De nacht is nog niet weggetrokken als ik uit de tram stap. De koude wind slaat me in het gezicht. Hoewel vroeg, scheuren de auto’s en bussen al lang door de
gigantische lanen. Het hoofdgebouw tekent zich dreigend af tegen de beginnende grijste. Tussen de straat en het kantoor is er de muur en het draaihekken, dat
elke week wel eens kreunend sterft. Maar vandaag niet. Gelukkig maar. Ik stap gezwind naar ons gebouw binnen het complex. De witte trappen op. De zaal is nog
donker en vage schaduwen dansen tussen de boeken. Ik knip het licht aan, de magie verdwijnt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten