woensdag 20 augustus 2014

het kieken 3

11
Verbaasd door de stilte gebroken door een duidelijk antwoord,
“Zonder twijfel” zei ik “wat het spreekt is enkel geheugen
geleend van een ongelukkige boer wiens ramp
snel volgde en sneller nog tot één woord
tot de hennen hun hoop uiten in melancholie
            als kukeleku

12.
Maar het kieken veranderde mijn hongerige maag in een glimlach
Recht tegenover zette ik een stoel voor kip, inktpot en keuken.
Op het hout zittend, benam ik mij tot denken,
leuk tot leuk, denken wat deze vette kip –
wat dit wit ongepluimd voedselrijk beest
            bedoelde met kukeleku

13.
Zo zat ik denkend, geen woord
Aan het beest wiens ogen brandden tot in mijn maag
Dit en meer zat ik denkende, mijn hoofd ter ruste
Op het vloeren kleed van een kussen met licht erover
Niets meer dan een kleed van een kussen met licht erover
            Ze zal weerdrukken, oh, Kukeleku

14.
Doch methodisch werd de lucht zwaar, onder ongekende wierrook
Verdeeld door een engeltje licht tredend op de tapijten vloer
“Beest” riep ik “Wat heeft God u gelaten – door engelen gestuurd
Rust – spijt en Absint vanwege de herinnering aan Choco
Drink, oh, drink deze lieve Absint en vergeet de Choco!”
            Kakelde de kip “Kukeleku”

15.
“Profeet” zie ik, “kwaad ding! – stille profeet, als vogel of duivel
Als door storm gezonden, of door storm hier aan land gespoeld,
Verlaten maar ongezocht, in deze verlaten lege keuken –
Op dit pijnlijk leeg huis – zeg me, ik smeek –
Is er – is er boter in de ijskast – zeg me – zeg me ik smeek
            Kakelde de kip “Kukeleku”

Geen opmerkingen: