De
Gentse feesten van 2009.
Mijn blijvende indruk na deze dagen is natuurlijk de
herinnering aan de laatste nacht. Zij overschaduwt alles zo erg dat ik niet
echt meer weet waar te beginnen. Wat me rest zijn een paar indrukken
gesprokkeld en gerangschikt op basis van een paar aantekeningen en afspraken in
mijn agenda. Ik zal trachten alles chronologisch te overlopen. Toch blijft de
algemene indruk dat het goede feesten waren. We hebben veel geleerd, veel
gezien, verliefd geweest en kennis gemaakt. De hoeveelheden bier en worst waren
relatief beperkt. Cava echter was iets meer aanwezig de laatste nacht.
Alles begint op donderdag 16 juli tijdens de afsluiting
van het seizoen. De wargamers zitten gezellig aan het terras van het mandeken
als plots Tim en Marianne opduiken. Het is zowaar bijna 20 jaar geleden dat we
die nog zagen. En blijkbaar gaan ze ook naar China, zij het een week later. De
conversatie draait vlug om de verloren tijd en de geleden samengebalde
herinneringen. Dit alles wordt overgoten met de nodige hoeveelheid drank.
Vooral Kurt verslikt zich in een aantal Rochefort 8. Het wordt zeer laat. De
volgende dag voel ik me opmerkelijk fris. Vooral in vergelijking met Kurt
wanneer hij me komt halen voor pizza. Dit is een gepaste inleiding tot de
feesten.
Vrijdagavond is er al buiten mijn weten een avond
poëzie. Uiteraard mis ik die. We moeten trouwens nog bekomen van het stevig
avondje zitten op donderdagavond. Ik verzink die avond snel in een verkwikkende
slaap.
Zaterdag 18/07/09
De eerste dag van de feesten en we zijn er vroeg bij.
Ietwat nerveus voor het grote gebeuren maak ik me klaar. Omstreeks 10.30 word
ik verwacht aan de St Pieterskerk voor het begin van de rondleiding. Het zullen
10 wandelingen worden rond de geschiedenis van Gent. Zeer benieuwt, bevreesd en
een beetje kwaad. Dit betekent dat ik ‘s avonds niet kan uitzitten. In feite is
het ook een veiligheid om mij kalm te houden. Een zelf opgelegde discipline
tegen te grote hoeveelheden drank en andere rotzooi.
Natuurlijk ben ik de eerst op het St Pietersplein. Er is
enkel een vriendelijke dame die prompt de kerk binnenstapt. Dus ik daarachter.
Aan minstens twee kapelanen[1] vraag ik “zijd gij G v D ?” Neen, blijven
zoeken dus. Het is tijd geworden om weer buiten te kijken. En jawel er zijn al
andere wandelaars en een olijk iemand met tas en papier. Ik schud hem stevig de
hand, hoewel dit wegens de Mexicaanse griep sterk afgeraden wordt. Aan hem
betaal ik de verschuldigde som voor 10 dagen stappen in de geschiedenis. Tot
mijn verbazing is Mieke er ook. Ze is de ex-vriendin van Tim en we waren er
allen zot van in onze studententijd. Ze is nog niets veranderd in die 20 jaar.
Ze wordt vergezeld door haar brave man en haar op te voeden hond. De wandeling
eindigt aan de St Niklaaskerk.
Ik heb afgesproken met Kurt om voor zijn laatste
Belgische dag[2] iets stevigs te gaan eten. Rik die blijkbaar
bij hem staat aan het station kan niet wachten en mijn gsm wordt onmiddellijk
aangesproken: “We zijn, hier waar zijd gij?” met als antwoord “bijna daar, op
de tram”.
Dus gaan we eten. Blijkbaar is de Cicogne d’Alsace open.
Stukje cocq au vin kan nooit kwaad. Maar er is enkel een speciaal feesten menu.
De bedoeling een stukje bij de Turk te eten voor 20 loopt uit op een 3
gangenmenu van 50 en meer. De ronde ober met glanzend hoofd en gendarmeriesnor
is uiterst beleefd en vriendelijk tot net na het eten als hij met rode kop en
veel spraak ons uitleg geeft over zijn tweede huwelijk.
