Fantazy

Zijn vader is de beul van de stad. Iedere stad heeft zijn beul. Deze woont aan de rand van de stad wand niemand woont graag naast de beul.
Zijn moeder is reeds lang overleden. Men fluistert dat ze de oude kunsten beofende. Maar de lokale pater wou haar weg. Nog steeds liggen in de kruipzolder - tussen haar oude kledij - spullen waarvan niemand weet waar ze voor dienen.

Kwade tongen beweren dat hij de zon is van een onhebbelijke intercourse met "andee" wezens die de oude goden vertegenwoordigen. Zijn vader weerlegt dit steeds met klem. Maar ook tante Elena is die mening toegedaan.


Toen het heet werd onder zijn voeten vluchtte Jan van JhonsTown in het bos. Daar stuitte hij op Kodani en zijn vrouw. Deze zorgen dat het bos leeft. Deze keer mag hij blijven en Brin (de magie van het leven) leren .
De belangrijkste bijdrage is geleverd door Sven Holtz  Die weet dat hij zich hier schuilhoudt.


Ieder ochtend, gelukkig, is het snellen naar de hekkens. De eieren van 2 kippen verzamelen. Broeder Ingra vraagt ook, op hetzelfde moment van de dag, twee vaten water te halen. De oude emmers zijn amper waterdicht.
En dan dan is het zien wie de Latrines doet.
Al dit duurt een voormiddag.
En dan, dan mogen ze het stad in. Kiezen tussen Yarnick de smid of Tranius de Magiër is moeilijk. Wat oefenen met de nieuwe wapens of verhalen over Draken en kerkers bij de Gnomes ??

Vanuit de grote Hall zie je druïdes terugkomen vanuit de verder. Samen met Priesters en Beulen. Het is de nieuwe gewoonte allerlei taken ter verdelen onder de paar geletterden. Da Heer vindt het een goed idee. Heeft hij meer tijd voor drank en vrouwen

De vaalgrijze kleuren van zijn huid tonen het leven na de wedergeboorte.  Alles in de buurt van Arw is wit. De vlokken vallen, nieuwe mist vat de sneeuw samen. Alleen hij die leefde voorbij de vlammen zag de lichtloze wedergeboorte van de steden en de lichamen. 

de vlammen van de realiteit blijven eeuwig in die ene cirkel van vandaag. Niemand weet het maar elk is alleen. 

Achteraan in de Hall op de 2' avond staan ze tezamen. Hun grijsrode ogen  vragen zich af wat er gebeurde met de voorbije geschiedenis. 
De vaalrode dame is woedend dat ze niets kon doen en langzaam verdort. Ieder verwelkte krul van te veel Make-Up en overbodige Botox.
Achter het sponsig gezicht van de blauwe dame, blijft iedereen energie boven halen. De kleuren verwijzen naar de losse organen. 




Eigenlijk weet ik het niet. Alles is zo lang gelden. Ik weet niet meer waar alles gebeurde, of wanneer. Misschien is het gewoon een nachtmerrie. 
Op de daken van de herberg zag Isildur de Carnac een Oger. Groot en verschrikkelijk gespierd. Isisldur was halfstier, half mens en meer Daemon. Voor de minitaur iets kon doen, slikte de Oger het blauw mannetje door. Zijn ogen blonnken met vuur en vlammen likten lang zijn zwaard. Doch wist Isildur dat dit gevecht nodig was. In de herberg wachtte zijn gezellin Mirteille. 
De oger vial aan, zijn vlammend zwaard hoog. De slag was hevig. Gesteund op zijn linkerbeen drukte Isildur zijn bijl tegen de kracht van de Oger. Deze glimlachte en zijn slag gleed langs hat wapen. De krachten ontmoetten elkaar en Isildur dreef de oger weg maar de pijn was te bekend. 
De halfDaemon knielde en drukte de stomp tegen zijn borst. 
"zo gaat elkeen ten onder", grauwde de oger. 
Een zweep knalde van achter Isildur. Petromaximus had niet getwijfeld. Toen hij de nederlaag van zijn jarenlange vriend zag, haald hij vanuit het dakvenster uit. De oger kon makkelijk tegen trekken en zicht bevrijden. Maar een seconde of twee liet Isildur toe een ander wapen te nemen. Het blauwe licht van de dansers van Mirteille omvlamde hem. De oger wist niet wat hem overkwam. De kleine vlammen verdwaasden hem. Islidur dreef hem het dak af met zijn kleine knots

Geen opmerkingen: