Weer iemand
die het pad volgt
ik zit aan de rand
van de weg
en zie elk
weg wandelen
1 met één
2 met twee
en nu met 3
ben ik gevallen ?
is iemand
voorbij gereden ?
Hoe kom ik hier
tot stilstand
zonder kleur
Geraard van Heusden
Zoals elke juli
herdenk ik
de begrafenis van de Magnolia
aan de steen
was ze de eerste bloem
fier
verdreef ze de laatste kou
en dan
in de zomer
lag ze
gesneuveld rond de steen
een vierkant
een rechthoek
meisjes op de tram
ze schrikken van de baardige toerist
hij zoekt
het station
ze weten
niet meer
waar ze het gelegd hebben
ingetogen naast mij
op een overvolle bus
ziet een meisje
neus in boek
moeilijk te zien
wat ze leest
tussen St Pieters
en Veldstraat
heeft ze geen
pagina gedraaid
Staat alles
op de zelfde bladzijde ?
of is het een Ezel-lezer
vermomd als boek ?
hier vind ik
haar geest
of haar erfgenaam
lager dan de navel
staren
zoals steeds
gezichten
expressief in het rond
Wie kent haar ?
Wie ziet haar ?
ik
in alle geval
niet
hier beneden
tussen algen en schelpen
verschijnen
stijgende geheugens
vermomt als ideeën
of luchtbellen
dansen ze hoger
hier
- in mijn ziel -
kan ik niets horen of zien
toch
is er diepe rust
omdat alles
boven ontploft
aan de voeten van
Stephen Dedalus
ik keer terug
naar de bossen
in het wild verleden
vergeten zijn nu
de struiken
de vruchten
niemand plukt
kapotte herinneringen
mijn naam kerf ik
in een oude stronk
die vandaag
verbrand wordt
Ik ben
de wind dankbaar en
de lichte rokjes
geheim prijsgegeven
en snel wel
verborgen en gestreken
doch
zalige lijnen
welvingen
hebben mij blij gemaakt
hoewel
ze bloosde