donderdag 25 december 2008

De bergflank licht glooiend neer
het pad volgt de vormen
naar het bos

ik volg het pad
ik streel de heup

de wind hijgt
tussen de vormen

ik ga naar het bos
en leg me in het mos
waar de bron ontspringt
ik duik in de rivier

Geraard van Heusden
Vier blondjes lachen samen
de zon schijnt schuchter
Ach, ze zijn zo mooi, meneer

Geraard van Heusden

zaterdag 13 september 2008

Ik herinner je lange zwarte haar
dansend op de trappen van de Blandijn
met je ingebonden laarsjes

je speelse blik op mijn sofa
voor we naar de kermis gingen
en je goesting naar smoutebollen

Het is een zevenjarige droom
een zevenjarige roman

Ik herinner je tranen in Antwerpen
en mijn koorts in Brussel
toen ik jou en jij mij achterliet
je grote natte ogen
brandden met je eerlijke blik

En vandaag zeggen ze
“ze is lelijk geworden”


Geraard van Heusden

dinsdag 19 augustus 2008

Bloedpaarlen hoestend
ligt de kankerpatiënt stil
dokters zien niet om

Geraard van Heusden


Mijn vrouw kind
ik scheur je open
ik breek je
en leg je bloedende ledematen aan ons bed
Elke nacht herrijs ik je

Geraard van heusden

zondag 27 juli 2008

Gisterenavond

blonken de straten


ik wist niet

dat je ooit iets zou overkomen



je ziet er bleek uit

onder een wit laken

Geraard van Heusden
Nu legt het lichaam zich af
Nu de geest herboren wordt uit de modder
De pijn is barensweeën nabij

Ik zou je nu kunnen toedichten
En het bloed terugpersen
Maar dichters worden
Des hemels geweerd
En in de hoek gedreven


Geraard van Heusden
Ik ruk mijn ogen uit
Om beter te zien
In de de duisternis
Onzinnig als vlammende dood

Nu de vriedenkring weggaat
Nu de bomen doodgebrand zijn
Slinger ik mijn benen
Over de rand van het graf
En vecht tot ik val


Geraard van Heusden
Ik ben de weg kwijt
Gewoon zomaar
Wandelend langs de bossen
Ben ik in mij verdwaald

En als ik iemand vraag
Waar is de weg naar mij
Dan wijst hij steevast
Elders heen

Geraard van Heusden

dinsdag 15 juli 2008

Het is juli en de lijken komen uit de kasten. Ze zweven rottend door de gangen van het werk en treiteren door hun bestaan alleen de leidinggevenden.
Het gebeurt niet regelmatig maar soms valt uit de kast van de boekhouder, rechts achter de tweede deur, een half-opgepeuzeld maar niet opgelost kadaver. Het staart de vinder aan met lege, ingevallen ogen en open mond. Die lijkt te zeggen “Dat komt er nu van, mij vergeten, verleden jaar”.
Ergste is dat je het corpus delicti naar de baas moet brengen. Het wankelt naast je met zijn uiteengevallen voeten. Af en toe struikelt het over zijn eigen teenkootjes. In het slechtste geval valt het en moet je een brokje kaaksbeen of ellepijp gaan zoeken onder de kast of in het openstaande bezemhok.
Ze slalommen tussen de bureaus en voor j het weet hebben ze een paar kozijns gevonden. En dan marcheer je met een leger lijken naar de budgettaire baas in de hoop dat hij ze kan oplossen. In één of ander bijtend zuur en zonder veel sporen achter te laten.

donderdag 26 juni 2008

voor Hugo Claus

de Schrijver legt zijn pen neer
Meneer noem ik hem
hoofdletter M zoals er weinig zijn
en vandaag nog minder
de wereld weegt wat lichter
hoe spijtig

Geraard van Heusden
Er was schoon en warm weer voorspeld. Dus vertrok ik zonder vest deze ochtend. Het is lang geleden dat ik nog zo koud geleden heb. Maar ik ben erdoor geraakt met volle moed. Ik moest trouwens niet dadelijk naar kantoor. Eerst was er medische controle. Een halfuur wachten om in een potje te mogen plassen. Het potje moest via een keukenluikje aan de verpleegster gegeven worden. Het leek even op een onfris restaurant.
De dokter die me kwam halen was een stevige vijftiger. Grijs uitgegroeid door heen de jaren. Officieel tweetalig verraadde zijn accent een echte Brusselaar. Tot ik zijn naam zag: Rastapopoulos of iets dergelijks. Echt Belgisch?
Mijn vrouw kind
ik scheur je open
ik breek je
ik leg
je bloedende ledematen
aan ons bed
elke keer elke nacht
vind ik je
terug herijs ik je
bloedend en mooi

Geraard van Heusden

vrijdag 15 februari 2008

Een paar woorden
's avonds klinken ze beter

een vaste grip
je huid voelt trillend warm

vier ogen kruisen elkaar
een traan blinkt
en ik stoot mijn cola om

Geraard van Heusden
Mijn boom
je bent ziek
Verweerde wortels voeden niet meer
Bruin en oranje is de kleur
Wind speelt krakend
Leegte zingt stilletjes mee
Niets buigt
Niemand merkt iets

Geraard van Heusden




Mijn ogen zijn mij ontrukt
De duisternis omarmt me
Je streelt mijn haar
En sluit de deur

De groene lente
Staat zwijgend aan het venster
Ik zie niets meer
Dan mijn eigen pijn

Geraard van Heusden




Recht tegenover elkaar
Elk in elkaars leven

Ik hou van je
Ik zie je graag

Cola over de zieltogende tafel
De breuk besmeurd
Woorden vol pijn

Sorry

Mijn geluk is het zijn
Neem me niet kwalijk dat ik hem haat

Geraard van Heusden
Het is vandaag de dag van de Bultenaar
Als alle gedrochten boven komen
En door de stad wandelen

Gebogen onder eigen leed
Verdoemen ze, vloekend, de aarde

De dag van den Bultenaar
De zon grijnst naar een blinde
De bultenaren heffen het hoofd
Verontschuldigend voor hun bestaan

De ogen richten zich op
Last en pijn overwinnen
De Bultenaar sterft

Geraard van Heusden



Nacht
Kilte en stilte
Nacht
Schaduwen glijden
Het mes is beschermd

Zij weet niets
Het mes is snel
Als een schaduw glijdt ze weg

Geraard van Heusden



Een stralende blik
De ogen weg van hier
Haar handen aan de keel
En wolken zwart haar
Zo stapt mijn noodlot voorbij

Stil sla ik gade
De schikgodin wandelt verder
Angst omhelst de nacht
Zij weet wie sterven gaat

Geraard van Heusden
Nacht
Stilte en kilte
Nacht
Schaduwen glijden,
Beschermen het mes

Zij weet niets

Het mes is snel
Als schaduw
Glijdt ze weg

Geraard van Heusden



Haar ogen waren vreemdeling
Haar glimlach was zacht

Achter gesloten ogen kust ik haar

Onze vingers zwommen in de lucht
Ze ontdekten vergeten betekenissen
Van zelfuitgevonden woorden

Geraard van Heusden



Mijne heren, u ter grave dragen
[geeft mij zo'n eer
dat ge u kunt indenken dat mijn dagen
reeds lang ter ziele zijn gegaan
ge beseft niet welke werelden ik zag

draagt men mij ter grave,
elke dag,
laat niemand tranen en iedereen zeggen
de velden dragen veel vruchten

de dag van mijn grap

Geraard van Heusden

zondag 27 januari 2008

Cultureel was het weekend wel. Donderdag stopte ik vroeger op kantoor (tot grote woede van den anderen). Natuurlijk kwam er nog een problematische fax, maar die liet ik liggen.
Ik moest tijdig thuis zijn om me klaar te maken voor toneel, Cyrano de bergerac. Herbert Flack speelde in gent. Zoals steeds vertrok ik te vroeg. Toen ik echter aan de zaal kwam was er een schare volk. Ik wurmde me binnen, want ik had al een ticket. Spijtig genoeg was het zeteltje wat smal en moest ik me schuins zetten tijdens de opvoering. Deze was uitstekend en spectaculair. Maar daar zorgt vooral de kracht van het stuk voor. Eerlijk gezegd was ik het niet altijd eens met de aanpassing van de tekst. Soms miste ik het Frans waar ik na ettelijke voorstellingen aan gewend was.
Vrijdag bezocht ik mijn osteopaat maar dat is niet cultureel.
Na het gebruikelijk middagmaal zaterdagmiddag en het snuffelen in de Fnac, kwam ik aan de hoek van mijn straat. Eigenaardig genoeg hadden ze in de krijgslaan de boxen op het balkon gezet. In het mooiste huis van de wijk creëerde een zangeres en een pianist een nieuw stuk. De genodigden zaten warmpjes in de betaalde zaal en iedereen buiten mocht meegenieten. Nou ja genieten, die moderne stukken zijn niet zo aan mij besteed. Tot overmaat van ramp vergaten ze na de creatie de boxen uit te zetten. En de gans namiddag avond en begin van de nacht weerklonk in de wijk de overdreven luide geluiden van een kabbelende receptie. Maar misschien was dat wel de culturele creatie.
Op zaterdagavond was ik gaan genieten van de creatie van Theater Taptoe in de opera. De aanpassing van Don Giovanni van Mozart aan een modern poppentheater was aangenaam verassend, mooi en poëtisch.
Het weekend was zeer cultureel, met Nightwish in de achtergrond.

dinsdag 22 januari 2008

Ik vond daarnet een haar in de boter. Zoiets dat tussen het smeren en het lekker voorbereiden van de maaltijd zit. En dan is de hamvraag : hoe is dat haar in mijn boter gekomen ? De laatste maal dat ik boter gebruikte is een tijdje geleden. Doch herinner ik me duidelijk dat er toen geen haar in de boter was. Alles verliep en smeerde vlot.
Het haar in kwestie is lang en zwart. Ik heb roestig haar. Het mijne valt regelmatig uit. Ik weet wel wanneer het uitvalt en ik tracht het steeds op te vangen. Dat haar was niet van mij.
Is er misschien een spookminnares die hier haar boterhammen komt smeren en haar haren achterlaat ? Ik weet het niet.
Elke dag heeft zijn mysterie. Vandaag was er een haar in de boter, op meerdere vlakken.

maandag 21 januari 2008

Ik ben de weg kwijt
Gewoon zomaar
Wandelend langs de bossen
Ben ik in mij verdwaald

En als ik iemand vraag
Waar is de weg naar mij
Dan wijst hij steevast
Elders heen

vrijdag 18 januari 2008

De trein schokt wat na. Naast mij tracht een lange man zijn benen in een goede houding te leggen. Zijn voet haakt hij onder zijn knie en dan draait hij zich en vindt de oplossing Hij schuift de benen onder de kakigroene bank rechtover ons. Maar nu stapt een tweede lange man op. Er is maar één plaats vrij. Hij installeert zich rechtover ons. De beide lange heren zijn jaloers van mijn kleine gestalte die rustig in mijn hoekje zetelt. Met moeite en gezweet trachtten beide hun benen goed te leggen en te strekken. Ze raken in de knoop tot Gent-St-Pieters.