Die avond wil ik naar poëzie@Ghentincap maar de
escargots en de lamsbrochette beslissen er anders over. Trouwens ik moet de
volgende dag weer 2 uur stappen in de geschiedenis.
Zondag 19/07/09
Zoals voorgenomen, ben ik er vroeg bij. De vertering van
het voorbije festival d’Alsace is goed verlopen. Weer een twee uren stappen in
de geschiedenis van Gent. De wandeling is wat groter dan verwacht. We hebben de
oude gracht gevolgd volledig rond Gent. Als het zo verder gaat zullen we op
komende zondag de R4 afwandelen. Doch de gids lacht dit weg. De afgelegde weg
kruipt danig in mijn kleren dat ik niets anders kan dan binnenlopen in “Den
Turk”[3] en een pintje bestellen. Terwijl ik zo bekom
van de afpeigerde kilometers bel ik naar Stef om een tasje koffie te gaan
drinken. Vanuit zijn vernieuwde woonst kan ik een mail zenden aan een
vereniging om mijn namiddagwandelingen af te zeggen. Die zijn er echt te veel
aan. Memo voor volgend jaar: 1 wandeling per dag. ‘sAvonds kan ik de moed niet
opbrengen om naar capinghent te gaan.
Maandag 20/07/09
De wandeling verloopt goed. Ze is zoals voorspeld
inderdaad korter. Ik vind zoals 20 jaar geleden de aanwezigheid van Mieke
heerlijk storend en leuk nerveus. Na de interessante uitleg over de 12’ eeuw
beland ik in “Den Turk”. Ik installeer me met een orval en Jean Ray’s
Malpertuis. Hoewel Frankenstein nog niet uit is.
Uiteindelijk bel ik Pieter zoals beloofd en nodig hem op
een glas en wat eten op de feesten. We komen in een brasserie terecht waar ze
weinig voedsel bestellen. Ik bestel uit pure miserie een croissant met wat kaas
en hesp en Pieter een soepje.
Na deze petieterige maaltijd gaan we richting
Justitiepaleis met de geïmproviseerde Montmartre. Op een klein pleintje blazen
Charles Trenet, Patricia Kaas en Julien Clerc uit de kleine boxen. Tussen de
kunstenaars staat brocanterie waarvan ik niet begrijp of ze koopwaar of
drankmeubel zijn. Het lijkt wat moeilijk uit te maken. De tafel is typisch
witgeschilderd over een kantwerk van gietijzer. Veilig voel ik me absoluut niet
op een dito stoel. De Gentse Tripel vloeit net iets meer dan goed voor me is.
Al gauw besluiten we na de zoveelste pint onze weg te vervolgen richting Epic,
een gezellig comicwinkeltje. Daar vind ik uiteraard weer manieren om geld uit
te geven: een pop van een ondode hippie. Wat zijn we weer gelukkig. Ook een
boek in flarden krijg ik mee voor een klein prijsje. Het gaat allemaal wat
sneller dan ik wil. Daar ik meer dan tipsy ben en yourrith me zei dat hij een
frisse tegenstander wenst ga ik vroeg naar bed. Weer geen poëzie maar wel
stappen in de geschiedenis.
Dinsdag 21/07/09
Dag van het vaderland. Ik merk er niet veel van. Er zijn
wat meer mensen op de wandeling en nota bene een paar Hollanders. Vieren we
vandaag dan niet dat we u buiten gezet hebben[4]. In alle geval verloopt de wandeling
magnifiek. Schoon weer en aangename verhalen en mensen[5]. Zoals na bijna iedere wandeling beland ik in
“Den Turk”. Ik installeer me weer met een Orval en een boek.
Deze maal mag het niet te lang duren. Ik moet mijn
legerschare leiden tegen het groene gevaar in St Amandsberg. Met andere woorden
we gaan een namiddagje met soldaatjes spelen en leuteren over regels. De
veldslag wordt door Stef in goede banen geleid. Veel meten en nadenken aan de
kant van Yourrith en “jolly good” voorwaarts aan mijn kant. Het hoeft geen
traan dat ik weer verlies. Yourrith is apetrots: zijn eerste overwinning[6].
En dan is er de vraag “en nu?” Het is 18.00 uur en het
idee de feesten op te zoeken wordt zelfs niet besproken. Dus halen we frietjes
terwijl Stef de gigantische tafel opbergt. Ook in de frietkraam heerst een
feestelijke drukte. Gelukkig zijn er 3 bedieners (zoiets als frietobers) die
ons snel van het nodige vet en vlees voorzien. Na lange jaren kan ik weer eens
frieten eten. Echte, uit een frietkraam. En ze smaken tot achter mijn oren. Er
wordt nog flink wat doorgeboomd over wat er is gebeurd en welke regels al dan
niet goed zijn of welke strategie moet toegepast worden.
Snel valt de nacht en trekken mijn troepen en ik zelf
huiswaarts. Weer geen poëzie maar wel geschiedenis in Gent en op tafel. Ik neem
me voor morgen zeker naar het poëziefestival te gaan.
Woensdag 22/07/09
Het verteren van de frieten en aanverwanten gaat wat
moeilijker dan de Elzaserlunch. Ondanks een woelige nacht zijn we paraat voor een
nieuwe wandeling. Doorheen Gent en deze keer geen Orval achteraf.
Om 14.00 stipt staat de Romeinse generaal Steven aan
mijn deur. De grote tafel staat opgesteld en mijn leger uitgestald. Hij is
ietwat bevreesd van het groot aantal Keltische krijgers.
De Romeinen staan opgesteld in drie rijen. Vooraan de
lichte Hastasi, dan de Princeps[7] en de stevige Triari. Zoals altijd beweegt
Steven vlot met zijn eenheden en manipels. Een beetje cavalerie en een aantal
velites dansen voor zijn leger. Vanuit mijn tafelrand vertrekken golven
Keltische barbaren. De één al naakter dan de andere. Het treffen is hevig maar
net niet krachtig genoeg. De Hastasi worden wel onder de voet gelopen maar het
treffen met de Princeps verloopt moeizaam. De Keltische cavalerie kan samen met
een karreneskadron rondtrekken. De Triari worden betrokken in dit gevecht. De
eer is gered: een aantal Romeinen dood en de Triari in gevecht. Doch breekt
mijn golf op de koppige Romeinen die blijven weerstand bieden. Het spel loopt
ten einde rond 18.00 uur en elk is tevreden. Gelukkig helpt Steven me de tafels
terug te zetten. En nu de feesten.
Eerst eten we iets in het Leffe-café. Dit is de eerste
maal dat ik daar binnenstap. Knap interieur maar enkel Leffe te krijgen. Van
Kraam naar kraam komen we uiteindelijk toch eens aan St Jacobs. Veel te
luidruchtig, dus stel ik voor richting park te gaan. Aan de ingang van de
feestelijkheden op het Baudeloo-park staat een clown meisje. Gekleed in een
schooluniform en geschminkt als clown ontvouwt ze een klein strada. Trippelen
op de kleine hakjes brengt ze één voor één de rekwisieten. Ze ziet er zo fris
en breekbaar uit dat ze sindsdien mijn hoofd bespookt. Maar het gaat verder en
weer belanden we aan een druppelkotje. Na deze versterkende drank gaan we naar
de Vlasmarkt – de Charlatan. Dit zijn voor mij de eerste Gentse feesten bij de
Charlatan. Je hoort er allerlei verhalen over. Van dronkemansruzies, vecht- en
vrijpartijen tot charmante optredens en leuke zonsopgangen. Langzaam maar zeker
begint de regen zijn stoortaak. De eerste druppels zijn aangenaam fris en
ontwakend. Maar al snel giet het pijpenstelen. Dus wordt er iets meer
geconsumeerd dan gepland.
We waggelen van schuilplaats met bier naar schuilplaats
met bier. Uiteindelijk staan we bij St Michiels aan een bierloket. Duidelijk
heeft de gay-gemeenschap hier zijn stek uitgebouwd, dus blijven we niet lang.
Dan gaat het richting Oude Houtlei. Steven houdt het voor bekeken en ik stuur richting
poëzie. Eindelijk Ghentincap maar in welke toestand. De poort is gesloten[8].
Een telefoontje volstaat. In een ruime donkere ruimte wordt ik binnengelaten.
Iedereen luistert aandacht naar iemand die zijn eigen stem uit een i-pod
tovert. De creatie duurt wat lang. Maar daarna kunnen we een pintje drinken.
Veel herinner ik me niet. Behalve Jasoro die vriendelijk me uitlegt waar het om
draait. Ze is zo mooi, levendig, niet verschrikt en mijn leeftijd. Een droom en
de bliksems ondersteunen mijn plotse gevoel. De zaak sluit echter vroeg daar we
op het binnenplein van een verzorgingstehuis staan. Ik stap onmiddellijk op en
verdwijn. Ik weet nog dat ik in de midi een Hapkin dronk en dan op de nachttram
sprong. Thuis suste een stevige kop koffie met uitbarstende gevoelens. Verdoofd
en serieus aangedaan somber ik weg in een donkere slaap.
Donderdag 23/07/09
Deze wandeling gaat door onder de regen met kleine
oogjes. Ik ben absoluut niet fris voor deze 16’ eeuw. Veel details ontgaan me.
Maar stappen in de regen met frisse wind in het gezicht is goed voor een kater.
Ik voel me frisser wanneer ik weer huiswaarts trek. Na een verkwikkende
middagrust en een lange, Vlaamse douche kan ik er weer volop tegenaan.
Ik besluit om 19.30 mijn opwachting te maken bij
Ghentincap. En mijn geheugen is blikbaar onaangetast: Jasoro is mooi. Geen
woord wordt er gewisseld over vorige avond. Het was blijkbaar zo erg nog niet.
Ik word uitgenodigd aan de tafel van de organisatoren. We zijn weer met niet
veel.
Een lading Antwerpenaars met flessen wodka en blikken
Leffe waaien binnen. Zeer hartelijk wordt iedereen omhelsd en gekust. Ook ik
deel in het kussen en de omhelzingen. Het doet wat vreemd zomaar Antwerpenaars te
kussen. De vertoning is wild en lawaaierig. Tijdens de pauze worden de plaatsen
verdeeld voor het vrije podium. Ik heb geen teksten mee en Jasoro vindt dat ik
een plaatsje verdien. Ik kan haar van het tegendeel overtuigen, gelukkig maar.
De avond kabbelt rustig naar zijn einde. In een opwelling van lust vraag ik
haar om een lift. Ze doet dit maar al te graag en we zeveren over poëzie en
Face-book. Dus voeg ik haar toe aan mijn lijsten voor ik in bed kruip.
Misschien beleef ik een belangrijk moment in mijn geschiedenis.
Vrijdag 24/07/09
Langzaam maar zeker kruipen de wandelingen in mijn
kleren. Vooral het gebrek aan toiletten onderweg speelt me parten. Na de
wandeling installeer ik me met een Orval en Jean Ray’s Malpertuis. Buiten valt
het met pakken uit de lucht. Gelukkig heb ik mijn vestje mee.
Ik ben die avond afgesproken met Jan en Bart in den
Turk. Ze blijken het niet te vinden en ik moet opmerkelijke lichamelijke
signalen geven. Uiteindelijk zitten we gedrieën achter een pintje. Onderwerp
van de avond is Jans GSM en zijn nieuw kind. Daarna besluiten we te gaan eten.
Het wordt uitstekende stoverij in het ontdekte Leffe-café. Zeer smakelijk en
zelfs de radieus smaakt hier beter. Aan het baudeloopark vinden we snel een
druppelkotje. Een optreden van een roodharige furie op St Jacobs wordt amper
gevolgd. Vooral polé-polé staat op het programma. De sfeer is al vroeg hevig en
heet. Spijtig genoeg geen bier. Wel brol waar Hoegaarden Rosé opstaat en
ondrinkbare mochitos. Snel wordt het laat en Jan moet zijn laatste trein
hebben. We spreken af om later nog eens samen te gaan eten. Ik denk dat we met
ons drieën de geschiedenis zullen ingaan.
Zaterdag 25/07/09
De wandelingen blijven zeer interessant maar lastig na 9
dagen. Spijtig genoeg leer ik niets bij over Geraard. Zijn post is verlaten
sinds de 14’ eeuw en zijn steen krijgt allerlei eigenaardige rollen. Van
seminarie naar brandweerkazerne en psychiatrisch slot. Gelukkig kan ik me
installeren met een Orval en Jean Ray’s Malpertuis. Het bruine cafeetje is vol
met werknemers van het stadhuis[9]. Tussen de rookwolken en de jazztrompettisten
mijmer ik over Geraard en zijn tijd. Boven mij hangen kaders met Jo De Meyere,
Nand Buyl en andere beroemdheden die ik niet kan thuisbrengen.
De namiddag verloopt rustig tot ik op facebook ga om
alles te controleren. Vooral om Jasoro beter te leren kennen. En dan staat er
bij haar stand “heeft een relatie”. De klap komt verwacht hard aan. Ik kan niet
naar ghent in cap gaan. Mijn geschiedenis stort in voor ze begon. Toch weer ik
me en blijf die avond overeind.
Zondag 26/07/09
Ook de gids begint te glimlachen nu het einde van de
10-daagse marathon in zicht komt. Het verhaal draait rond de 19’ eeuw en het
ontluikende socialisme. Daar het zondag is sijpelen al vroeg heel wat toeristen
door in de kuip van Gent. Na de wandeling beslis ik een pintje te gaan drinken.
En dan valt het met bakken uit de lucht. Ik vlucht naar den Turk en vind warempel
nog een plaatsje. De mensen staan te dampen en ieder is leknat met geurende
mantels en schuddende paraplu’s. Daar er zoveel volk is geraak in niet aan de
toog en blijf droog achter op mijn stoel. Die is zo dicht aan de ingang van de
toiletten dat ik ze verdenk de stoel van de wc-dame te zijn. Hoewel dit concept
hier nog niet uitgevonden is[10].
Na de bui slinger ik me tussen het volk en trek
huiswaarts. Een warme kom soep en hete thee verdrijven de rillingen. Een
verkwikkende douche doet het weer. We zijn klaar voor Ghentincap.
Vanavond wordt afscheid genomen van Parlando, de blog
van Tine Moniek. En iedereen is er: Lies, Jasoro en Raoul. Deze herkent me
niet, ik was echter de slechtste leerling in zijn poëziegroep. Samen met veel
onbekenden vind ik mijn plaats niet en draai wat nerveus rond. Gelukkig zijn er
blanchkes. De voorstelling is zeer aangenaam en rustig. Doch valt het op dat
Raoul dit niet smaakt. Hij is dan ook verdwenen wanneer we napraten bij wat
wijn, blanchkes en sigaretten. Inderdaad ik kan het niet laten en bedel van
Jasoro meerdere peukjes af. Hare vent is er ook en de jaloersheid wordt geblust
met blanchkes. Gelukkig zijn er nog een aantal andere dichters zoals David en Sylvie
die me hun bundel voorstellen. Ik kan wat later wegdrijven in mijn ingebeelde
geschiedenis van 800 jaar.
Maandag 27/07/09
De laatste wandeling is een samenvatting van 1500 jaar
geschiedenis. Het afscheid van de gids is hartelijk. Ik wens hem geluk met zijn
laatste wandeling in de namiddag. Om afscheid te nemen wandel ik naar den Turk
en installeer me met een Orval en Jean Ray’s Malpertuis.
Hoewel mijn dokter me waarschuwt dat één sigaret leidt
naar vele, wijst hij er ook op dat ik niet zomaar steeds van iemand mag
bedelen. Dus koop ik twee pakjes: eentje voor Jasoro en eentje voor mij. Wat
ongeduldig maak ik me klaar en vertrek te vroeg. Er is nog geen volk, enkel
Jasoro. Toch begin ik weer te roken.
De voorstelling gaat door in de tuin van het gesticht.
Een jonge columnist van de standaard noemt de gothics die ze ontmoette in
Waregem lieve mensen. Jasoro’s neef die een nicht blijkt te zijn maakt
opmerkelijk veel lawaai voor zo’n fijn ventje. Als het ter sprake komt of we
nog naar de feesten gaan staat hij duidelijk op zijn nummer. Gedrieën
vertrekken we naar de Cocteau[11].
Aan de ingang worden we gefouilleerd door mannen in het
zwart. Van binnen klinkt een zware beat. Boven de dansvloer worden foto’s
geprojecteerd van Xena en Gabriëlle. Fijn, denk ik, een fantazy fuif. De
volgende foto echter toont twee kussende mannen. Niet zo fijn eerder
afschrikwekkend. Maar ja ik ben met Jasoro en verwacht geen competitie hier,
toch niet op mijn terrein. Alles is als een Amerikaanse serie. Lichten, rook en
lasers. De obers zijn druk in de weer met bunnyoortjes en dito staartje. De
kloeke barman toont zijn gladde borst en morst met een cocktail. Ik zet dus ook
maar wat knopjes open want ik ben een vent, ik heb borsthaar. In de linkerhoek
simuleert een stoere knaap in hotpants, bretellen en grote snor een innige
achterwaartse omhelzing met een jonge snuiter.
Wanneer ik aan de DJ vraag Project Pitchfork op te
leggen bekijkt hij me argwanend. De zaal valt inderdaad stil. Kundig en snel
schakelt hij over op God is a Dj en andere bunka-spullen. Tot mijn verbazing
verloopt de nacht zeer aangenaam. De cava helpt aan dit euforisch gevoel. Ik
kan Jasoro van alles toefluisteren, ze hoort het toch niet. Dansen, roken en
drinken en homo’s afhouden doet me de tijd vergeten. Ik ben nog nooit zoveel
aangeraakt en “darling” genoemd. En dan gaan de deuren open. Het is dag, 6.00
uur. De bar sluit en wij waggelen naar buiten. Via de reep geraken we tot bij
het Duivelsteen, mijn steen. Ik vraag Jasoro hoe serieus ze is met haren typ.
Ze interpreteert het goed als zatte praat en stuurt me naar de eerste bus.
Thuis val ik onmiddellijk op mijn bed en slaap een stuk in de dag. Gelukkig
herinner ik me dat er bezoek voorzien is.
Zo eindigt een geschiedenis van 10 dagen te Gent. Klein
begonnen maar in apotheose geëindigd.
We zijn zat, verliefd en nat geweest.
[4] Ik denk dat het iets anders is
maar mijn geheugen laat me in de steek. Iets in verband met een eerste minister
die iets zingt op de trappen van een kerk.
Genste feesten met V Hugo gaan soms, soms niet. Een enkele toer van de Korenmarkt, via Klein Turkije naar L'enfant Terrible hebben stap voor stap mijn voeten vernietigd. En denken dat ik nog naar de Vlasmarkt moet.
Maar weinigen weten dat je je, zelfs op de drukste dagen, rustig kunt wegsteken achteraan in Den Turk.
Potje troost, een hoofdstuk uit Les misérables en straks naar de overvolle St-Michiels-Brug.
Volk hier volk daar. En eindelijk daalt er een frisse wind tussen de hitte-golf-droogtes.
en zoals verwacht klagen de vrouwen dat ze het hard hebben
Vandaag beginnen de GF met een collage van oude en nieuwe vrienden ; op het super-heet terras van de Vooruit. Gesprekken over huisbouw en Indonesië bij vreemde huis-gemaakte cocktails. (zoals verwacht is de Feestenzone goed vol) De New-wave revival op de Korenmarkt trekt zowel jonge mensen als die van mijn leeftijd. Een aantal vreemde jongens zingen klagelijk rare woorden. Dat is lang geleden.
Onder schapenstal staan vele mensen te kijken naar niets. Plots breekt het hen door : dit is niet het moment dat er festiviteiten gebeuren.
Het is te warm voor de GF. Dus weg van de feestenzone en de ingehuldigde voetballertjes. Hier in St Baafs Abdij is er een zwijgende sympathie voor Gent.
En toch zijn de feesten een vloek of een zegen. De gronden zijn ingenomen door een eigenaardig circus van neushoorns op wieltjes. De stenen refter is vol foto's van natuur en overal klinkt knallende muziek die niet thuis te brengen is
Hier eindigen de GF voor mij. Na dagen met collega's, broers, neven, mezelf en ex-collega's
En wat hebben we geleerd ? Niet naar de aangekondigde activiteiten gaan tenzij ze afgeschermd met ticketten zijn. Maar - dixit de St Michiels-Brug- dankzij de opgeheven i-phone's zie je plots wat er voorbij de zee ruggen licht. Behalve voor de Scabs op de Korenmarkt ; dat is echt niet gelukt.
Gelukkig zijn er de onbekende optredens in kerkjes en bars zoals l'Enfant Terrible. Wel pijnlijk voor de oren
Gelukkig is er rust en pijs en vree achteraan in de De Turk bij V Hugo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten