


haar is de Taak

de notaris te helpen

uit de voorgeschiedenis


dan zegt ze

"Mag ik door ??"

en legt 

de aktes naast zich


Geraard van Heusden




 



aan de Overkant

staat ze onder de Boom

vol herfstkleuren


Vrouw en Meisje

Feeks van Gisteren en Morgen

Dromen 

van gisteren

kisten vol zorgen


de Boom 

zal blijven 

na of voor haar Dood


de Boom beschermt haar


Geraard van Heusden




 



vanop de Ruïne 

van de oude Beuk

zie ik de overkant


Fruitbomen

tussen het grind

allen plukken traag


rustig dragen Vrouwen

handen vol oogst

kinderen spelen

bij de oever


Daar, 

                aan de overkant


Geraard van Heusden




 


in ijzige dieptes

dwaalt het Sterrenkind

hij die niet leefde

kan niet sterven

wanneer de eeuwen verdwijnen


het Water is hier

stil en koud 

tussen obelisk en zuilen

elders gemaakt


boven de Golven

op de stranden

zingen de zieken

en storten kinderen 

in de golven


offer aan ongeziene machten


Geraard van Heusden

 



Steeds stap ik

weg

om nooit te keren


Altijd

halen ze me terug

met hun 

nutteloze moed

en hun 

verlammende appetijt


de vergeten dagen aan zee

zinken in de tuin,

drijven weg


Vandaag opnieuw

ga ik weg

maar zij

ze zullen me keren

telkens opnieuw


Geraard van Heusden



 



Niets is 

zo donker 

als een lege boekenwinkel


geen stap te veel

geen geurende titels

geen auteurs

            die je terug brengen


in de hoek 

ligt nog

een blauwe kaft

als een gezicht 

van een ongekend slachtoffer


Surrealistish

als gescheurde letters


Geraard van Heusden




 


Waarom 

eindigen alle verhalen

op pijn ?


Waarom 

is er altijd

iemand dood of weg ?


Wie

is die God

die altijd straft ??


Waarom 

is er niemand thuis

bij een kus of een warme tas ??


Geraard van heusen


 


Elle était

plus que nue

entre les arbres


au loin

je pouvais la voir

à travers les brûmes

loin de tous


je voyais son corps

pas son visage


Geraar van Heusden




 


Een stem verheft zich

en fluistert

            "Wie ben ik ?"


Doch de deur is gesloten

de bibliotheek eenzaam

Stil


ik versta haar niet

een stem schuifelt weg


Aan de overkant

een zwerm preeuwen

elke bloem verstilt

De stem stelt geen vragen


Geraard van Heusden




 



Je m'en suis allé

cette soirée

de pleine Lune


J'ai retrouvé

les ancients mots

que personne ne comprends


j'ai revu

les arbres

qui me berçaient


j'ai retrouvé

les routes 

que j'ai jamais traversées


Geraard van heusden





 



A travers ses yeux blues

le Dragon m'observe

je traduis     ses pensées 

                    ses rêves


les autres

oublient de se réveiller


Aveugle 

et à tatons

je parcours l'esprit

du Dragon

le Danger est là

chaque couloir

peint un cauchemar


le Réveil

ma mort

ma Renaissence


Geraard van Heusden