
zaterdag 27 maart 2010
dinsdag 9 maart 2010
twee vellen slapeloosheid
een fles vergetelheid
D I C H T E R S N A C H T
Langste nacht van het seizoen
zotte capriolen
op een maagdelijk
nachtelijk blad
woorden die morgen vergaan
woorden
onleesbare woorden
woorden
niets dan woorden
zonder betekenis
louter woorden
zotte capriolen
van inktpot tot papier
PAPIER zijt gij
en tot PAPIER zult gij
vergaan
vergeten
vervloeken
dichtersnacht
nachtrust
Vijf stappen
stappen naar ratio
ratio om morgen
morgendag
werkendag
realiteitsdag
andermansdag
D I C H T E R S N A C H T
een vertrekpunt
bij kaarslicht
Havenbaken
van dichtgeslipt Damme
gestorven haven
Gevallen vloeibaar lijk
vastgeankerd aan vandaag
voetboei van jeugdherinnering
Maar laat ons
vannacht
alles vergeten
Haal gouden wijn
Klinkend
als Guido’s schrijverken
door onze kristallen glazen
VANNACHT
is
D I C H T E R S N A C H T
Alleen pen ik
papier en mezelf
woorden mij
zullen triomferen van nachtelijk zwart
Geraard van Heusden
een fles vergetelheid
D I C H T E R S N A C H T
Langste nacht van het seizoen
zotte capriolen
op een maagdelijk
nachtelijk blad
woorden die morgen vergaan
woorden
onleesbare woorden
woorden
niets dan woorden
zonder betekenis
louter woorden
zotte capriolen
van inktpot tot papier
PAPIER zijt gij
en tot PAPIER zult gij
vergaan
vergeten
vervloeken
dichtersnacht
nachtrust
Vijf stappen
stappen naar ratio
ratio om morgen
morgendag
werkendag
realiteitsdag
andermansdag
D I C H T E R S N A C H T
een vertrekpunt
bij kaarslicht
Havenbaken
van dichtgeslipt Damme
gestorven haven
Gevallen vloeibaar lijk
vastgeankerd aan vandaag
voetboei van jeugdherinnering
Maar laat ons
vannacht
alles vergeten
Haal gouden wijn
Klinkend
als Guido’s schrijverken
door onze kristallen glazen
VANNACHT
is
D I C H T E R S N A C H T
Alleen pen ik
papier en mezelf
woorden mij
zullen triomferen van nachtelijk zwart
Geraard van Heusden
vrijdag 26 februari 2010
donderdag 14 januari 2010
problemen
Gezien mijn PC op twee fronten tegelijk de geest heeft gegeven zal ik mijn "blog" meer gebruiken om van alles op te slaan.
dinsdag 29 december 2009
Sinds ik in de wijk woon en het financieel wat beter stel, ga ik regelmatig in de boekenwinkel binnen. Een winkel, een presschop en een koffiezaak; heerlijke combinatie. Eerst tracht je op de lotto te winnen en met de verhoopte winst koop je belangrijke lectuur. Wachtend op de resultaten begraaf je je in de boeken achter een cappuccino. Later in de avond verdrink je je lotto-falen in de zelfde stoel bij een Orval.
Groot voordeel van de winkel is de juffrouw. Hemels lief en bijna even aantrekkelijk. Soms lijkt er iets mis maar dat maakt haar des te mooier.
Het is kinderlijk en puberaal maar ik ga regelmatig eens kijken of ze er is. Meestal zit ze achter de PC, achter in de winkel. Ik check dan boeken die er niet zijn. Soms zoek ik speciaal een paar ISBNnummers om bij haar te zijn. We praten over boeken, bundel en zoektochten naar letters.
Vandaag ben ik erg geschrokken. Ze verlaat haar post achter het scherm en poneert zich voor mij; één en al buik. Niet de buik waarvoor je giftige blikken of opmerkingen krijgt. Maar een buik die glimlachende felicitaties uitlokt. Triomfantelijk zwanger staat ze daar en ze weet niet dat haar overwinning mijn nederlaag betekent.
Dus besluit ik mijn falen te verdrinken in de zelfde stoel achter een Orval (waarschijnlijk meerdere Orvaux). Ik wou haar uitnodigen voor een cappuccino, geschonken met kussende lippen.
Groot voordeel van de winkel is de juffrouw. Hemels lief en bijna even aantrekkelijk. Soms lijkt er iets mis maar dat maakt haar des te mooier.
Het is kinderlijk en puberaal maar ik ga regelmatig eens kijken of ze er is. Meestal zit ze achter de PC, achter in de winkel. Ik check dan boeken die er niet zijn. Soms zoek ik speciaal een paar ISBNnummers om bij haar te zijn. We praten over boeken, bundel en zoektochten naar letters.
Vandaag ben ik erg geschrokken. Ze verlaat haar post achter het scherm en poneert zich voor mij; één en al buik. Niet de buik waarvoor je giftige blikken of opmerkingen krijgt. Maar een buik die glimlachende felicitaties uitlokt. Triomfantelijk zwanger staat ze daar en ze weet niet dat haar overwinning mijn nederlaag betekent.
Dus besluit ik mijn falen te verdrinken in de zelfde stoel achter een Orval (waarschijnlijk meerdere Orvaux). Ik wou haar uitnodigen voor een cappuccino, geschonken met kussende lippen.
Er zij meerdere dromen die elk hun gezicht in goud en angst waard zijn. Zo zijn er echte nachtmerries of heerlijke fantasmagorieën.
Weliswaar herinner ik me
“Ik was al lang op haar verliefd. S. Kwam tijdens mijn licenties als een stralend licht tussen mijn thesis en mijn vrienden. Ze was zo mooi, zo vrolijk.
We gingen samen naar de kermis en genoten van smoutebollen. Lichtjes omkransten haar als een goedkope jaren 50 madonna uit Lourdes. Zo simpel, zo aantrekkelijk. Bij prof. M. zaten we dan achteraan de klas en gniffelden in het uitzicht van de avond en de nacht. Zalig warm met beide armen en alle vingers verstrengeld. ’s Ochtends besloten we zomaar de trein te nemen naar zee. In de wind worstelden we met zand en met elkaar. Ze zocht schelpen en zilverschuim op de kering van de golven. Terug in Gent liet ze de schelpjes en een tas boven mijn radiator en haar trui op de zetel. Mijn studentenkamer kwam plots tot leven in de pastelkleuren bij valavond. Ze verliet me voor haar eigen kamer. Er wachtte nog werk aan een thesis.”
De volgende ochtend zocht ik wenend en te vergeefs haar trui en de schelpen. Ze zat niet naast mij bij Prof M.
Weliswaar herinner ik me
“Ik was al lang op haar verliefd. S. Kwam tijdens mijn licenties als een stralend licht tussen mijn thesis en mijn vrienden. Ze was zo mooi, zo vrolijk.
We gingen samen naar de kermis en genoten van smoutebollen. Lichtjes omkransten haar als een goedkope jaren 50 madonna uit Lourdes. Zo simpel, zo aantrekkelijk. Bij prof. M. zaten we dan achteraan de klas en gniffelden in het uitzicht van de avond en de nacht. Zalig warm met beide armen en alle vingers verstrengeld. ’s Ochtends besloten we zomaar de trein te nemen naar zee. In de wind worstelden we met zand en met elkaar. Ze zocht schelpen en zilverschuim op de kering van de golven. Terug in Gent liet ze de schelpjes en een tas boven mijn radiator en haar trui op de zetel. Mijn studentenkamer kwam plots tot leven in de pastelkleuren bij valavond. Ze verliet me voor haar eigen kamer. Er wachtte nog werk aan een thesis.”
De volgende ochtend zocht ik wenend en te vergeefs haar trui en de schelpen. Ze zat niet naast mij bij Prof M.
zaterdag 14 november 2009
Ik herinner je lange zwarte haar,
je ingebonden laarsjes
op trappen van Blandijn.
Je geurde naar zoethout en thee
en liet je lokken door mijn vingers glijden.
Het is een zevenjarige droom
Wat heb ik toen gezegd :
“Ik hou van je, ik zie je graag.”
aan jou en je speelse blik
Het is een zevenjarige roman.
Ik herinner tranen in Antwerpen,
koorts in Brussel.
Mijn cola voluit over de zieltogende tafel,
het afscheid in gezonken en je woorden van pijn.
Je grote natte ogen brandden me.
Ik zou je kunnen toedichten
maar dichters worden uit de hemel geweerd
en in de hoek gedreven.
En vandaag zeggen ze :
“Ze is lelijk geworden.”
Geraard van Heusden
je ingebonden laarsjes
op trappen van Blandijn.
Je geurde naar zoethout en thee
en liet je lokken door mijn vingers glijden.
Het is een zevenjarige droom
Wat heb ik toen gezegd :
“Ik hou van je, ik zie je graag.”
aan jou en je speelse blik
Het is een zevenjarige roman.
Ik herinner tranen in Antwerpen,
koorts in Brussel.
Mijn cola voluit over de zieltogende tafel,
het afscheid in gezonken en je woorden van pijn.
Je grote natte ogen brandden me.
Ik zou je kunnen toedichten
maar dichters worden uit de hemel geweerd
en in de hoek gedreven.
En vandaag zeggen ze :
“Ze is lelijk geworden.”
Geraard van Heusden
Ochtend
Het licht waait door de gordijnen,
glijdt over de vloer.
Een dag wekt ons.
Ik veronderstel je,
de glooiing van gisteren.
Even wimperkijken.
Je bent een vorm onder de lakens,
een witte aanwezigheid.
Een zwaan rust uit
op het gerimpelde water,
zweeft zedig over de spiegel.
Je bent een zwaan,
zedig wit geborgen tussen mijn armen.
Dan spreidt je de vleugels,
wit en wild in de badkamer.
Je verdwijnt.
Je bent veranderd
nooit hier, altijd elders.
Geraard van Heusden
Het licht waait door de gordijnen,
glijdt over de vloer.
Een dag wekt ons.
Ik veronderstel je,
de glooiing van gisteren.
Even wimperkijken.
Je bent een vorm onder de lakens,
een witte aanwezigheid.
Een zwaan rust uit
op het gerimpelde water,
zweeft zedig over de spiegel.
Je bent een zwaan,
zedig wit geborgen tussen mijn armen.
Dan spreidt je de vleugels,
wit en wild in de badkamer.
Je verdwijnt.
Je bent veranderd
nooit hier, altijd elders.
Geraard van Heusden
maandag 12 oktober 2009
Stotterend stopt de trein naar Brugge aan perron 9. Margaretha stapt af en de stoom slaat in haar gezicht. Het korte haar wordt wispelturig. Ze slaat een paars manteltje om en snelt de trappen af. Ze draagt een tapijten tas met uniform en basis benodigdheden. De reistas is wat zwaarder dan gedacht. Tussen de werken zoekt ze haar weg. Gent St Pieters ziet er helemaal anders uit. Het wordt moeilijk om juist de weg te vinden. Maar ze laat zich niet van haar stuk brengen. Vastberaden stapt ze naar de zware geüniformeerde man.
“Excuseer, kent u de Institut Moderne?”
De treinchef krabt in zijn grijzend baardje. Blijkbaar is hij even streng als dat hij eruit ziet. “Uit het station, eerste straat links”.
Buiten zijn de straten warrig met kranen en tractoren. De stank van de machines grijpt haar naar de keel. Haar vurige ogen staren door de wolken stof en herkennen inderdaad een straat wat verder links. Voorbij het cafeetje is er een straat met bomen langs de hangars van de post en de sporen. Langs de stenen afsluiting van de werken zoekt ze haar weg naar het Instituut. Voorzichtig ontwijkt ze plassen en modderpoelen. Het zou zonde zijn met gemodderde schoenen te verschijnen op haar voorstelling.
De hoofdgeneesheer heeft gezegd “Biedt u eerst aan, later zullen ze uw taken verduidelijken.” Margaretha is zeer benieuwd naar de nieuwe omgeving. De ontdekkingen in de geneeskunde boeien haar sinds jongsaf. Ze zal nu de Gentse beroemdheden bijstaan bij allerlei operaties. Dankzij haar sterk karakter verdraagt ze het schreeuwen van pijn en het bloed.
Boven pakken inktzwarte wolken samen. Hoog en grijs tekent het gebouw zich af. De letters zijn verweerd en de trappen uitgesleten. Ze beklimt rustig en nerveus de ingangstrappen. Na de deur wacht een golf van chloroform en ether. De gang is blinkend marmer en hout. Links merkt ze een onthaalkantoor.
De plooien van haar rok gladstrijken en met een stevige druk opent ze het deurtje.
“Goede avond, ik ben Margaretha Van Paulo.”
De secretaresse heft haar gekruld hoofd en bekijkt haar traag van kop tot teen. “En dan?”
“Ik moest me aanbieden voor de post van hoofdverpleegster chirurgie.”
“Vul dan maar deze in” Ze schuift Margaretha een bundeltje papieren toe. “Bent u al gehuisvest?”Daar heeft Margaretha niet aan gedacht. Het is het laatste in haar overvolle hoofd. Nu de secretaresse het vraagt, begint ze erover te piekeren. Licht fronsrimpels verschijnen op haar hoge voorhoofd.
“Excuseer, kent u de Institut Moderne?”
De treinchef krabt in zijn grijzend baardje. Blijkbaar is hij even streng als dat hij eruit ziet. “Uit het station, eerste straat links”.
Buiten zijn de straten warrig met kranen en tractoren. De stank van de machines grijpt haar naar de keel. Haar vurige ogen staren door de wolken stof en herkennen inderdaad een straat wat verder links. Voorbij het cafeetje is er een straat met bomen langs de hangars van de post en de sporen. Langs de stenen afsluiting van de werken zoekt ze haar weg naar het Instituut. Voorzichtig ontwijkt ze plassen en modderpoelen. Het zou zonde zijn met gemodderde schoenen te verschijnen op haar voorstelling.
De hoofdgeneesheer heeft gezegd “Biedt u eerst aan, later zullen ze uw taken verduidelijken.” Margaretha is zeer benieuwd naar de nieuwe omgeving. De ontdekkingen in de geneeskunde boeien haar sinds jongsaf. Ze zal nu de Gentse beroemdheden bijstaan bij allerlei operaties. Dankzij haar sterk karakter verdraagt ze het schreeuwen van pijn en het bloed.
Boven pakken inktzwarte wolken samen. Hoog en grijs tekent het gebouw zich af. De letters zijn verweerd en de trappen uitgesleten. Ze beklimt rustig en nerveus de ingangstrappen. Na de deur wacht een golf van chloroform en ether. De gang is blinkend marmer en hout. Links merkt ze een onthaalkantoor.
De plooien van haar rok gladstrijken en met een stevige druk opent ze het deurtje.
“Goede avond, ik ben Margaretha Van Paulo.”
De secretaresse heft haar gekruld hoofd en bekijkt haar traag van kop tot teen. “En dan?”
“Ik moest me aanbieden voor de post van hoofdverpleegster chirurgie.”
“Vul dan maar deze in” Ze schuift Margaretha een bundeltje papieren toe. “Bent u al gehuisvest?”Daar heeft Margaretha niet aan gedacht. Het is het laatste in haar overvolle hoofd. Nu de secretaresse het vraagt, begint ze erover te piekeren. Licht fronsrimpels verschijnen op haar hoge voorhoofd.
Abonneren op:
Posts (Atom)