Een echte, zatte strop komt naast mij zitten. Hij heeft wat moeilijkheden op de stoel te zakken.
Het is hier een komen en gaan van paraplu's. 'tZijn echt waterfeesten. De enige droge dagen zagen zwart van 't volk. Nergens ruimte. Als 't regent stroomt iedereen de kroegjes binnen. Geen zitplaats - pech - ge had maar vroege moeten komen.
Onze gentenaar verplaatst zijn krant en zijn pint. Het glas klettert over de vloer. Vroeger was het simpel. Toen lag er stro en zaagsel tegen de bierstorters.
Zo losjes in de namiddag is er maar weinig te zien.
vrijdag 22 juli 2011
Twee uren stappen tussen buien en zonneschijn. De wandelingen brengen niets nieuws. Veel leer ik niet bij. Misschien de latere wandelingen over de wereldoorlogen.
Telkens ik zo'n wandeling meemaak heb ik zin mijn studies over Geraard de Duivel weer aan te vatten. De benadering van zo'n figuur is moeilijk en abstract. Wie was hij? Wie was zijn vader? Veel verhalen doen de ronde, vooral geïnspireerd door de 19'eeuwse romantiek. Hij zou zijn vader vermoord hebben, zijn vrouw doodgeschopt. Hij zou vermoord zijn naar zijn eigen plot in plaats van zijn zoon. Dit alles over een vrouwenaffaire. Echte gegevens zijn moeilijk te vinden.
Telkens ik zo'n wandeling meemaak heb ik zin mijn studies over Geraard de Duivel weer aan te vatten. De benadering van zo'n figuur is moeilijk en abstract. Wie was hij? Wie was zijn vader? Veel verhalen doen de ronde, vooral geïnspireerd door de 19'eeuwse romantiek. Hij zou zijn vader vermoord hebben, zijn vrouw doodgeschopt. Hij zou vermoord zijn naar zijn eigen plot in plaats van zijn zoon. Dit alles over een vrouwenaffaire. Echte gegevens zijn moeilijk te vinden.
donderdag 21 juli 2011
Ik een boom
reik groot en sterk
naar de hemel en voed me
met de grond der dingen.
De storm komt
ik buig niet,
ik breek.
Het weegt door mijn takken,
ik breek.
Vroeg of laat
rot ik
en niemand die iets merkt.
Ik sterf,
mijn leven komt krakend neer.
Ik ben gelaten te branden
en niemand die iets merkt.
Ik verdwijn in de grond.
Geraard van Heusden
reik groot en sterk
naar de hemel en voed me
met de grond der dingen.
De storm komt
ik buig niet,
ik breek.
Het weegt door mijn takken,
ik breek.
Vroeg of laat
rot ik
en niemand die iets merkt.
Ik sterf,
mijn leven komt krakend neer.
Ik ben gelaten te branden
en niemand die iets merkt.
Ik verdwijn in de grond.
Geraard van Heusden
Tussen blinkende cirkels
is je graf weg.
De bomen zijn gedoofd ;
ik zoek tussen knoken en knobbels.
Toen je stierf
verloor ik mijn geest.
Wie mag ik nu nog bloeden?
Mijn geest staat stil.
Donkere wezens kussen
in zwevende spiegels.
Zee rimpelt over vleugels,
hoger en hoger.
Ik hoor niets
tot iemand fluistert :
"Graaf mij op"
Geraard van Heusden
is je graf weg.
De bomen zijn gedoofd ;
ik zoek tussen knoken en knobbels.
Toen je stierf
verloor ik mijn geest.
Wie mag ik nu nog bloeden?
Mijn geest staat stil.
Donkere wezens kussen
in zwevende spiegels.
Zee rimpelt over vleugels,
hoger en hoger.
Ik hoor niets
tot iemand fluistert :
"Graaf mij op"
Geraard van Heusden
zaterdag 16 juli 2011
zaterdag 17
Wat kan ik zeggen over zaterdag. Een druilerige frisse dag met te veel wind. Een slecht begin voor de feesten.
Daarom besloten we rustig iets te gaan eten in de Sleepstraat. Iets luchtigs om dan af te zakken in en naar Het oeverloze eiland bij een Ecuadoriaanse koffie en oude Rum. Tot onze verbazing passeerde de stoet aan het Sluizeken. Elke deelnemer had wel een paraplu of een regenvestje. Lang bleven we niet kijken maar haastten ons naar ons eiland. Verbazing alom. Het was toe. Dat is nu al de zoveelste keer dat we hier voor een gesloten deur staan. Zonder enige reden of mededeling.
We gingen dan maar terug en belandden in de Moraal. een nieuwe tent aan de Kortrijksesteenweg Alles netjes afgestoft en opgepoetst. Voor cappuccino met amaretto of calvados was er ruimte maar geen oude Rum.
We zijn niet lang gebleven, te proper en geen sfeer.
Daarom besloten we rustig iets te gaan eten in de Sleepstraat. Iets luchtigs om dan af te zakken in en naar Het oeverloze eiland bij een Ecuadoriaanse koffie en oude Rum. Tot onze verbazing passeerde de stoet aan het Sluizeken. Elke deelnemer had wel een paraplu of een regenvestje. Lang bleven we niet kijken maar haastten ons naar ons eiland. Verbazing alom. Het was toe. Dat is nu al de zoveelste keer dat we hier voor een gesloten deur staan. Zonder enige reden of mededeling.
We gingen dan maar terug en belandden in de Moraal. een nieuwe tent aan de Kortrijksesteenweg Alles netjes afgestoft en opgepoetst. Voor cappuccino met amaretto of calvados was er ruimte maar geen oude Rum.
