vrijdag 30 juli 2010
ik wist niet
dat er zoveel groen bestond
Berkengroen Sparrengroen Dennnengroen
Boomgroen Andereboomgroen
Grasgroen Klaverbroen Weidegroen
wijde groene vlaktes
en de ruggen van het paleisplafond
allen schitteren in ochtendkil
allen gaan onder in avondrood
groen jij en ik
toen jeugdgroen en jeugdzonde
toen groen nu groen dan groen
alles is groen
Geraard van Heusden
dat er zoveel groen bestond
Berkengroen Sparrengroen Dennnengroen
Boomgroen Andereboomgroen
Grasgroen Klaverbroen Weidegroen
wijde groene vlaktes
en de ruggen van het paleisplafond
allen schitteren in ochtendkil
allen gaan onder in avondrood
groen jij en ik
toen jeugdgroen en jeugdzonde
toen groen nu groen dan groen
alles is groen
Geraard van Heusden
woensdag 14 juli 2010
Neem mijn hand
mijn goede hand
aan de juiste kant
hoeveel handen heb ik dan
strelende dodende handen
speelse gewapende handen
stikkende egoïstische handen
geef mij een hand
ik spijker hem bij de collectie
aan mijn deur
toen ik je buiten liet staan
zoveel handen hebben me toen
weer binnengetrokken
als ik nu terugkijk
zie ik enkel de nagels
als wezen van mijn handen
op de grond bij
de bespijkerde deur
Geraard van Heusden
mijn goede hand
aan de juiste kant
hoeveel handen heb ik dan
strelende dodende handen
speelse gewapende handen
stikkende egoïstische handen
geef mij een hand
ik spijker hem bij de collectie
aan mijn deur
toen ik je buiten liet staan
zoveel handen hebben me toen
weer binnengetrokken
als ik nu terugkijk
zie ik enkel de nagels
als wezen van mijn handen
op de grond bij
de bespijkerde deur
Geraard van Heusden
zondag 11 juli 2010
zondag 20 juni 2010
Gisteren stap een zware roker op de trein. Niet zo zwaar als ik maar ik ben geen roker meer. De walm slaat me in het gezicht of liever de nek, hij installeert zich achter mij. De goesting komt op samen met de walging.
Het zelfde overkomt me tijdens mijn etherverslaving. Eens zit ik naast een weduwe op de bus. Je weet wel een zo'n oudere dame met licht purper haar. Andere busreizigers bekijken haar alsof ze teveel haarlak heeft gebruikt. Maar ik herken de scherpe, bittere, lonkende geur van ether. Niet wat volgens Edison tussen de planeten zweeft; maar wat je doet zweven in een kleine fles. De geur is overduidelijk en herkenbaar voor iedere Etheromaan. Ik kijk recht in haar ogen "Ik weet het !!"
Het zelfde overkomt me tijdens mijn etherverslaving. Eens zit ik naast een weduwe op de bus. Je weet wel een zo'n oudere dame met licht purper haar. Andere busreizigers bekijken haar alsof ze teveel haarlak heeft gebruikt. Maar ik herken de scherpe, bittere, lonkende geur van ether. Niet wat volgens Edison tussen de planeten zweeft; maar wat je doet zweven in een kleine fles. De geur is overduidelijk en herkenbaar voor iedere Etheromaan. Ik kijk recht in haar ogen "Ik weet het !!"
Ik heb een belangrijk besluit genomen: Bariatrische heelkunde. Het zal een blijvende, ingrijpende verandering teweeg brengen. Opnieuw stap ik in het onomkeerbare duister. Mijn weg zal ik moeten tasten langs nieuwe beton en op fluisterasfalt. Want op zoveel steun moet ik niet rekenen.
Natuurlijk ben ik bang. Wat zal zaterdagmiddag moeten doen en hoe zal ik reageren op een occasioneel pintje. Maar ergens i er ook een gewicht van mijn schouders gegleden. De beslissing, zoals alle, komt van mij en niemand anders. De aanwijzingen van de dokters waren duidelijk. Maar ik heb gekozen mijn leven te rekken met 12 jaar.
Zojuist krijg ik telefoon van de coördinerende verpleegster. Het angstzweet parelt diep en hard. Met droge mond antwoord ik haar vragen. Heb ik wel de juiste beslissing genomen ? Ik ga mijn leven niet opofferen voor een paar uurtjes restaurant.
Natuurlijk ben ik bang. Wat zal zaterdagmiddag moeten doen en hoe zal ik reageren op een occasioneel pintje. Maar ergens i er ook een gewicht van mijn schouders gegleden. De beslissing, zoals alle, komt van mij en niemand anders. De aanwijzingen van de dokters waren duidelijk. Maar ik heb gekozen mijn leven te rekken met 12 jaar.
Zojuist krijg ik telefoon van de coördinerende verpleegster. Het angstzweet parelt diep en hard. Met droge mond antwoord ik haar vragen. Heb ik wel de juiste beslissing genomen ? Ik ga mijn leven niet opofferen voor een paar uurtjes restaurant.
vrijdag 18 juni 2010
zaterdag 5 juni 2010
vrijdag 28 mei 2010
Wat mij soms opvalt is de disproportie in de menselijke lichamen. Ikzelf ben breder dan hoog maar mijn hoofd is duidelijk gepast op mijn rond lichaam. Weliswaar stap elke ochtend in de metro een Algerijn of een Tunisiër op met een groot lichaam. Hij is vooral hoog. Eigenaardig is dat zijn hoofd dan weer klein is. Het lijkt alsof de groeihormonenen er de brui aan gegeven hebben éénmaal voorbij zijn nek. Het is natuurlijk niet gepast om te staren maar iedereen heeft er moeite mee zijn ogen weg te houden. Je moet niet denken dat het hoofd minuskuul is of baby-achtig klein. Maar het is proportioneel veel te klein voor zijn (te) hoog lichaam.
Er zijn altijd veel dingen die me opvallen in het openbaar vervoer. Vooral die dingen die zich blijven repeteren. Misschien is er een voorstelling van één of ander volkstoneel (hoogstwaarschijnlijk met de naam linkerstoel). Doch zie ik heel wat alarmerende zaken steeds opnieuw. Oudere dames of beiaarden zetten zich altijd in de linkerstoel aan de rand van het gangpad. Zelfs wanneer de bus of tram vol zit krijg je ze niet van hun stukken. Als je dan vraagt of de plaats naast hen bezet is, bekijken ze alsof je urineert op hun nieuw tapijt. Toch laat ik me niet afschrikken door hun woedende blikken. Ik doe er nog een schepje bovenop om dat ik meestal voor hen moet afstappen.
Deze morgen passeert in de verte een jongeling met witte schoenen. Zijn stappen worden fluoricerend onderstreept door die witte dingen. Het zijn geen sportschoenen, die zijn lomper. Zijn gespierd lichaam en vetkuif verraden en Jhonny type. Gezwind haast hij zich naar de trein. En dan plots, voorbij de tram halte, begint hij te lopen. De witte stippen bewegen haastig op en neer. En dan niets meer. Of hij is gevallen of hij heeft in iets getrapt. In het slechtste geval moet ik de ambulance bellen ; in het beste geval volstaan een paar doekjes om zijn witte stippen weer vlot te krijgen
Er zijn altijd veel dingen die me opvallen in het openbaar vervoer. Vooral die dingen die zich blijven repeteren. Misschien is er een voorstelling van één of ander volkstoneel (hoogstwaarschijnlijk met de naam linkerstoel). Doch zie ik heel wat alarmerende zaken steeds opnieuw. Oudere dames of beiaarden zetten zich altijd in de linkerstoel aan de rand van het gangpad. Zelfs wanneer de bus of tram vol zit krijg je ze niet van hun stukken. Als je dan vraagt of de plaats naast hen bezet is, bekijken ze alsof je urineert op hun nieuw tapijt. Toch laat ik me niet afschrikken door hun woedende blikken. Ik doe er nog een schepje bovenop om dat ik meestal voor hen moet afstappen.
Deze morgen passeert in de verte een jongeling met witte schoenen. Zijn stappen worden fluoricerend onderstreept door die witte dingen. Het zijn geen sportschoenen, die zijn lomper. Zijn gespierd lichaam en vetkuif verraden en Jhonny type. Gezwind haast hij zich naar de trein. En dan plots, voorbij de tram halte, begint hij te lopen. De witte stippen bewegen haastig op en neer. En dan niets meer. Of hij is gevallen of hij heeft in iets getrapt. In het slechtste geval moet ik de ambulance bellen ; in het beste geval volstaan een paar doekjes om zijn witte stippen weer vlot te krijgen
Abonneren op:
Posts (Atom)