woensdag 20 augustus 2014

het kieken vrij naar EA Poe

1
Eens tijdens een slaaploze nacht toen ik verstrooid las
in oude en stoffige jommekes vol vergeten kennis,
zo ik dommelde schuddebolde, hoorde ik een grol
alsof iemand in mijn donderde voorbij mijn kamer.
“’t Is mijn maag” wekte ik “mijn maag die grolt”.
            Dat alleen en niets meer.

2
Nu ik eraan denk, het was bijna juni
en elke cursus duwde zijn blok over de vloer.
Zo erg verstond ik de nacht – ik zocht de slaap
in mijn jommekes – denkend aan chocolade,
de zeldzame en heerlijk pot die d’Engelen choco noemen ;
            nergens hier en nergens daar.

3
En elke geeuw, elk drugsspeeksel
vulde en bebouwde me met goesting nooit gevoeld.
Zo erg dat om mijn maag te stillen ik herhaalde
“We zullen een pak friet binnen halen.”
Gewoon een kleintje met tartaar.
            Dat zal helpen en niets meer.

4
Ogenblikkelijk werd mijn pijn groter, ik twijfelde niet :
“maag” zei ik “ of lever, uw barmhartige vergiffenis smeek ik.
Feit is dat ik dommelde en u zo rustig rommelde
zo vaag brulde u, grolde u in mijn buik
dat ik u amper herkende”. Nu opende ik de frigo,
            confituur daar en niet meer

5
Diep staarde ik in de ijskast, lang vroeg ik me af,
twijfelend, nadenkend zoals niemand ooit nadacht.
Maar de leegte was pertinent en de stilte bewoog niet ;
het enige woord gesproken was het gefluister “chocolade”.
Zo fluisterde ik en de echo weerkaatste “chocolade”,
            enkel dit en niets meer.

Geen opmerkingen: