Mijn stad
Mijn land
Mijn eeuw
Is overgeleverd
aan de handen
Van de weglanders
Zij brengen schielijk
eenzaamheid
Fort en Burg
Zijn overwoekerd
Er is niemand
Die ik ken
Nu of gisteren
Het zijn allemaal
Voorbijgangers
Geraard van
Heusden
Uit de hoeken van
mijn ogen
Zie ik meer
dan in mijn
herinneringen
gedaantes zweven
roodzijdig langszij
Ridders en kollen
Bevolken de
uithoeken
De zwarte heer
Wacht nog steeds
op zijn offer
De dagen zijn te
lang
Niemand durft
slapen
Wie is het offer
Wie is de zwarte
Heer
Bij valavond
zweven we langszij
Geraard van
Heusden