woensdag 9 augustus 2017


Hoezeer              wens ik                 deze ochtend

Je portret te tekenen

Een paar lijntjes moeten volstaan

Om je donkere ogen te schetsen

Een mona-lisa-achtige glimlach

                Kan ik niet tekenen

(anders zou Da vinci geen genie zijn)



Ik schilder en teken de geestjes en engeltjes rond je hoofd



Alsof ze je niet deren

Leg je je donkere ogen in een boek

Een paar pagina’s wapperen door je fijne vingers



Hoezeer wil ik   deze ochtend    letters zijn

                               Zodat je mij zou lezen



Geraard van Heusden

De zondag brengt iedere week

Een koppel eitjes

Een pintje

Een wandeling



Wanneer het zonnetje straalt

Is de Kouter in bloemenpracht



Al was de nacht wild en dronken

                                                               De ochtend is stil

Het lijkt alsof de gehele wereld zedelijk leeft

En moeilijk wakker wordt

                                                               Dit kan zeker gezegd van de kelners van “Le pain quotidien”

Alles keen een eerste keer

                                                               Een eerste kus                 een eerste moord

Van daag is het de eerste keer dat ik een plankje krijg

In “le Pain quotidien”



Geraard van Heusden

Ridder geraard van Gent is de historische figuur : Ridder uit Gent, geboren ca 1200 en derde zoon van Bruggraaf Zeger[1] van Gent en vrouwe Beatrijs van Heusden. Hij is een trouw[2] ridder die ook op kruisvaart gaat (1235). Zijn eerste vrouw Margaretha van Saintpol verbouwt de krochte van de St janskerk[3]. Hij zelf bouwt er later het koor. Hij zou begraven liggen bij het hoogaltaar van deze krypte. Zijn vrouw werd begraven (volgens sommige bronnen) in de oostelijke kapel.

Hij is de derde zoon en heeft dus feitelijk quasi geen rechten. Wel laat hij van zich spreken in de strijd tussen Ferand van Pörtugal en de gravin van Vlaanderen. Hij  noemt zich de duivel [4]. Waarom is niet duidelijk. Hij had een donkere huidskleur, zeer zeldzaam op dat ogenblik. Via de magere bronnen is er een vermoeden dat hij een zoon had, geraard de moor (eveneens donker van huid). Deze zou in het zelfde graf begraven liggen.

Hij wil zich laten merken en gaat waarschijnlijk daarom op kruistocht (tijdens zijn afwezigheid werkt zijn vrouw aan de vermelde krypte) en is een getuige bij het verdrag van Compiègne (1237), het nieuw verdrag van graat Thomas (1244) en het verdrag van Parijs  (1245).

Zijn tweede huwelijk is met Elisabeth van Sloten een burgerdochter van een rijke koopman. Dit kan wijzen op zijn noodzaak aan geld.

Hij overleed op 25 augustus ca 1277

Hij spreekt een gekuist oud nederlands (Diets)



Geraard de Duivel is de volkse figuur, gebasseerd op de historische figuur maar gecriminaliseerd via de volksverhalen ondermeer opgesteld door Prudence van Duyse. Ook PaulKoecks verhalen brengen allerlei geweld aan het licht.

Zo wordt verteld dat zijn ouders hem naar het heilig land wouden sturen wegens zijn drieste aard. De volgende morgen wordt zijn vader gewurgd in zijn bed aangetroffen ; zijn moeder sterft van verdriet.

Het verhaal gaat de ronde dat hij zijn eerste vrouw (margaretha van Saint pol) zou hebben doodgeschopt. Echter had hij een erfgenaam nodig. Dus schaakte hij een tweede vrouw. Deze gaf hem een zoon (Geraard de moor, ook donker van huid).  Ondertussen gaat zijn leven met orgiën en brasprtijen.

Op het ogenblik dat zijn zoon een huwbaar meisje voorstelt wordt de vader ook verlekkerd op het kind. Na veel twisten stelt de vader voor te vertrekken tot na het huwelijk. Hij vraagt zijn zoon alle voorbereidingen te kontroleren aan de Rode toren (poort naar  Antwerpen aan de huidige Dampoort). De zoon vertrekt maar ruikt onraad[5]. Hij keert in het geheim terug naar het steen. De vader had een aantal rabauwen gehuurd om de zoon éénmaal boven in de toren in een zak te steken en in het water te werpen. Vader Geraard gaat kijkjen en de rabauwen steken een figuur die de trappen opkomt in een zak en smijten die in het water.

Weer een ander verhaal vertelt dat de tweede vrouw vlucht om haar zoon te beschermen. Jaren later bezoek de oude geraard de Kermis. Hij herkent zijn vrouw en schopt haar dood. Haar zoon neemt een hellebaard en vermoord woest de woesteling die hij niet herkent. De stadswachten nemen de jongeling gevangen en hij wordt veroordeeld. Hij wordt in een zak genaaid en in het water gesmeten.



Volgens een later boek zou Geraard een magische bloeddiamant veroverd hebben op een sultan in het heilige land. Hij liet de steen in zijn rechteroog naaien. In de jaren vijftig komt een ventje van 12 in het bezit van een plan naar het graf van Geraard (op de muide) Met een bende dieven gaan ze het lijk zoeken om de diamant. Geraard rijst uit zijn graf en laat de wateren rond de muide kolken. Allen komen om behalve de jongen. Deze is zo aangedaan dat hij met erge angsten opgenomen wordt in het instituut (Ghislain)[6]



Uit persoonlijke toevoeging kan het volgende gesteld worden :

In het kader van Live RPG rond vampieren werd Geraard geïnterpreteerd als een oude vampier die over Gent en Vlaanderen heerst en de vampieren in zijn hand houdt.Hij is de oudste en trekt in het geheim aan de touwtjes



Meerdere verhalen stellen dat hij en misschien ook zijn zoon nog steeds spoken in het Steen





[1] Het gaat om Zeger II of III die later ook Tempelier wordt.

[2] Dit wordt aangetoond door de geruchten dat op zijn riddergraf 4 honden (teken van trouw) lagen

[3] huidige St bavo kathedraal

[4] Gerardus Gandavo dictus diabolus

[5] zijn vader is nooit weggegaan.

[6] VAN RIJCKEGHEM J-CL & VAN BEIRS P : Duivelsoog, Facet, antwerpen, 2002

Ontsnapt aan de flesjes

                Zijn er   twee volwassenen         

                               Drie kinderen   

                               Één gebroken fles

Alles staat op de planken

                               Links achter

Mijn vader houdt de sleutel        en ondanks

                                                               Het gehuil van moeder

Opent hij de deur van de nis



Temidden van glasscherven ligt                mislukt experiment

                               N° 4

                                               Op het voorhoofd

Ze hebben het nooit getoond

                                                                               De anderen schamen zich

Glasscherven op de vloer

                                                               Iets is misgegaan



Het is mijn schuld niet



Vandaag shuivelen we de scherven

Morgen binden we de strijd aan

Het embryo moet groeien

Ik, ik weet het niet                                         het embryo is met verstomming geslagen



Geraard van Heusden

Laat ons samen de weg afdalen

Links is er de stad zelve                 rechts is al lang dood

Op iedere stap is er een antwoord



Waarom ?                           Daarom

Wie ?                                    Wel, … ikke

Waar ?                                 Nergens heen

Waarom ?                           Dat weet ik niet



Ik wandel vandaag          tot          vanavond

Vannacht wandel ik niet

Wie stapt met mij ??

                               Ooit wandelden we samen

                               Maar vandaag niet

Een wandeling van De Kouter tot het Zuid

Zonder stoppen, stap ik                en           niemand begrijpt me



Een wandeling van Gent naar Kortrijk

Zonder stoppen, stap ik                en           niemand begrijpt me



Een wandeling van Ninove naar Brussel

Zonder stoppen, stap ik                en           niemand begrijpt me



Mijn reizen zijn belangrijk                           maar niemand begrijpt me





Geraard van Heusden



Iedere dag opnieuw

                &

                Nacht

                                               Vecht ik tegen mijn demon

Elke straat is een hoek verder

                               Om  elke  hoek staat een demon

Een stap verder was jij                                                                 en even

                                                                                                                              Vergat ik mijn strijd

                                                                                                              (a shieldmaiden is more than a sword)

Bij elke tas koffie                                                                            begroet Hij mij

Glimlachend legt hij zijn Chapeau Buse naast mijn hoed

Hij streelt zijn sik                                                             ik hoop nog lang te leven

ik kan het niet helpen dat ik mezelf vervloekt heb

                                                                                              de lijken spreken mij tegen

                                                                                              telkens weer



Geraard van Heusden

woensdag 19 augustus 2015

al is het zomer
Doch vallen de bladeren
de boom aan mijn graf
is dood
vergiftigd
door onze scheiding
en lang reeds
zingen satyrs treurliederen
en vloeien de tranen
van witte dryades

Het was ik niet
Het was jij niet
we waren weg
van elkaar

Het is niemands schuld
doch mis ik je
Doch vallen bladeren
over mijn graf
en niemand
komt snikken

Geraard van HEusden
Ik ben helemaal alleen
nu
met letters en woorden

Hoezeer wil ik
weer letters en woorden
verbinden en vermoorden
tot één lijk
dat brandend
aan mijn zij ligt
ergens voorbij de gralslei

Weer wil ik
woorden op papier zetten
zomaar
uit roes geboren
om niets te doen
dan jou te bekoren

Maar je bent er niet
ik ben helemaal alleen
nu

Geraard van HEusden

zondag 15 februari 2015

Lichamen liggen verstrengeld
in was en paardenhaar
een koppel paart
een broze hand
ondersteunt de bekkens

Alles komt samen
in smeltkroesen van was
geen gezicht
enkel een lichaam

groots en vats
of teder en bemind

ik zag de dryade
ik word het beest

alles hervormt zich tot horens
twee vormen paren
onder was en paardenhaar

tot alleen
het gekreun blijft
onder een doornenkroon

Berlinde staat alleen
en naakt
haar hoofd in haren gedompelt

Zij weet waarom
Zij weet wat
want soms
begrijp ik haar niet

GEraard van Heusden
120 woorden
120 woorden zoeken
120 woorden vinden

en dan toch
lijdzaam toezien
ondanks alles
was ze een mooi meisje

zo lief
en onoplettend
dat elke dag
ik ook naast haar zat

ik beken
ik ben het
die haar betoverde
met 120 woorden

en vandaag
zwijgt iedereen
ik zoek
120 woorden
om bij haar terug te zijn

zo hard
en kosteloos dat ze zijn
mijn 120 woorden
zullen haar strelen
mijn hildeke

Geraard van Heusden
iedere familie
heeft hem of haar
een zotte tante
een zatte nonkel

Vandaag blijft niets over
de tantes en de nonkels
zijn dood

ik doe de zotskap aan
en verschijn als
de zatte nonkel

Ergens sta ik
zoals hij
handen vol vleugels
maar ik vlieg niet

Hoe is alles
zover kunnen komen
ik ben de zotte nonkel
en niemand die het merkt

Geraard van Heusden
ik kan me moeilijk
inbeelden dat mijn moeder
dood is

Doch ligt ze in een te kleine kist
voor het altaar

Al wie hier is
kent mij niet

Achter de kataphalk
loop ik alleen
trots en alleen

Ik alleen breng haar
een lofhuis van één stuk

Wat is er toch gebeurd
dat we vandaag treuren
aan een kleine kist

en mijn broer vraagt
"ligt ze daar nu in?"

ik verdenk mijn vader

Geraard van Heusden
Tora Tora Tora

je stond voor mijn deur
je fiere krukken op en topje

Niemand had me gezegd
dat in nog van Sigrun hield
dus ik liet je gaan
zonder enige woorden
zo voorbij mijn deur

Hoezeer wil ik nu huilen
dat ik je liet gaan

Beloftes en gekreun
heb ik nooit meegemaakt

ik liet je gaan

alsof ik naar een film wou kijken

Tora Tora Tora

en niets meer
waarom heb je niets gezegd

Geraard van HEusden