maandag 17 december 2007

De bomen rond mijn graf
Staan in vlammen
Hun wortels wringen zich
Tot mijn vloeibaar lijk
Mijn sappen voeden
Hun magere vruchten

Is zelfmoord nu
De wie en de vorm van dadaïsme
Geworden
Grotesk kinderlijk lijk
Dat als bloedcollage
Schokkend bevolkt wordt
Door allerlei chirurgische dampen
Die wel gemeden komen
Omdat het nu eenmaal moet
Of zijn de collages van lijken
Enkel de laatste daad
Van de kunstenaar
Ik hak mijn plaats
Als vleesbeeldhouwer
De brokken dwarelen
Vloekend neer
De gehakte kraakvlakken
Zweren als brakende gehandicapten
Bij elke slag
En om één of andere reden
Schuwt elk mij