vrijdag 1 april 2011

water

De roep om heengaan
klettert in een koekjestrommel,
sterker dan
de schreeuw om te blijven.

Een glas struikelt
de golf bezit het blad.
De letters, netjes gezet,
breken uit hun strakke lijnen.

Golven slaan toe
op de woorden,
vormen bloemen
van waaiende inkt.

Alles is ijdel:
de gebroken tekst
wordt kunst

Een ongeluk komt nooit alleen

Geraard van Heusden

zondag 27 maart 2011

Sigrun

Ik herinner je lange zwarte haar,
je ingebonden laarsjes
op trappen van Blandijn.
zoethout en thee
je lokken door mijn vingers.

Het is een zevenjarige droom.

Wat heb ik toen gezegd :
“Ik hou van je, ik zie je graag.”
aan jou en je speelse blik.

Het is een zevenjarige roman.

Ik herinner tranen in Antwerpen,
koorts in Brussel.
Mijn cola voluit over de zieltogende tafel,
het afscheid ingezonken en je woorden van pijn.
Je grote natte ogen brandden me.

Je zit aan de piano
je bent zwanger.

Ik zou je kunnen toedichten
maar dichters worden uit de hemel geweerd
en in de hoek gedreven.

En vandaag zeggen ze :
“Ze is lelijk geworden.”

Geraard van Heusden

zondag 20 maart 2011

ijdel

Hoe vluchtig is alles. Een glas water struikelt en vloeit over het papier. De pennestreken die zorgvuldig uitgedokterd waren, breken op de kleine golven. Ook de letters die ongevormd te snel uit de pen kwamen sterven een uitgelopen dood in deze minitsunami. Hoe ijdel is alles wanneer de doodgevloeide inkt een waarde op zich blijkt. De uitgewaaierde zwarte kleuren en vormen zijn meer dan louter vlekken. Uit de letters groeien andere betekenissen. Een ongeluk komt nooit alleen.

donderdag 17 maart 2011

Schrijven

Schrijven, heb ik geleerd van Jef Geraerts, is een lastig beroep. Je staat op en staart naar je voeten. De schrijftafel is niet ver, maar het resultaat dat je wenst is des te verder.
En zo moet het gebeuren, zei ook Geraard Walschap, dat je elke dag schrijft. Al is het totale nonsens; iedere dag moet je schrijven. De daad van de pen in de inktpot en de letters op papier moet in de pols zitten.
Zonder nadenken gewoon schrijven wat uit je hoofd via de pen op het papier vloeit. Want papier zijt gij en tot papier zult ge vergaan, vervloeken, verslinden.
Papier verslinden is wat de schrijver doet. Al is het proza of poëzie of iets daartussen. Papier en inkt zijn de levensmiddelen van de schrijver. Menig is reeds overgestapt op klavier en scherm. Toch bestaat er nog zoiets als de daad van het schrijven. Het gevoel van zwaar papier met moeilijk leesbaar geschrift.
Naarmate ik schrijf wordt mijn geschrift moeilijk leesbaar. Eerst worden de letters en de woorden nog met aandacht van de geest op papier gezet. Snel ontsnapt de geest aan de trage daad, ondermijnd door de inktpotgang. De letters en woorden struikelen over elkaar in hun haast tot betekenis te komen.

Dit alles tegen een achtergrond van koffie en stoppen met roken.

vrijdag 28 januari 2011

tikkel takkel tik
tokkel takkel tok
naaldhakken
lopen breiend langs de graslei

humpapa humpapa
macho's marcheren maf
van het citadelpark
tot de ajuinlei

de grootmoeders tonen
hun knoestige knieën
op de korenmarkt
de vette kuiten blinken

de bloempotten aan het Zuid
zijn slapende gargoyles
de gargoyels aan St-Baafs
zijn versteende burgemeesters

in deze hitte
wandelen de meisjes schaars
halfnaakt langs de terrassen
en liggen
schaars gekleed in het park
heeft hun chaperone nooit gezegd :
"Als ge niet wilt dat de jongens kijken, draag dan nen pattattenzak"

en alles vloeit samen in de Leie


Geraard van Heusden

zondag 23 januari 2011

kom gewoon buiten
want
wie niet gezien is, is weg

laat de anderen dan feesten
aan mijn grafdis
bij de praaltafel voorbij de koepel
als mijn lijk eindelijk verslonden is
mag iedereen een laatste keer dansen
met mijn uitgezaagde beenderen

dan zal een geworpen handkus mijn lijkmiasma verspreiden
en allen zullen naar huis kruipen

waarom doe je niet mee
ik bijt niet
of lijkt het je niet aangenaam

Geraard van Heusden
wandelen in een driehoek
ligt in de berm
een kinderpop
overdreven waterhoofd
opgeblazen en van de trein gegooid
als het lijk van een dichter

in een grafkelder
bij de gedoofde Leuvense stoof
herschildert de dichter het skelet
vaag gebroken en bruin
zonder licht of lucht
gezwollen in de hitte
als het lijk van een dichter

in en naast elkaar
doorheen geschud
bij en over elkaar
zonder enige tel van leven
doodgeboren
als het lijk van een dichter

Geraard van Heusden

zaterdag 1 januari 2011

Ons verhaal loopt
van dood tot geboorte
via een dwangbuis die moeders
weeën weerhoudt
hoezeer voel ik de riemen
en de haken

vandaag overmorgen en gisteren
is alles beginnen bloeden

Ons verhaal loopt
van slagader tot zenuw
slopend langs de gevangen rug
krom van de pijn
en toch
vechtend tegen alle moeders

Ons verhaal zwijgt niet
zoals de vaders
als de zonen abnormaal zijn
Wij zwijgen nooit
en doden met woorden

Geraard van Heusden
ik herinner je blik
ogen nog zo groot
ruimer dan het water

het water door je haar
het water in je longen
je schokkende benen
dansende vingers

ik herinner je zachte lichaam
lijkegeur en chloor
voor mij en mij alleen
tot je zelf tot inkeer komt
en uit elkaar valt

Geraard van Heusden

maandag 8 november 2010




DRACULA's ONBIJT

het hoofd van Hayden
prettig gestoord
los
ten oorlog

huis van aanrakingen
feesten van angst en pijn

lege jurken
vallende stilte

Ik ben een fout


Geraard van heusden

maandag 1 november 2010

Welkom,
kom binnen
en laat iets van je vreugde.
Waag je stap
langs planken tussen modderige graven,
voorbij het jonge marmer.

Kom langs vergeten ouders,
naast verkoolde bomen.
De dichter licht ze niet meer op,
hun zerken zijn verzonken.

Ooit waren er reuzen en draken,
nu komen enkel
rouwenden en priesters zwart.

Welkom,
rust en slaap
tussen knobbels en knoken.



Geraard van Heusden
Draag een rode scheur om je middel
en ik zal je herkennen.
Je denkt : "dit is een nachtmerrie"
ik wijs erop : "dit is mijn droom."
Hoe vaak verwacht ik je
en wanneer kom je ?

Nooit is een werkwoord voor eenzamen.

Bind een rode scheur aan de boom
waar ik moet wachten.
Hij sterft niet, zij is allang dood.
Ik hoor getik en gesnik, je kok in de boom.

Ik ren daar en heen, zeven keer terug.
Verder is een werkwoord voor wandelaars.

Leg een rode scheur op het marmer
dat ik weet waar ik moet graven.

Je zinkt toch door mijn vingers.



Geraard van Heusden