vrijdag 16 december 2011

Frères humains qui après nous vivez
N'ayez les cœurs contre nous endurcis,
Car, se pitié de nous pauvres avez,
Dieu en aura plus tost de vous merciz.
Vous nous voyez cy attachez cinq, six
Quant de la chair, que trop avons nourrie,
Elle est pieça devoree et pourrie,
Et nous les os, devenons cendre et pouldre.
De nostre mal personne ne s'en rie :
Mais priez Dieu que tous nous vueille absouldre!

Se frères vous clamons, pas n'en devez
Avoir desdain, quoy que fusmes occiz
Par justice. Toutesfois, vous savez
Que tous hommes n'ont pas bon sens rassiz;
Excusez nous, puis que sommes transis,
Envers le filz de la Vierge Marie,
Que sa grâce ne soit pour nous tarie,
Nous préservant de l'infernale fouldre.
Nous sommes mors, ame ne nous harie;
Mais priez Dieu que tous nous vueille absouldre!

La pluye nous a débuez et lavez,
Et le soleil desséchez et noirciz:
Pies, corbeaulx nous ont les yeulx cavez
Et arraché la barbe et les sourciz.
Jamais nul temps nous ne sommes assis;
Puis ça, puis la, comme le vent varie,
A son plaisir sans cesser nous charie,
Plus becquetez d'oiseaulx que dez à couldre.
Ne soyez donc de nostre confrarie;
Mais priez Dieu que tous nous vueille absouldre!

Prince Jhesus, qui sur tous a maistrie,
Garde qu'Enfer n'ait de nous seigneurie :
A luy n'avons que faire ne que souldre.
Hommes, icy n'a point de mocquerie;
Mais priez Dieu que tous nous vueille absouldre.

Francois Villon

zaterdag 26 november 2011

kijk een parallellogram
lijnen die elkaar nooit kussen
lijnen die een hoek vormen
samen zijn de hoeken een cirkel

rechte hoeken zijn een rechthoek
gelijke zijden zijn een ruit

de diagonalen zijn exact half
ze zoenen in het midden
de hoofdlijn valt
soms in soms uit het vlakt

de formule is te sterk voor mij
ik zal nooit
het middelpunt bereiken

Geraard van Heusden
Mijn publiek,
ge zijt stenen,
overwoekerd door
natte grond en mos;
doorkerfd met barsten,
rood en diep,
zoals ik vroeg.

In de oranje grot
smelt de zwangere massa.
Mijn adem ontvouwt vorm,
ik knip en draai
tot het breekbare bestaat.

Mijn pen neemt de massa,
zwanger letters ontvouwen woorden;
ik schrap en schrijf
tot de rust bestaat.

Mijn publiek, mijn zerken,
ik schrijf voor mijn hoofd.

Geraard van Heusden

vrijdag 11 november 2011

Er is veel wind
de bomen gaan naakt slapen.

Ik zit achter de zerk
en tel de kelkblaadjes,
chrysanten houden niet lang.

De dagen van bezoek zijn veraf,
grootouders liggen stil
eenzaam tussen de bladeren.

De oude tuinman
harkt alles los,
verzamelt de gouden kleuren.

De hof herademt
na de stoet treurende,
verplicht of zomaar.

Maar nu is alles stil.
Ik zit achter de zerk
en denk aan jou

Geraard van Heusden
Moeder Teresa
leest een boek.
Het boek is een boom,
elke tak een bladzijde,
de bloesems zijn letters.

Wil je geen tas thee ?
Je wilt nog zeggen
Laat ons het hierbij laten.
Toch warme zoete thee
laat ons niet onberoerd.

De warme thee is voor ons,
laat je maar gaan.

Doch fluistert Moeder Teresa
Laat ons het hierbij laten

Een boek en een tas thee,
een boom achter de zon.
Elke tak staat vol bloesems
en je fluistert
een tas lust ik wel.

Geraard van Heusden
kan ik de dames van mijn verleden
nog vragen
mijn levens te delen
hoeveel heb ik gevraagd
geen woord
en zinnen vol spijt
heb ik geschreven
op de zerken van mijn bundels

de dames van mijn verleden
zijn twee
als echt onbereikbaar
vals in mijn armen
zo waarlijk weggevlogen
uit wolken gebouwd
als spiegelbeeld
van hun vergiffenis

beide zijn heengegaan
de walsen zijn verdampt
uit ontpopte alcoven

Geraard van heusden
ik weet niet
of letters kunnen helpen
ze zijn vage weergave
van wat ik meemaak
ze zijn een gebarsten spiegel
van wat ik niet meemaak

ik weet niet of
woorden kunnen helpen
ze zijn een papieren versie
van de pijn

de letters
de woorden
zijn onschuldige narren
onder de zelfde dwaze regels
ze mogen niet buiten spelen.

Geraard van Heusden

vrijdag 9 september 2011

Ik kom amper thuis
en moet weer vertrekken.
Aan allen die met me wandelen
moet ik zeggen:
"Trager, niet snel."

Ik moet iedere dag
het uniform laten vallen
en telkens
geven ze het weer
en nooit begrijpen ze.

Ik verlaat thuis
tot 's avonds vroeg
en liever blijf ik nog weg.
Om naar de bloemen te dromen
voor zij ze snijdt
en ze in een vaas rotten,
met hun gevoelens
achter glas

Geraard van Heusden
Het is de wind
die in de bladeren
je naam danst.

Het is de regen
die in de plassen
je gezicht schildert.

Het is de roos
die je toefluistert
dat je mooi bent.

Al wat ik zeggen wou
weet je van hen.

Je lacht,
stil en gelukkig.
Je ogen stralen naar de hemel
en je handen
schuifelen over je lichaam.

Dan denk je:
Wie zegt al dat schoons

Geraard van Heusden
Ik liep gisteren
in het prinsenhof.
De zon heeft
je naam gebeiteld
op de onbekende huizen.
En als we samen
zo'n huis bewonen,
dan zullen de straatstenen
blij zijn

Geraard van Heusden

donderdag 25 augustus 2011

Vader, creator
ik kom met bebloede handen
ik sluip in uw huwelijksnacht
als een dief

zoals gij
toen ge mij samenstelde

zo steel ik nu
uw geliefde

Vader
zij die uw vrouw zou zijn
sleur ik met mij
in het witte moeras
voorbij de goden
om nooit te genezen

Ik vlucht
verder en steeds verder
uw broers vrezen mijn mismaakte vorm

bultenaar en vogelschrik
zo ga ik ten lande
tot alles eindigt

Vader, creator
ik kom met bebloede handen
en leg haar dood
aan uw zondig lichaam

Vader, creator
Vergeef mij

Geraard van Heusden

zondag 21 augustus 2011

de suiker smelt traag
in de oude tas
op het geruite kleed

door het doorweekte venster
volgt ze de voorbijgaande wind
een man loopt
een kind schuilt
een wagen plenst

vroeger heeft
klauwen in de zetel

ze denkt terug
en verder terug

vandaag is de kat gestorven
ze heeft de moed niet
haar te begraven

Geraard van heusden
Daar er geen biopt genomen wordt moet ik de proef met de drie beschuiten doorstaan. Ik word uitgenodigd op de dienst van de radioactieve geneeskunde. Een buisje met een licht paarse inhoud wordt voorgeschoteld. "Blazen" zegt de bazige verpleegster. Dus ik ledig mijn longen zo ver ik kan. "En de beschuiten". Gelukkig mag ik er confituur op doen. Ze smaken droog en krakerig. Ben ik blij dat ze niet gebroken zijn in mijn tas. Wel is de confituur uit de pot geslopen op mijn pet. Ik zet mijn pet enkel op als er zon is. Deze is afwezig en dus zit mijn pet naast de druipende confituurpot. "Ik zie u terug in drie kwartier". Wat moet ne mens doen gedurende drie kwartier in het ziekenhuis verwijderd van alles (boeken, DVD's, computer). Ik ga dan maar wandelen. Even tot aan de Delhaize. Het gebeurt waarschijnlijk niet vaak dat iemand de Delhaize binnengaat als toerist omdat een bazige verpleegster hem wandelen stuurt. Na excact of ongeveer 45 minuten keer ik terug. De bazige verpleegster merkt me eerst niet op. Dan "Ah, ge zij terug". Ze ploft me in een stoel en geeft me opnieuw zo'n paarse buis. "Blazen". Dus ledig ik opnieuw mijn longen. En dan terug naar huis.

Mijn bed rolt na veel moeilijkheden naar de onderzoekskamer. Ik lig gekleed zonder schoenen onder een fris lakentje. In het killig kamertje ploffen ze twee buisjes in mijn neus. Een reukloos iets drijft zich binnen. Dan beginnen ze van alles klaar te leggen. Ondermeer een soort zwarte slang waar mee ze in mijn maag kijken. De verpleegster grijpt mijn had en ramt een naald binnen. "Dat loopt niet goed""Ik sta nochtans op bloedverdunners" "Ge zijt toch gestopt op tijd ?" "Ik ben niet gestopt" Algemene paniek "Dokter, dokter, hij staat nog op verdunners". Een grijze man in groen outfit kijkt om de hoek. "Dan nemen we geen biopt"
"T is raar dat uw bloed niet vloeit" zegt de verpleegster terwijl ze de naald pijnlijk weg en weer beweegt. "Ik zal nog eens proberen. Als een stout kind krijg ik een reeks tikken op mijn hand. Dan gaat de naald weer zoeken binnen. De pijn grijnst me glimlachend toe "Nu gaat het wel maar traag, eigenaardig".
Blijkbaar is mijn bloed eigenaardig.

Ik ben vroeger gegaan dan voorzien. Uit voorzorg. Het is nodig: de wachtzaal voor de dagopname zit overladen vol. Dus maak ik van de tijd gebruik om mijn assurcard te laten lezen. De machine doet zeer lastig. Je moet maar weten dat de kaart er schuins in moet. Alles loopt goed. Ik geef aan wat aan te geven is. Tot de machine zegt te drukken en er niets verschijnt. Geen strookje papier, geen formulier. Nadat ik gemerkt heb dat het toestel stuk is, dring ik niet aan. Ik zet me ergens anders neer. Twee moeders, waarvan één grootmoeder, hebben mijn plaats ingenomen.
Een verwarde dame zoekt iets. Ze snuffelt haar tas door en verspreidt de inhoud. een bleekblauwe pyama en een hoop ondefiniëerbare spullen. Alles wordt vakkundig door elkaar gehaald. Zuchtend steekt ze alles terug in de plastiek tas. Wat later verlaat ze de zaal en laat alles achter. Een verpleegster begeleidt haar. "Mijn enveloppe, alles zit erin" Ze zoekt een enveloppe met alles erin. Samen gaan ze door de zaal, de hall, de inschrijfbalies en veel meer. Toch komt er niets boven water.

Wanneer ik uiteindelijk aan het loket zit, lijkt de loketster raar op als ik haar vertel van het toestel. Ik stel voor een tweede poging te ondernemen. Ze raadt het stellig af.

maandag 15 augustus 2011

moeder

Ik vergeet nooit
de fiere figuur
welke ze was
toen ik als kind
naast haar stond

vandaag is ze
oud en behulpzaam

ik zie ze
wandelen zonder einde
een gezicht
verwrongen van pijn
trage stappen
en een pikkelende staf

moeder van weleer

een figuur
die me tranend
nazwaait

en
traag pijnlijk
gebroken
weg hinkt

Geraard van Heusden

zondag 14 augustus 2011

zo wil ik niet eindigen
krampachtig aan ongeloof
geloof in geloof
omdat er niets is

slepen met de voeten
krassende stok in trillende handen
stapje voor stapje
alles alleen uit schrik

zo wil ik niet eindigen
met vage glimlach
achter vervallen slapen

zo zal ik eindigen
wanhopig bruisend
voor een laatste avond
leven is ten slotte
maar een gebroken galgenmaal

Geraard van Heusden
Insomnia

een slok bier
hij trekt aan zijn sigaret
de uren kruipen voorbij
minuten vergaan
hij luistert naar de regen
ze tikt op de kist
als kralen
op het altaar
de spiegel breekt
duizend gezichten in dezelfde richting

dan sluipt het licht binnen
glijdt over de daken
wekt het groen in geel en rood

Geraard van Heusden

insomnia

hij luistert naar de regen
in de nacht
hij trekt aan zijn sigaret
een slok bier

hij telt de uren
de minuten vergaan
hij ligt in een kist
draait en keert
luistert naar de regen
het tikt op de kist
als kralen van een rozenkrans
op het altaar

de spiegel breekt
verwondt duizend gezichten
allen in dezelfde richting

dan sluipt het licht nader
glijdt over de daken
wekt het groen in geel en rood

Geraard van Heusden

benen

De trein schokt wat na. Naast mij tracht een lange man zijn benen in een goede houding te leggen. Zijn voet haakt hij onder zijn knie en dan draait hij zich en vindt de oplossing Hij schuift de benen onder de kakigroene bank rechtover ons. Maar nu stapt een tweede lange man op. Er is maar één plaats vrij. Hij installeert zich rechtover ons. De beide lange heren zijn jaloers van mijn kleine gestalte die rustig in mijn hoekje zetelt. Met moeite en gezweet trachtten beide hun benen goed te leggen en te strekken. Ze raken in de knoop tot Gent-St-Pieters.

maandag 8 augustus 2011

een berk verkrampt
versnijdt zijn wit kleed
achteraan bij het kruis

ik zie ze liggen
allebei op hun zerk
niet kibbelen nu
of Frans kijken
maar genieten van de regen

ik zie ze verzinken
zonder afscheid
zonder beweging
al wat blijft is
zwarte kennis

Geraard van Heusden

donderdag 4 augustus 2011

Een goed boek uitgelezen hebben is als een vriend of een vriendin die u verlaat. Er blijven mooie herinneringen alsof je de ding samen beleefde. Maar nu is het gedaan.
Zopas draaide ik de laatste pagina van "Notre Dame de Paris" om. V.Hugo is dan wel gedateerd en dood, zijn boek is het allerminst. Het is zwaar om lezen en grote delen hebben te maken met middeleeuwen, Parijs of architectuur. Het had ook alle dingen om me te bekoren : een dove mismaakte sukkelaar, een gedoemde geest, een mooi meisje en iedereen sterft op het einde. Wel niet iedereen: de geit en de filosoof overleven.

zondag 31 juli 2011

ze zijn gekluisterd in de hemel
geboeid aan eeuwigheid
hij grijpt
de kus op de einder
zij knielt om zijn kus te ontvangen
zo heb ik haar nooit gekend
zo ben ik nooit getorst
zij is nooit moeder
haar kinderen beroeren mij

ik slenter in de storm
mijn fiets aan de paal
voor het traag slapen
zoekt de blinde
een kus op de einder

bommen splinteren de stad
verspreiden de vrouwen
geboeid door het spel
laten oude mannen haar achter
heks is ze
geboeid en gekluisterd
naakt in de dubbele schaduw

verlicht en eenzaam
staat ons huis
linksboven is mijn ongedeelde kamer
uit de verte zie ik hem
grijpen

een handkus brengt troost

Geraard van Heusden
Wat kan ik zeggen over de Gentse Feesten 2011? Dat ze nat waren. Tijdens de eerste dag reeds werd de openingsstoet bekogeld met druppels. En het houdt niet op. Bijna elke dag opnieuw is er een regenbui. Pas naar het midden van de feesten klaart het wat op.
Het Baudelopark is herschapen tot een modderpoel. JE herkent de regelmatige bezoeker aan zijn gummilaarzen. Tussen de grote plassen zijn planken gelegd en vaderlanderkes. Zo kun je van eiland naar relatief droog eiland.
Het zijn ook mijn eerste magere feesten. Geen pitta's, pizza's of braadworsten. Een hap of twee en de rest van het geurend kleinnood verdwijnt in de vuilbakken die Ivago zo strategisch opstelt.
Tijdens de droge voormiddagen wandel ik onder leiding van de Gentse Gidsenbond historisch door Gent. Veel nieuwe dingen leer ik niet. Hoewel de twee laatste wandelingen over de wereldoorlogen de interessantste zijn.
Tijdens die laatste wandeling worden we via de damestoiletten van de toeristische dienst toegelaten tot de tunnels die de verschillende bunkers verbonden. Het lijkt eigenaardig dat een georganiseerd leger dat vooral uit mannen bestaat zoiets via de damestoiletten doet. De tunnels zelf zijn properkes onderhouden. Maar ik beklaag de toiletdame die de stoffige smalle gangestjes moet kuisen.

vrijdag 22 juli 2011

Mijn vriendin,
twee vellen wit
gezicht tot aangezicht

Lees je wel eens
wat ik je toewerp
of gaat het je voorbij?

In de ochtend
een paar woorden en letters
bij een tas koffie
werpen handkusjes.

Letters en woorden
zonder betekenis
voor wie dan ook
behalve voor jou

Geraard
Zo sprak mijn vader:
als je een vrouw zoekt,
zoen haar teder.

Je zal eeuwig met haar
ontbijten op het terras.
Ze kijkt je aan,
je voelt haar zachte hand.

Zo sprak mijn vader:
als je een vrouw huwt
zul je schreeuwen,
vallen en moorden.

Als je een vrouw vindt
zul je haar achterlaten
voor de laatste bocht.

Laat je haar staan
en zelf ga je
snikkend ten onder

======================

Zo spreek ik:
Als ik een vrouw vind
zal ik haar beminnen
en teder zoenen.

Ik zal eeuwig met haar
wandelen in het park.
Ik voel haar zachte hand,
ze kijkt me aan.

Zo spreek ik:
Als ik een vrouw huw
zal ik teder snikken
en me rechtop houden

Als een vrouw me vindt
zal ik haar bewaren
tot de laatste tunnel.

Ze zal me achterlaten
en zo ga ik
snikkend ten onder


Geraard van Heusden

den Tuurk

Een echte, zatte strop komt naast mij zitten. Hij heeft wat moeilijkheden op de stoel te zakken.
Het is hier een komen en gaan van paraplu's. 'tZijn echt waterfeesten. De enige droge dagen zagen zwart van 't volk. Nergens ruimte. Als 't regent stroomt iedereen de kroegjes binnen. Geen zitplaats - pech - ge had maar vroege moeten komen.
Onze gentenaar verplaatst zijn krant en zijn pint. Het glas klettert over de vloer. Vroeger was het simpel. Toen lag er stro en zaagsel tegen de bierstorters.
Zo losjes in de namiddag is er maar weinig te zien.
Twee uren stappen tussen buien en zonneschijn. De wandelingen brengen niets nieuws. Veel leer ik niet bij. Misschien de latere wandelingen over de wereldoorlogen.
Telkens ik zo'n wandeling meemaak heb ik zin mijn studies over Geraard de Duivel weer aan te vatten. De benadering van zo'n figuur is moeilijk en abstract. Wie was hij? Wie was zijn vader? Veel verhalen doen de ronde, vooral geïnspireerd door de 19'eeuwse romantiek. Hij zou zijn vader vermoord hebben, zijn vrouw doodgeschopt. Hij zou vermoord zijn naar zijn eigen plot in plaats van zijn zoon. Dit alles over een vrouwenaffaire. Echte gegevens zijn moeilijk te vinden.

donderdag 21 juli 2011

Ik een boom
reik groot en sterk
naar de hemel en voed me
met de grond der dingen.

De storm komt
ik buig niet,
ik breek.
Het weegt door mijn takken,
ik breek.

Vroeg of laat
rot ik
en niemand die iets merkt.

Ik sterf,
mijn leven komt krakend neer.
Ik ben gelaten te branden
en niemand die iets merkt.

Ik verdwijn in de grond.

Geraard van Heusden
Tussen blinkende cirkels
is je graf weg.
De bomen zijn gedoofd ;
ik zoek tussen knoken en knobbels.

Toen je stierf
verloor ik mijn geest.
Wie mag ik nu nog bloeden?

Mijn geest staat stil.
Donkere wezens kussen
in zwevende spiegels.
Zee rimpelt over vleugels,
hoger en hoger.

Ik hoor niets
tot iemand fluistert :
"Graaf mij op"

Geraard van Heusden

zaterdag 16 juli 2011

zaterdag 17

Wat kan ik zeggen over zaterdag. Een druilerige frisse dag met te veel wind. Een slecht begin voor de feesten.
Daarom besloten we rustig iets te gaan eten in de Sleepstraat. Iets luchtigs om dan af te zakken in en naar Het oeverloze eiland bij een Ecuadoriaanse koffie en oude Rum. Tot onze verbazing passeerde de stoet aan het Sluizeken. Elke deelnemer had wel een paraplu of een regenvestje. Lang bleven we niet kijken maar haastten ons naar ons eiland. Verbazing alom. Het was toe. Dat is nu al de zoveelste keer dat we hier voor een gesloten deur staan. Zonder enige reden of mededeling.
We gingen dan maar terug en belandden in de Moraal. een nieuwe tent aan de Kortrijksesteenweg Alles netjes afgestoft en opgepoetst. Voor cappuccino met amaretto of calvados was er ruimte maar geen oude Rum.
We zijn niet lang gebleven, te proper en geen sfeer.

donderdag 14 juli 2011

A'PEN

Ik ging naar het MAS. Uiteraard spreekt het mij niet zoveel aan als het STAM. Doch moet ik toegeven dat het een rijk en mooi museum is. Rijk aan ideeën en menselijke input. Een beetje traag en klein in het pintjesrijk.
Terug in het centraal station kan ik het natuurlijk niet nalaten koffie te halen bij Starbucks. Opmerkelijk je betaalt voor iets dat je niet krijgt. Aan het einde van de toog staan een aantal kwebbelkousen bij een paar ronkende machines. Hun geklets doet hen de knopjes vergeten.
Nog voor ik aan het einde ben roept iemand CAPPUCCINO. Niemand reageert dus ik steek mijn hand op. De cappuccino zit in een plastieke papieren cup met zond drinkteut en een deksel voor astronauten. Ze kijken wat vreemd als ik het deksel teruggeef. Wat later is er commotie over iemand die een grote cappuccino vroeg en een kleine krijgt. Intussen zit ik als aan zo'n klein tafeltje.
Ik wou ook eens een donut proberen en vroeg een appeldonut. Wat ik kreeg had meer weg van een lepradonor dan van een donut (het gaatje was toegegroeid). Smaak en dergelijke zijn onbeschrijfelijk. De lepradonut wordt geserveerd op een echt wit bord om besmetting tegen te gaan.
Na een paar slokken en twee beten besluit ik alles terug te geven. Hebben de Amerikanen nooit geleerd wat koffie met koekje moet zijn.

waarshuwing

De enige chronologische volgorde die hierin te vinden zal zijn is dat wat beschreven wordt reeds plaats vond. Voor de rest hou ik me niet ledig met te checken of iets 's ochtends, drie uur geleden of daarnet plaats vond.

bravo luk de bruycker

Feitelijk zijn de Gentse Feesten reeds begonnen. Ik ben gaan kijken naar "IEndermaol, andermaol... ajuzee" of zoiets. Ik vind de juiste titel niet meer. HEt verhaal gaat over Luk De Bruycker en theater Taptoe. Hoe hij begonnen is en later bekroond werd tot Turkse hoogmeester in het poppenspel. Hij is een vernieuwer en een gigantisch symbool van wat figurentheater allemaal kan en kan betekenen. Doorheen de voorstelling herken je grote en kleine producties zoals "Le petit prince" of "Scrooge". Maar naar het einde toe herken je ook de laatste productie zoals ondermeer "Don G". En dan valt als een botte bijl de wetenschap : la comedia e finita!!

zaterdag 9 juli 2011

Gij
uit het geestenrijk

Waarom is zij
niet langer BRUID?
Haar bloemen glijden
langs de schors.

Ge weet het
maar wilt het niet zeggen.

Zijn de poorten van het geestenrijk
voor steeds gesloten?
Zijn haar lippen verzegeld?

Niemand staat naast haar,
enkel een twijg zwijgt.


Geraard van Heusden
Alleen ligt de kankerpatiënt
bloedpaarlen hoestend.
Ik staar naar de maan,
huil op hulp.

Enkel de kinderen horen mij
zij zingen de nacht.

Aan de rode lijn heeft niemand iets.

Nonkel Jan,
aan de kleine Zavel,
handen vol vleugels.

Als Jan zal ik gaan
alleen in een kamer vol lucht.
Ik staar om hulp,
huil naar de maan.
De kankerpatiënt ligt alleen.

Geraard van Heusden
Breek mijn leven af
ten voordele van zwangere vrouwen.
Leg mij te rusten
daar waar ik betaalde.
Alles heb ik gezien.
Veel meer heb ik beleefd
met gesloten ogen.

Veel gaf ik u,
weinig in terugkeer.

en vandaar ontvlucht
mijn geest de geur
van uw bevallingen

Geraard van Heusden

zondag 15 mei 2011

Mijn boom
staat er weer
ze heeft haar jaarlijkse jurk

Zolang geleden
wou ze huwen
met een verre jonge eik
maar haar wortels
hielden haar stevig

De jonker
bekijkt haar kralend
de hoed is weg
de bloemen vergleden

Alles is terug

Geraard van Heusden
Mijn boom staat
getooid als een bruid
in het park

de ekster heeft
zijn beste hoed aan
de vlijtige bruidsjonker
verweert zich her en der

alles is er
de bloemen en de zon
stralend in de lente

Mijn boom staat
eenzaam bij haar altaar
de bloesems glijden
als tranen langs haar schors

de één is weggegaan
de andere vertrekt
bloemen en kransen
blijven vertwijfeld achter

Geraard van Heusden

woensdag 6 april 2011

ik geloof in kalverliefde

handjes vasthouden

erwtjes en wortelkes
onderaan de boom even
wachten op de avond
zo net voor moeder
boos wordt

samen zijn
los van elkaar
en nooit meer alleen

Geraard van Heusden
Als ik haar neerzet, loopt ze weg
en ik haar na

de stappen door het huis zijn ijl
ik wandel terug
ik drink alles in
voor even en dan weer weg

alles eindigt
wat blijft zijn liefde en hechtingen
ik heb recht op een galgenmaal

Geraard van Heusden
De dood is slim
Nieuw is de dood

ochtendgloren boven de kerk
brengt een kleine kist
gedragen in duo
door bedroefde broers

De dood is slim

een dienst betekent niets
tranen leggen bloemen
vader en broers stappen
iedereen verrast

De dood is nieuw
slim is de dood

Geraard van Heusden
Hoog
in wolken gedreven, blauwe sluier
over gebroken ledematen
verspreid in de bomen
aan het hoofd van Leopold twee

de kleuren zijn weggevaagd,
blijven enkel vijf of zes
bloedstrepen over buik en borsten

een lijk, zomaar weggeworpen,
na gebruik

Geraard van Heusden

vrijdag 1 april 2011

water

De roep om heengaan
klettert in een koekjestrommel,
sterker dan
de schreeuw om te blijven.

Een glas struikelt
de golf bezit het blad.
De letters, netjes gezet,
breken uit hun strakke lijnen.

Golven slaan toe
op de woorden,
vormen bloemen
van waaiende inkt.

Alles is ijdel:
de gebroken tekst
wordt kunst

Een ongeluk komt nooit alleen

Geraard van Heusden

zondag 27 maart 2011

Sigrun

Ik herinner je lange zwarte haar,
je ingebonden laarsjes
op trappen van Blandijn.
zoethout en thee
je lokken door mijn vingers.

Het is een zevenjarige droom.

Wat heb ik toen gezegd :
“Ik hou van je, ik zie je graag.”
aan jou en je speelse blik.

Het is een zevenjarige roman.

Ik herinner tranen in Antwerpen,
koorts in Brussel.
Mijn cola voluit over de zieltogende tafel,
het afscheid ingezonken en je woorden van pijn.
Je grote natte ogen brandden me.

Je zit aan de piano
je bent zwanger.

Ik zou je kunnen toedichten
maar dichters worden uit de hemel geweerd
en in de hoek gedreven.

En vandaag zeggen ze :
“Ze is lelijk geworden.”

Geraard van Heusden

zondag 20 maart 2011

ijdel

Hoe vluchtig is alles. Een glas water struikelt en vloeit over het papier. De pennestreken die zorgvuldig uitgedokterd waren, breken op de kleine golven. Ook de letters die ongevormd te snel uit de pen kwamen sterven een uitgelopen dood in deze minitsunami. Hoe ijdel is alles wanneer de doodgevloeide inkt een waarde op zich blijkt. De uitgewaaierde zwarte kleuren en vormen zijn meer dan louter vlekken. Uit de letters groeien andere betekenissen. Een ongeluk komt nooit alleen.

donderdag 17 maart 2011

Schrijven

Schrijven, heb ik geleerd van Jef Geraerts, is een lastig beroep. Je staat op en staart naar je voeten. De schrijftafel is niet ver, maar het resultaat dat je wenst is des te verder.
En zo moet het gebeuren, zei ook Geraard Walschap, dat je elke dag schrijft. Al is het totale nonsens; iedere dag moet je schrijven. De daad van de pen in de inktpot en de letters op papier moet in de pols zitten.
Zonder nadenken gewoon schrijven wat uit je hoofd via de pen op het papier vloeit. Want papier zijt gij en tot papier zult ge vergaan, vervloeken, verslinden.
Papier verslinden is wat de schrijver doet. Al is het proza of poëzie of iets daartussen. Papier en inkt zijn de levensmiddelen van de schrijver. Menig is reeds overgestapt op klavier en scherm. Toch bestaat er nog zoiets als de daad van het schrijven. Het gevoel van zwaar papier met moeilijk leesbaar geschrift.
Naarmate ik schrijf wordt mijn geschrift moeilijk leesbaar. Eerst worden de letters en de woorden nog met aandacht van de geest op papier gezet. Snel ontsnapt de geest aan de trage daad, ondermijnd door de inktpotgang. De letters en woorden struikelen over elkaar in hun haast tot betekenis te komen.

Dit alles tegen een achtergrond van koffie en stoppen met roken.

vrijdag 28 januari 2011

tikkel takkel tik
tokkel takkel tok
naaldhakken
lopen breiend langs de graslei

humpapa humpapa
macho's marcheren maf
van het citadelpark
tot de ajuinlei

de grootmoeders tonen
hun knoestige knieën
op de korenmarkt
de vette kuiten blinken

de bloempotten aan het Zuid
zijn slapende gargoyles
de gargoyels aan St-Baafs
zijn versteende burgemeesters

in deze hitte
wandelen de meisjes schaars
halfnaakt langs de terrassen
en liggen
schaars gekleed in het park
heeft hun chaperone nooit gezegd :
"Als ge niet wilt dat de jongens kijken, draag dan nen pattattenzak"

en alles vloeit samen in de Leie


Geraard van Heusden

zondag 23 januari 2011

kom gewoon buiten
want
wie niet gezien is, is weg

laat de anderen dan feesten
aan mijn grafdis
bij de praaltafel voorbij de koepel
als mijn lijk eindelijk verslonden is
mag iedereen een laatste keer dansen
met mijn uitgezaagde beenderen

dan zal een geworpen handkus mijn lijkmiasma verspreiden
en allen zullen naar huis kruipen

waarom doe je niet mee
ik bijt niet
of lijkt het je niet aangenaam

Geraard van Heusden
wandelen in een driehoek
ligt in de berm
een kinderpop
overdreven waterhoofd
opgeblazen en van de trein gegooid
als het lijk van een dichter

in een grafkelder
bij de gedoofde Leuvense stoof
herschildert de dichter het skelet
vaag gebroken en bruin
zonder licht of lucht
gezwollen in de hitte
als het lijk van een dichter

in en naast elkaar
doorheen geschud
bij en over elkaar
zonder enige tel van leven
doodgeboren
als het lijk van een dichter

Geraard van Heusden

zaterdag 1 januari 2011

Ons verhaal loopt
van dood tot geboorte
via een dwangbuis die moeders
weeën weerhoudt
hoezeer voel ik de riemen
en de haken

vandaag overmorgen en gisteren
is alles beginnen bloeden

Ons verhaal loopt
van slagader tot zenuw
slopend langs de gevangen rug
krom van de pijn
en toch
vechtend tegen alle moeders

Ons verhaal zwijgt niet
zoals de vaders
als de zonen abnormaal zijn
Wij zwijgen nooit
en doden met woorden

Geraard van Heusden
ik herinner je blik
ogen nog zo groot
ruimer dan het water

het water door je haar
het water in je longen
je schokkende benen
dansende vingers

ik herinner je zachte lichaam
lijkegeur en chloor
voor mij en mij alleen
tot je zelf tot inkeer komt
en uit elkaar valt

Geraard van Heusden