donderdag 5 juli 2012

De gang is lang, vijf tegels lang,
stilte regeert tussen de tegels,
het bloed blijft verborgen achter de deuren.
De stilte komt van zover
en de pijn voel je als je wandelt
langs vijf tegels.

Niemand slaat met deuren of vensters.
Geen straatje licht, geen geluid.
Wat is hier gebeurd doorheen de dag?

Vannacht wachten we op hem,
hij schrijdt langs wonden en ketens.
De muziek zwelt in de stille gang
wanneer hij nadert.
Hij zwerft voorbij
de grenzen van Metropolis.

Geraard van Heusden
ik ben in hout gevangen en vraag me
of er genoeg lood is om alle scheuren
in h et gekreukte papier te vullen
ik ben een stompje tussen duim en wijsvinger

de lange meester grijpt het boekje
"wat hebben we hier ?
gedichten, dames en heren
de jongen acht zich een dichter !"
lachen en wijzende vingers
wangen als oranje appels

ik verschuil me achter de pennenzak
bij een oude vriend, de vulpen

Geraard van Heusden
Ze zeggen dat
het nooit zal gebeuren
en toch denk ik
dat het ooit zal zijn
en zelfs zeggen ze
dat het er nooit komt
weet ik
dat het er ooit zal zijn
misschien niet nu
maar waarschijnlijk later
als ik dood ben

Geraard van Heusden

zaterdag 30 juni 2012

kan ik de dames van mijn verleden
nog vragen mijn leven te delen
hoeveel heb ik gevraagd
geen woord
en zinnen vol spijt heb ik geschreven
op de zerken van mijn bundels

de dames van mijn verleden zijn twee
echt onbereikbaar en vals in mijn armen
uit wolken gebouwd als spiegelbeeld
van hun vergiffenis

de valse zijn verdampt
uit ontsnapte alcoven

Geraard van Heusden
Moeder Theresa leest een boek.
Het boek is een boom, elk blad een tak.
De bloesems zijn letters.

"Wil je geen tas thee?"
Je wilt nog zeggen :
"Laat ons het hierbij laten."
Doch warme thee laat ons niet onberoerd.
"Laat je maar gaan."

Doch fluistert Moedere Theresa :
"Laat ons het hierbij laten."
Een boek en een tas thee,
een boom achter de zon.

Elke tak staat vol bloesems,
je fluistert :
"Eén tas lust ik wel."

Geraard van Heusden

zondag 13 mei 2012

Cindy

je speelt met poppen

je lacht naar allen

mensen die je zeggen

"je speelt met poppen"

zelfs tussen de lakens


Cindy

je bent een reusin

kampioen onder allen

kampioen als student

je bent judo

zelfs onder de lakens


Tania

je bent me voor

bij elke dans een stap

voor op mijn geweten

je bent eerst en ik ook

tussen de lakens


Geraard van Heusden

dinsdag 3 april 2012

terug

Nu ik weer bier gedronken heb, valt het mij op hoe slecht mout en hop smaken. Het is echt een acquired taste.eigenaardig toch hoe we afhankelijk zijn van die smaak. Doch na een paar slokken schreeuwt het pallet om meer. Het is kwestie van te weten dat alles terug bij het oude is: eenstevige pint als aperitief wat lezen en eten en een pintje bij de beafsteack. Nu nog de namiddagpint en we zijn weer op pad

zondag 12 februari 2012

sigrun

Ik herinner me je lange zwarte haar
op de trappen van de Blandijn, je laarsjes.
Je bracht me zo dicht bij mijn woorden;
tijdens de dans bood je hand en lichaam.

Op de kermis droomde ik je speelse blik,
de lichten gingen uit van je stralende ogen.
Je was mijn hart en ik het jouwe;
op de brug aan het Duivelsteen kusten we.

Het was een zevenjarige roman.
Wat zei ik: "ik hou van je, ik zie je graag."
Het was een zevenjarige droom.

Al wat ik wil, is terugkeren.
Mijn lief heeft mijn hart gebroken,
haar brandende ogen hebben me verlaten

Geraard van Heusden

zaterdag 11 februari 2012

Ge zijt stenen
overwoekerd door
natte grond en mos;
doorkerfd met barsten
rood en diep
zoals ik vroeg

In de oranje grot
smelt de massa.
Mijn adem ontvouwt vorm.
Ik knip en draai
tot het breekbare bestaat.

Mijn pen neemt de massa,
letters ontvouwen woorden.
Ik schrap en schrijf
tot rust bestaat.

Mijn publiek, mijn zerken,
ik schrijf voor mijn hoofd

Geraard van Heusden
hoeren en waterlanders
zij zijn de enige op straat
wanneer ik naar huis ga

ik zie elke scheve blik
en ruik goedkoop parfum

ze zwaaien me na
en lokken me binnen
naar pluche en champagne

de nacht is jong
en de bubbels springlevend

Geraard van Heusden
Honingbier heb je al geproefd
de rijke suikerige smaak grijpt je maag.

Sprankelend witbier ken je in putje zomer.

Over donker patersbier begluur je
je lief aan de rand van ranzig schuim.

Ik en mijn pint verstaan elkaar
in de massa alleen bij elkaar.
Ik nip even en hij groet
met wilde smaken:
bruin, amber of lichtend goud.

Bier is iets voor jou en mij
voor elk van ons die houden van
toog en glas innig omhelst.

Prins drinker, hef je glas
tot hoog boven de wolken.
Prijs de mout en de hop
als alles in je is.

Geraard van Heusden

zaterdag 4 februari 2012

Ik ben vuur en vlam.
Je grootmoeder heeft me opgepookt
net voor het slapen gaan.

Ik sidder en schreeuw.
Ik spuug embers naar haar lakens
maar ze vatten geen vuur.

Tegen de ochtend zijn al mijn vlammen gestorven,
verdwenen in mijn buik.
Ik rommel wat en verschrompel,
tot oma me voedt met vers hout
en me tot leven pookt.

Geraard van Heusden
Ik blijk te verankeren
tot de schrijver die niemand leest.

Vroeger, toen de rokken hoepels waren
viel een woord en een blik met voldoening.
Ze spraken zonde lippen.

Op de violen van het balkon
zweefden geliefden onder moeders blik.
Moeder regelde alles,
tot vaders woede.

Nu zijn de rokken kort
en de blikken vaag.
De lippen spreken vaker.

Nog steeds spelen violen op het balkon

Geraard van Heusden