We zijn niet lang gebleven, te proper en geen sfeer.
donderdag 14 juli 2011
A'PEN
Ik ging naar het MAS. Uiteraard spreekt het mij niet zoveel aan als het STAM. Doch moet ik toegeven dat het een rijk en mooi museum is. Rijk aan ideeën en menselijke input. Een beetje traag en klein in het pintjesrijk.
Terug in het centraal station kan ik het natuurlijk niet nalaten koffie te halen bij Starbucks. Opmerkelijk je betaalt voor iets dat je niet krijgt. Aan het einde van de toog staan een aantal kwebbelkousen bij een paar ronkende machines. Hun geklets doet hen de knopjes vergeten.
Nog voor ik aan het einde ben roept iemand CAPPUCCINO. Niemand reageert dus ik steek mijn hand op. De cappuccino zit in een plastieke papieren cup met zond drinkteut en een deksel voor astronauten. Ze kijken wat vreemd als ik het deksel teruggeef. Wat later is er commotie over iemand die een grote cappuccino vroeg en een kleine krijgt. Intussen zit ik als aan zo'n klein tafeltje.
Ik wou ook eens een donut proberen en vroeg een appeldonut. Wat ik kreeg had meer weg van een lepradonor dan van een donut (het gaatje was toegegroeid). Smaak en dergelijke zijn onbeschrijfelijk. De lepradonut wordt geserveerd op een echt wit bord om besmetting tegen te gaan.
Na een paar slokken en twee beten besluit ik alles terug te geven. Hebben de Amerikanen nooit geleerd wat koffie met koekje moet zijn.
Terug in het centraal station kan ik het natuurlijk niet nalaten koffie te halen bij Starbucks. Opmerkelijk je betaalt voor iets dat je niet krijgt. Aan het einde van de toog staan een aantal kwebbelkousen bij een paar ronkende machines. Hun geklets doet hen de knopjes vergeten.
Nog voor ik aan het einde ben roept iemand CAPPUCCINO. Niemand reageert dus ik steek mijn hand op. De cappuccino zit in een plastieke papieren cup met zond drinkteut en een deksel voor astronauten. Ze kijken wat vreemd als ik het deksel teruggeef. Wat later is er commotie over iemand die een grote cappuccino vroeg en een kleine krijgt. Intussen zit ik als aan zo'n klein tafeltje.
Ik wou ook eens een donut proberen en vroeg een appeldonut. Wat ik kreeg had meer weg van een lepradonor dan van een donut (het gaatje was toegegroeid). Smaak en dergelijke zijn onbeschrijfelijk. De lepradonut wordt geserveerd op een echt wit bord om besmetting tegen te gaan.
Na een paar slokken en twee beten besluit ik alles terug te geven. Hebben de Amerikanen nooit geleerd wat koffie met koekje moet zijn.
waarshuwing
De enige chronologische volgorde die hierin te vinden zal zijn is dat wat beschreven wordt reeds plaats vond. Voor de rest hou ik me niet ledig met te checken of iets 's ochtends, drie uur geleden of daarnet plaats vond.
bravo luk de bruycker
Feitelijk zijn de Gentse Feesten reeds begonnen. Ik ben gaan kijken naar "IEndermaol, andermaol... ajuzee" of zoiets. Ik vind de juiste titel niet meer. HEt verhaal gaat over Luk De Bruycker en theater Taptoe. Hoe hij begonnen is en later bekroond werd tot Turkse hoogmeester in het poppenspel. Hij is een vernieuwer en een gigantisch symbool van wat figurentheater allemaal kan en kan betekenen. Doorheen de voorstelling herken je grote en kleine producties zoals "Le petit prince" of "Scrooge". Maar naar het einde toe herken je ook de laatste productie zoals ondermeer "Don G". En dan valt als een botte bijl de wetenschap : la comedia e finita!!
zaterdag 9 juli 2011
Alleen ligt de kankerpatiënt
bloedpaarlen hoestend.
Ik staar naar de maan,
huil op hulp.
Enkel de kinderen horen mij
zij zingen de nacht.
Aan de rode lijn heeft niemand iets.
Nonkel Jan,
aan de kleine Zavel,
handen vol vleugels.
Als Jan zal ik gaan
alleen in een kamer vol lucht.
Ik staar om hulp,
huil naar de maan.
De kankerpatiënt ligt alleen.
Geraard van Heusden
bloedpaarlen hoestend.
Ik staar naar de maan,
huil op hulp.
Enkel de kinderen horen mij
zij zingen de nacht.
Aan de rode lijn heeft niemand iets.
Nonkel Jan,
aan de kleine Zavel,
handen vol vleugels.
Als Jan zal ik gaan
alleen in een kamer vol lucht.
Ik staar om hulp,
huil naar de maan.
De kankerpatiënt ligt alleen.
Geraard van Heusden
zondag 15 mei 2011
Mijn boom staat
getooid als een bruid
in het park
de ekster heeft
zijn beste hoed aan
de vlijtige bruidsjonker
verweert zich her en der
alles is er
de bloemen en de zon
stralend in de lente
Mijn boom staat
eenzaam bij haar altaar
de bloesems glijden
als tranen langs haar schors
de één is weggegaan
de andere vertrekt
bloemen en kransen
blijven vertwijfeld achter
Geraard van Heusden
getooid als een bruid
in het park
de ekster heeft
zijn beste hoed aan
de vlijtige bruidsjonker
verweert zich her en der
alles is er
de bloemen en de zon
stralend in de lente
Mijn boom staat
eenzaam bij haar altaar
de bloesems glijden
als tranen langs haar schors
de één is weggegaan
de andere vertrekt
bloemen en kransen
blijven vertwijfeld achter
Geraard van Heusden
Abonneren op:
Posts (Atom)