Kludde



Tussen Leie en Dender

In de holle boom

Aan het jaagpad

 

Wacht KLUDDE

Onder de brug

 

Groen slijm

Glinstert in zijn klauwen

 

Rood glimlachend

Ziet hij een jong slachtoffer

 

Nachten ontij

Bespringen zijn prooi

Wanneer hij sluipt

 

Rottend vertrapt hij

De lelies

 

Zijn geur

Verbergt zijn aanval

 

Geraard van Heusden




KLUDDE

 

Tussen Leie en Dender

In een holle boom bij het jaagpad

Tussen groen slijm onder de brug

 

Gitzwarte klauwen

Hete antraciet ogen

Huilend en lachend

 

Weg lopen haalt niets uit

Vlug brengt hem bij

 

Hij vertrappelt de lelies

Zijn tanden bliksemen bij onweer

 

Naar de holle boom

Trekt hij

Uw geest is eetbaar

 

Geraard van Heusden




Tussen Leie en Dender

ijlt hij

zinnend op wie dan ook


bij valavond

besluipt hij

mij of jij


uit Modder en Slijm

rijst hij

groene Klauwen

gif-tanden


Plots zie je 

rode Ogen

en voel je

niets meer dan 

Modder en Klauwen


Geraard van Heusden



Wie is wij

in klauwen geslagen

tussen Dender en Leie


ontsnapt uit het kasteel

onder de kerk

gewekt zonder Beul

Bruin en goud

in alle herinneringen


Wie is weg

in nachtmerries

van klei tot klei

met telkens iemand

in het voyeurs-moeras


Waar is ik

ergens verloren 

genezen tussen velden en tranen


Geraard van Heusden 



Tussen Dender en Schelde

onder de oude brug 

schuilt iemand

die niemand kennen wilt


KLUDDE


tussen het riet

glimmen zijn ogen 

asgroen

als het geboorte-slijm

oud en laat kind van het moeras


Hij haalt uit

KLUDDE

voor liefde 

niemand durft kijken


jaren slijpen zijn klauwen

en zijn tanden

beletten 

een vriendelijk voorkomen


Geraard van Heusden



Aan de brug

bij de Leie

zit, droevig


KLUDDE

oppas van een lijkwade

want er is niemand meer

 die in hem gelooft


KLUDDE

was -ooit- 

de baas van de lijkwade

aan de avond

van de maagdelijke nachten


de nacht is herstelt

doch

KLUDDE

betaalt de prijs


Geraard van Heusden



Droevig 

wanneer hij 

de laatste praat 

niet herinnert

een lange tijd geleden

toen de vrees van het geloof

in 

KLUDDE

en zijn medestaanders


nu is hij de prooi

nu de zijen niet meer leven


nu serveren de voedselbanken

de maagden


Geraard van Heusden




 


 

Geen opmerkingen: