mijn boom
staat er weer
ze heeft haar jaarlijkse jurk aan
zo lang geleden
wou ze huwen
met een verre jonge eik
maar haar wortels
hielden haar stevig
de jonker
kijkt kralend naar haar
de hoed is weg
de bloesems vergleden
alles is terug
Geraard van Heusden
maandag 17 december 2012
mijn boom staat
getooid als een bruid
voor het eenzame altaar
in het park
de ekster heeft
zijn beste hoed op
de vlijtige bruidsjonker
verweert zich her en der
alles is er
de bloesems en de zon
stralend in de lente
mijn boom staat
eenzaam bij haar altaar
de bloesems glijden
als tranen
langs haar schors
de één is weggegaan
de andere vertrekt
bloemen en tranen
blijven vertwijfeld achter
Geraard van Heusden
getooid als een bruid
voor het eenzame altaar
in het park
de ekster heeft
zijn beste hoed op
de vlijtige bruidsjonker
verweert zich her en der
alles is er
de bloesems en de zon
stralend in de lente
mijn boom staat
eenzaam bij haar altaar
de bloesems glijden
als tranen
langs haar schors
de één is weggegaan
de andere vertrekt
bloemen en tranen
blijven vertwijfeld achter
Geraard van Heusden
het uur van de wolf
wanneer de nacht leeg is
geen schreeuw van wagens
geen krekelgeslijp
pen inktpot en doodskist
dansen op deze grens
weer vlucht de slaap
tot een doorkloven week
het is de draaischijf
het middelpunt van een etmaal
wanneer de wachters van de nacht
ongewild rustig slapen
en de heraut van de dag
nog niet rondrijdt
de schimmen van mijn moeder
en van nonkel Jan
(handen vol vleugels)
zijn stil gevlucht
achter de boom
mijn letters
bij walmende kaarsen
zijn vervloekt
tot morgen houden ze stand
dan wordt alles papier
Geraard van Heusden
wanneer de nacht leeg is
geen schreeuw van wagens
geen krekelgeslijp
pen inktpot en doodskist
dansen op deze grens
weer vlucht de slaap
tot een doorkloven week
het is de draaischijf
het middelpunt van een etmaal
wanneer de wachters van de nacht
ongewild rustig slapen
en de heraut van de dag
nog niet rondrijdt
de schimmen van mijn moeder
en van nonkel Jan
(handen vol vleugels)
zijn stil gevlucht
achter de boom
mijn letters
bij walmende kaarsen
zijn vervloekt
tot morgen houden ze stand
dan wordt alles papier
Geraard van Heusden
zaterdag 15 december 2012
De rozelaar in de tuin
heeft haar gestolen
wit pluizig haar
niemand weet van wie
Ze slentert door de gangen
alleen en achtergelaten
de wind wiegt
haar speelse pluizig haar
Alleen in de nacht
zweeft ze
van kom! tot komen
De ketens merken haar
haar gewaad wuift zachtjes
naar wie haar achterliet
Mijn moeder
slentert door de gangen
tot ik afscheid kan nemen
Geraard van Heusden
heeft haar gestolen
wit pluizig haar
niemand weet van wie
Ze slentert door de gangen
alleen en achtergelaten
de wind wiegt
haar speelse pluizig haar
Alleen in de nacht
zweeft ze
van kom! tot komen
De ketens merken haar
haar gewaad wuift zachtjes
naar wie haar achterliet
Mijn moeder
slentert door de gangen
tot ik afscheid kan nemen
Geraard van Heusden
donderdag 25 oktober 2012
twee vellen slapeloosheid
een fles vergetelheid
D I C H T E R S N A C H T
Langste nacht van het seizoen
zotte capriolen
op een maagdelijk
nachtelijk blad
woorden die morgen vergaan
woorden
onleesbare woorden
woorden
niets dan woorden
zonder betekenis
louter woorden
zotte capriolen
van inktpot tot papier
PAPIER zijt gij
en tot PAPIER zult gij
vergaan
vergeten
vervloeken
dichtersnacht
nachtrust
Vijf stappen
stappen naar ratio
ratio om morgen
morgendag
werkendag
realiteitsdag
andermansdag
D I C H T E R S N A C H T
een vertrekpunt
bij kaarslicht
Havenbaken
van dichtgeslipt Damme
gestorven haven
Gevallen vloeibaar lijk
vastgeankerd aan vandaag
voetboei van jeugdherinnering
Maar laat ons
vannacht
alles vergeten
Haal gouden wijn
Klinkend
als Guido’s schrijverken
door onze kristallen glazen
VANNACHT
is
D I C H T E R S N A C H T
Alleen pen ik
papier en mezelf
woorden mij
zullen triomferen van nachtelijk zwart
Geraard van Heusden
een fles vergetelheid
D I C H T E R S N A C H T
Langste nacht van het seizoen
zotte capriolen
op een maagdelijk
nachtelijk blad
woorden die morgen vergaan
woorden
onleesbare woorden
woorden
niets dan woorden
zonder betekenis
louter woorden
zotte capriolen
van inktpot tot papier
PAPIER zijt gij
en tot PAPIER zult gij
vergaan
vergeten
vervloeken
dichtersnacht
nachtrust
Vijf stappen
stappen naar ratio
ratio om morgen
morgendag
werkendag
realiteitsdag
andermansdag
D I C H T E R S N A C H T
een vertrekpunt
bij kaarslicht
Havenbaken
van dichtgeslipt Damme
gestorven haven
Gevallen vloeibaar lijk
vastgeankerd aan vandaag
voetboei van jeugdherinnering
Maar laat ons
vannacht
alles vergeten
Haal gouden wijn
Klinkend
als Guido’s schrijverken
door onze kristallen glazen
VANNACHT
is
D I C H T E R S N A C H T
Alleen pen ik
papier en mezelf
woorden mij
zullen triomferen van nachtelijk zwart
Geraard van Heusden
ik doe alles teveel of niet
net zoals jij
ik verdronk in mijn tranen
toen je me verliet in Antwerpen
mijn koorts steeg rijkelijk hoog
eenmaal weg van jou in Brussel
nu weer en steeds terug
denk ik teveel aan jou
en weiger ik de jaren
wie ben je vandaag
een nazomer in de herfst
je bent wat je altijd was
veel te mooi toen
en - zeggen sommigen -
veel te lelijk nu
jaar en dag bereid ik mij voor
ik weet nog steeds niet
wat ik je zeggen wil
Geraard van Heusden
net zoals jij
ik verdronk in mijn tranen
toen je me verliet in Antwerpen
mijn koorts steeg rijkelijk hoog
eenmaal weg van jou in Brussel
nu weer en steeds terug
denk ik teveel aan jou
en weiger ik de jaren
wie ben je vandaag
een nazomer in de herfst
je bent wat je altijd was
veel te mooi toen
en - zeggen sommigen -
veel te lelijk nu
jaar en dag bereid ik mij voor
ik weet nog steeds niet
wat ik je zeggen wil
Geraard van Heusden
ik las laatst in theebladeren
het koken is niet voldoende
ze zit rechtover mij
en ik kan niets zeggen
ze praat over haar tuin
en ik klaag over de graaf van Vlaanderen
die dagen van Tolstoj
liggen ver achter ons
hoepelrokken en hoge hoeden
een zedige kus op haar hand
volstaat om te glimlachen
een glimlach betekende veel
toen mijn hand de hare losliet
het was aan de vaders en de gouvernantes
om ons te binden
zonder eeuwig gepraat
over tuin of graaf
Geraard van Heusden
het koken is niet voldoende
ze zit rechtover mij
en ik kan niets zeggen
ze praat over haar tuin
en ik klaag over de graaf van Vlaanderen
die dagen van Tolstoj
liggen ver achter ons
hoepelrokken en hoge hoeden
een zedige kus op haar hand
volstaat om te glimlachen
een glimlach betekende veel
toen mijn hand de hare losliet
het was aan de vaders en de gouvernantes
om ons te binden
zonder eeuwig gepraat
over tuin of graaf
Geraard van Heusden
ik drink te veel
zegt ze
en nipt aan haar thee
of moderne japanse ceramiek
ik rook te veel
zegt ze
de waterpijp is opgeborgen
ik trek aan mijn sigaret
een glimlach
longkanker grijnst om de hoek
ze schenkt thee
uit een oude kan
als muziek in mijn kopje
ik drink en rook te veel
wat anders kan ze wensen
sex op een te hoge leeftijd ?
Geraard van Heusden
zegt ze
en nipt aan haar thee
of moderne japanse ceramiek
ik rook te veel
zegt ze
de waterpijp is opgeborgen
ik trek aan mijn sigaret
een glimlach
longkanker grijnst om de hoek
ze schenkt thee
uit een oude kan
als muziek in mijn kopje
ik drink en rook te veel
wat anders kan ze wensen
sex op een te hoge leeftijd ?
Geraard van Heusden
mijn tante leest een goed boek
zit met de schouders naar de camera
het is het zoveelste boek dat ze leest
een bibliotheek vol heeft ze gelezen
mijn dode tante leest een boek
het volstaat te wensen
dat in de hemel een bibliotheek staat
haar leven heeft ze tussen boeken doorgebracht
aan haar vroeg Hilde raad
maar tussen twee pintjes
vertelde mijn tante mij
het levenseinde van Hilde
Geraard van Heusden
zit met de schouders naar de camera
het is het zoveelste boek dat ze leest
een bibliotheek vol heeft ze gelezen
mijn dode tante leest een boek
het volstaat te wensen
dat in de hemel een bibliotheek staat
haar leven heeft ze tussen boeken doorgebracht
aan haar vroeg Hilde raad
maar tussen twee pintjes
vertelde mijn tante mij
het levenseinde van Hilde
Geraard van Heusden
het is tijd om te sterven
ik zie rechtom mij dat
de meisjes nog kunnen huilen
alsof ik de omslag van een goed boek
toesla met voldoening
mijn pen is leeg
het is herfst
boeken zijn gelezen
en herlezen
ik schrijf mijn laatste woorden :
er was eens
niet zolang geleden
en hier dichtbij
een schrijver
met handen vol inktvlekken
en een schrift vol kriebels
Geraard van Heusden
ik zie rechtom mij dat
de meisjes nog kunnen huilen
alsof ik de omslag van een goed boek
toesla met voldoening
mijn pen is leeg
het is herfst
boeken zijn gelezen
en herlezen
ik schrijf mijn laatste woorden :
er was eens
niet zolang geleden
en hier dichtbij
een schrijver
met handen vol inktvlekken
en een schrift vol kriebels
Geraard van Heusden
ik hou gewoonweg
van bier
de mout roestige smaak
en de leuke dromen
alsof niets bestaat
ik hou gewoonweg
van sigaretten
de roestige brand in mijn longen
alsof niets bestaat
ik hou gewoonweg
van boeken
de geur van inkt
de zachte bladzijden
alsof niets bestaat
ik hou gewoonweg
van jou
een nazomer in de herfst
veel te mooi toen
en - zeggen sommigen -
veel te lelijk nu
jaar en dag bereid ik mij voor
alsof niets bestaat
nog steeds week ik niet
wat te zeggen
Geraard van Heusden
van bier
de mout roestige smaak
en de leuke dromen
alsof niets bestaat
ik hou gewoonweg
van sigaretten
de roestige brand in mijn longen
alsof niets bestaat
ik hou gewoonweg
van boeken
de geur van inkt
de zachte bladzijden
alsof niets bestaat
ik hou gewoonweg
van jou
een nazomer in de herfst
veel te mooi toen
en - zeggen sommigen -
veel te lelijk nu
jaar en dag bereid ik mij voor
alsof niets bestaat
nog steeds week ik niet
wat te zeggen
Geraard van Heusden
een goed boek
is als een boom
de omslag is robuust en hard
doch
als je dieper gaat
stroomt het talent
tot in de laatste bladen
een genot voor de handen
de geschepte letters
in de levensstroom
van de tekst
het waaiert uit
in nieuwe en dode takken
alles wordt een blij weerzien
een genot voor de ogen
de gretig gecreëerde woorden
die als een buitelende rivier
van begin tot einde stromen
het zit hem in de pen
of de schrijfmachine
maar niet in de computer
onder een herfstboom
herlees ik een goed boek
lezen en herlezen tot
ik weet wat ik moet schrappen
wat ik moet uitscheuren
Geraard van Heusden
is als een boom
de omslag is robuust en hard
doch
als je dieper gaat
stroomt het talent
tot in de laatste bladen
een genot voor de handen
de geschepte letters
in de levensstroom
van de tekst
het waaiert uit
in nieuwe en dode takken
alles wordt een blij weerzien
een genot voor de ogen
de gretig gecreëerde woorden
die als een buitelende rivier
van begin tot einde stromen
het zit hem in de pen
of de schrijfmachine
maar niet in de computer
onder een herfstboom
herlees ik een goed boek
lezen en herlezen tot
ik weet wat ik moet schrappen
wat ik moet uitscheuren
Geraard van Heusden
ik ben god
met een lange baard
en haar zo stralend
dat eksters erin nesten
hoewel ik dagelijks
mijn zegen en troost geef
aan de ongekroonde graaf van Vlaanderen
loopt ze weg
beroerd door mijn politieke ideeën
over de kroon van belgië
voelde ik iets voor haar
moet ik de vraag anders stellen
voelde zijn iets voor mij?
Geraard van Heusden
met een lange baard
en haar zo stralend
dat eksters erin nesten
hoewel ik dagelijks
mijn zegen en troost geef
aan de ongekroonde graaf van Vlaanderen
loopt ze weg
beroerd door mijn politieke ideeën
over de kroon van belgië
voelde ik iets voor haar
moet ik de vraag anders stellen
voelde zijn iets voor mij?
Geraard van Heusden
ik ben de zwarte ganesha
de schoorstenen zijn gehandicapte vingers
ik slurf 's nachts
lans mijn eigen nachtmerries
en vrees hun uit te spreiden
ik wagel door de straten
en begroet elk die
ongeluk zoekt
en dan kruisen mijn ogen
schoonheid
opzij gezet door haar geliefde
maar mijn slurfig voorkomen
belet haar mij uit te nodigen
op een kopje vergiftigde thee
Geraard van Heusden
de schoorstenen zijn gehandicapte vingers
ik slurf 's nachts
lans mijn eigen nachtmerries
en vrees hun uit te spreiden
ik wagel door de straten
en begroet elk die
ongeluk zoekt
en dan kruisen mijn ogen
schoonheid
opzij gezet door haar geliefde
maar mijn slurfig voorkomen
belet haar mij uit te nodigen
op een kopje vergiftigde thee
Geraard van Heusden
donderdag 5 juli 2012
De gang is lang, vijf tegels lang,
stilte regeert tussen de tegels,
het bloed blijft verborgen achter de deuren.
De stilte komt van zover
en de pijn voel je als je wandelt
langs vijf tegels.
Niemand slaat met deuren of vensters.
Geen straatje licht, geen geluid.
Wat is hier gebeurd doorheen de dag?
Vannacht wachten we op hem,
hij schrijdt langs wonden en ketens.
De muziek zwelt in de stille gang
wanneer hij nadert.
Hij zwerft voorbij
de grenzen van Metropolis.
Geraard van Heusden
stilte regeert tussen de tegels,
het bloed blijft verborgen achter de deuren.
De stilte komt van zover
en de pijn voel je als je wandelt
langs vijf tegels.
Niemand slaat met deuren of vensters.
Geen straatje licht, geen geluid.
Wat is hier gebeurd doorheen de dag?
Vannacht wachten we op hem,
hij schrijdt langs wonden en ketens.
De muziek zwelt in de stille gang
wanneer hij nadert.
Hij zwerft voorbij
de grenzen van Metropolis.
Geraard van Heusden
ik ben in hout gevangen en vraag me
of er genoeg lood is om alle scheuren
in h et gekreukte papier te vullen
ik ben een stompje tussen duim en wijsvinger
de lange meester grijpt het boekje
"wat hebben we hier ?
gedichten, dames en heren
de jongen acht zich een dichter !"
lachen en wijzende vingers
wangen als oranje appels
ik verschuil me achter de pennenzak
bij een oude vriend, de vulpen
Geraard van Heusden
of er genoeg lood is om alle scheuren
in h et gekreukte papier te vullen
ik ben een stompje tussen duim en wijsvinger
de lange meester grijpt het boekje
"wat hebben we hier ?
gedichten, dames en heren
de jongen acht zich een dichter !"
lachen en wijzende vingers
wangen als oranje appels
ik verschuil me achter de pennenzak
bij een oude vriend, de vulpen
Geraard van Heusden
zaterdag 30 juni 2012
kan ik de dames van mijn verleden
nog vragen mijn leven te delen
hoeveel heb ik gevraagd
geen woord
en zinnen vol spijt heb ik geschreven
op de zerken van mijn bundels
de dames van mijn verleden zijn twee
echt onbereikbaar en vals in mijn armen
uit wolken gebouwd als spiegelbeeld
van hun vergiffenis
de valse zijn verdampt
uit ontsnapte alcoven
Geraard van Heusden
nog vragen mijn leven te delen
hoeveel heb ik gevraagd
geen woord
en zinnen vol spijt heb ik geschreven
op de zerken van mijn bundels
de dames van mijn verleden zijn twee
echt onbereikbaar en vals in mijn armen
uit wolken gebouwd als spiegelbeeld
van hun vergiffenis
de valse zijn verdampt
uit ontsnapte alcoven
Geraard van Heusden
Moeder Theresa leest een boek.
Het boek is een boom, elk blad een tak.
De bloesems zijn letters.
"Wil je geen tas thee?"
Je wilt nog zeggen :
"Laat ons het hierbij laten."
Doch warme thee laat ons niet onberoerd.
"Laat je maar gaan."
Doch fluistert Moedere Theresa :
"Laat ons het hierbij laten."
Een boek en een tas thee,
een boom achter de zon.
Elke tak staat vol bloesems,
je fluistert :
"Eén tas lust ik wel."
Geraard van Heusden
Het boek is een boom, elk blad een tak.
De bloesems zijn letters.
"Wil je geen tas thee?"
Je wilt nog zeggen :
"Laat ons het hierbij laten."
Doch warme thee laat ons niet onberoerd.
"Laat je maar gaan."
Doch fluistert Moedere Theresa :
"Laat ons het hierbij laten."
Een boek en een tas thee,
een boom achter de zon.
Elke tak staat vol bloesems,
je fluistert :
"Eén tas lust ik wel."
Geraard van Heusden
zondag 13 mei 2012
Cindy
je speelt met poppen
je lacht naar allen
mensen die je zeggen
"je speelt met poppen"
zelfs tussen de lakens
Cindy
je bent een reusin
kampioen onder allen
kampioen als student
je bent judo
zelfs onder de lakens
Tania
je bent me voor
bij elke dans een stap
voor op mijn geweten
je bent eerst en ik ook
tussen de lakens
Geraard van Heusden
je speelt met poppen
je lacht naar allen
mensen die je zeggen
"je speelt met poppen"
zelfs tussen de lakens
Cindy
je bent een reusin
kampioen onder allen
kampioen als student
je bent judo
zelfs onder de lakens
Tania
je bent me voor
bij elke dans een stap
voor op mijn geweten
je bent eerst en ik ook
tussen de lakens
Geraard van Heusden
dinsdag 3 april 2012
terug
Nu ik weer bier gedronken heb, valt het mij op hoe slecht mout en hop smaken. Het is echt een acquired taste.eigenaardig toch hoe we afhankelijk zijn van die smaak. Doch na een paar slokken schreeuwt het pallet om meer. Het is kwestie van te weten dat alles terug bij het oude is: eenstevige pint als aperitief wat lezen en eten en een pintje bij de beafsteack. Nu nog de namiddagpint en we zijn weer op pad
zondag 12 februari 2012
sigrun
Ik herinner me je lange zwarte haar
op de trappen van de Blandijn, je laarsjes.
Je bracht me zo dicht bij mijn woorden;
tijdens de dans bood je hand en lichaam.
Op de kermis droomde ik je speelse blik,
de lichten gingen uit van je stralende ogen.
Je was mijn hart en ik het jouwe;
op de brug aan het Duivelsteen kusten we.
Het was een zevenjarige roman.
Wat zei ik: "ik hou van je, ik zie je graag."
Het was een zevenjarige droom.
Al wat ik wil, is terugkeren.
Mijn lief heeft mijn hart gebroken,
haar brandende ogen hebben me verlaten
Geraard van Heusden
op de trappen van de Blandijn, je laarsjes.
Je bracht me zo dicht bij mijn woorden;
tijdens de dans bood je hand en lichaam.
Op de kermis droomde ik je speelse blik,
de lichten gingen uit van je stralende ogen.
Je was mijn hart en ik het jouwe;
op de brug aan het Duivelsteen kusten we.
Het was een zevenjarige roman.
Wat zei ik: "ik hou van je, ik zie je graag."
Het was een zevenjarige droom.
Al wat ik wil, is terugkeren.
Mijn lief heeft mijn hart gebroken,
haar brandende ogen hebben me verlaten
Geraard van Heusden
zaterdag 11 februari 2012
Ge zijt stenen
overwoekerd door
natte grond en mos;
doorkerfd met barsten
rood en diep
zoals ik vroeg
In de oranje grot
smelt de massa.
Mijn adem ontvouwt vorm.
Ik knip en draai
tot het breekbare bestaat.
Mijn pen neemt de massa,
letters ontvouwen woorden.
Ik schrap en schrijf
tot rust bestaat.
Mijn publiek, mijn zerken,
ik schrijf voor mijn hoofd
Geraard van Heusden
overwoekerd door
natte grond en mos;
doorkerfd met barsten
rood en diep
zoals ik vroeg
In de oranje grot
smelt de massa.
Mijn adem ontvouwt vorm.
Ik knip en draai
tot het breekbare bestaat.
Mijn pen neemt de massa,
letters ontvouwen woorden.
Ik schrap en schrijf
tot rust bestaat.
Mijn publiek, mijn zerken,
ik schrijf voor mijn hoofd
Geraard van Heusden
Honingbier heb je al geproefd
de rijke suikerige smaak grijpt je maag.
Sprankelend witbier ken je in putje zomer.
Over donker patersbier begluur je
je lief aan de rand van ranzig schuim.
Ik en mijn pint verstaan elkaar
in de massa alleen bij elkaar.
Ik nip even en hij groet
met wilde smaken:
bruin, amber of lichtend goud.
Bier is iets voor jou en mij
voor elk van ons die houden van
toog en glas innig omhelst.
Prins drinker, hef je glas
tot hoog boven de wolken.
Prijs de mout en de hop
als alles in je is.
Geraard van Heusden
de rijke suikerige smaak grijpt je maag.
Sprankelend witbier ken je in putje zomer.
Over donker patersbier begluur je
je lief aan de rand van ranzig schuim.
Ik en mijn pint verstaan elkaar
in de massa alleen bij elkaar.
Ik nip even en hij groet
met wilde smaken:
bruin, amber of lichtend goud.
Bier is iets voor jou en mij
voor elk van ons die houden van
toog en glas innig omhelst.
Prins drinker, hef je glas
tot hoog boven de wolken.
Prijs de mout en de hop
als alles in je is.
Geraard van Heusden
zaterdag 4 februari 2012
Ik ben vuur en vlam.
Je grootmoeder heeft me opgepookt
net voor het slapen gaan.
Ik sidder en schreeuw.
Ik spuug embers naar haar lakens
maar ze vatten geen vuur.
Tegen de ochtend zijn al mijn vlammen gestorven,
verdwenen in mijn buik.
Ik rommel wat en verschrompel,
tot oma me voedt met vers hout
en me tot leven pookt.
Geraard van Heusden
Je grootmoeder heeft me opgepookt
net voor het slapen gaan.
Ik sidder en schreeuw.
Ik spuug embers naar haar lakens
maar ze vatten geen vuur.
Tegen de ochtend zijn al mijn vlammen gestorven,
verdwenen in mijn buik.
Ik rommel wat en verschrompel,
tot oma me voedt met vers hout
en me tot leven pookt.
Geraard van Heusden
Ik blijk te verankeren
tot de schrijver die niemand leest.
Vroeger, toen de rokken hoepels waren
viel een woord en een blik met voldoening.
Ze spraken zonde lippen.
Op de violen van het balkon
zweefden geliefden onder moeders blik.
Moeder regelde alles,
tot vaders woede.
Nu zijn de rokken kort
en de blikken vaag.
De lippen spreken vaker.
Nog steeds spelen violen op het balkon
Geraard van Heusden
tot de schrijver die niemand leest.
Vroeger, toen de rokken hoepels waren
viel een woord en een blik met voldoening.
Ze spraken zonde lippen.
Op de violen van het balkon
zweefden geliefden onder moeders blik.
Moeder regelde alles,
tot vaders woede.
Nu zijn de rokken kort
en de blikken vaag.
De lippen spreken vaker.
Nog steeds spelen violen op het balkon
Geraard van Heusden
kaarsen
Moet ik leven
met je dagelijkse afwezigheid?
Kaarsen aan je voeten en je hoofd
heb ik langzaam ontstoken.
Ooit waren we samen
op de brug aan het Duivelsteen
maar vandaag komen de treurende
aan je jonge zerk.
Ik verstop mij en mijn tranen
achter de oude beuk
voorbij de tweede haag.
Ik heb kaarsen gezet
aan je voeten en je hoofd.
Zo vier ik je afwezigheid.
Geraard van Heusden
met je dagelijkse afwezigheid?
Kaarsen aan je voeten en je hoofd
heb ik langzaam ontstoken.
Ooit waren we samen
op de brug aan het Duivelsteen
maar vandaag komen de treurende
aan je jonge zerk.
Ik verstop mij en mijn tranen
achter de oude beuk
voorbij de tweede haag.
Ik heb kaarsen gezet
aan je voeten en je hoofd.
Zo vier ik je afwezigheid.
Geraard van Heusden
Abonneren op:
Posts (Atom)
-
Mijn blijvende indruk na deze dagen is natuurlijk de herinnering aan de laatste nacht. Zij overschaduwt alles zo erg dat ik niet echt meer w...
-
Hier is geen geluid Geen gelach of gehuil Alles is vredig Stil en kil Hier bestaat geen onvrede Alles slaapt Onder...
-
Het is juli en de lijken komen uit de kasten. Ze zweven rottend door de gangen van het werk en treiteren door hun bestaan alleen de leidingg...