zaterdag 21 juni 2025

 



Toen was er

Krampus

De duivel

Die iedereen verwachtte

 

Hoopvol naar zijn karmijnen stop

Klam op het ijs

Gloeiende ogen in de nacht

 

Iedereen verborg zich

Hopen op een glimp

 

Ijzig gelach overstemde

Rauw gekrijs

Wanneer

 

Iemand gegrepen werd

 

Geraard van Heusden


 



Is de schilderij afgewerkt

Heeft de schilderij afgedaan

 

Nu nog een voorzichtige

Stippellijn

Onder het vroege rood

Boven het grijze nu

 

Even kijken

 

Niets te zien

 

Geen lege bladen meer

Alle figuren

Zijn gevat

 

 

Geraard van heusden


 



Moet ik alles duiden

Verklaren

Aan elk

Die snuistert bij mij

 

Bij elk ding

Een kaarjte

Met duidelijk geschrift

En een rood lint

Zoals in de Belle Epoque

 

Moet verklaren

Wat wel

Wat niet

 

Of laat ik 

Iedere ongenodigde

Raden wat of wie

Dit of dat is

 

 

Geraard van Heusden


 



Nu wandel ik

Zot van weg

Weg van zot

Tussen onbegrepen piramides

Elke schaduw is welkom

Niet is bekend

 

Elke steen of muur

Is verzakte

In een moeras van vragen

 

Hoewel ik de sleutels heb

Is er nergens een huis of een deur

 

Geraard van heusden


vrijdag 13 juni 2025

 



Zijn het

De eerste stormen

Die me doen varen

Met Jules Verne

Of

Is het het eolische ijs

Van gisteren

Dat me wegduwt

 

Zijn het

De vallende bladeren

Die me

In bed doen kruipen

Met Jane Austen

 

Het zijn de donkere dagen

Dat ik te trots ben

Haar als fan te aanvaarden

 

Zijn er te veel

Vooroordelen

Over wat toen gebeurde

                Lang geleden

 

 

Geraard van Heusden


 



TAPIJT

 

Dit is zo lang gelden

 

Op en neer de naald

En dan aanhalen

Maar niet te hard

Elke kleur net wat anders

 

Traag groeit

Een tekening

Een rust

 

Tussen elke herhaling

Van naald en draad

Groeit een tekening

                Misschien niet

 

Ik hoop het

En zij

Droomt van Bayeux

 

Geraard van Heusden


 



Daar wil ik niet

Teruggaan

Her en der

Liggen pijnlijk gezwollen

Herinneringen in ontbinding

 

Alsof niemand

Het offer bracht dat ze vroegen

Alsof niemand

Hen deftig begroef

 

Meerdere vlekken drijven

Enkel de moeraspoelen aan Denderzijde

Ken ik

 

Maar ik weet

-tranen in de ogen-

Al te goed

Wat ze waren

 

Geraard van Heusden


 



TANTE M

 

 

Aan het kleine kruispunt

Zat, parmantig

Een zwarte kat

Met gele ogen

Met gele strik

 

Hij stond naast de taverne

Bij de lading bier

 

Alsof hij

Na al die jaren

Goesting had in een pintje

 

Eentje voor mij

Eentje voor hem

Eentje voor haar

 

Die ik daar zo zie

 

Geraard van Heusden


 



Mijn beuk

 

Verscholen onder zijn takken

Zat ik vaak

Beschermd en weg

 

We hebben hem verlaten

 

Zijn takken werden nutteloos

 

Nooit heeft hij

Ons verraad overleefd

 

En langzaam

Slikt hij zijn tranen

 

Tot ze zijn hart

Uitvraten.

 

Geraard van Heusden

 


 


De botsing met gisteren

Heb ik niet overleefd

De schok was té

 

De vlammen van mijnentwege

Werden overwoekerd

Door haar ongeloof

 

Alles is sterk

Dus

Maak ik

Van het verleden

Mijn Verleden

 

Dan niemand kent

 

Geraard van Heusden