zaterdag 26 november 2011

kijk een parallellogram
lijnen die elkaar nooit kussen
lijnen die een hoek vormen
samen zijn de hoeken een cirkel

rechte hoeken zijn een rechthoek
gelijke zijden zijn een ruit

de diagonalen zijn exact half
ze zoenen in het midden
de hoofdlijn valt
soms in soms uit het vlakt

de formule is te sterk voor mij
ik zal nooit
het middelpunt bereiken

Geraard van Heusden
Mijn publiek,
ge zijt stenen,
overwoekerd door
natte grond en mos;
doorkerfd met barsten,
rood en diep,
zoals ik vroeg.

In de oranje grot
smelt de zwangere massa.
Mijn adem ontvouwt vorm,
ik knip en draai
tot het breekbare bestaat.

Mijn pen neemt de massa,
zwanger letters ontvouwen woorden;
ik schrap en schrijf
tot de rust bestaat.

Mijn publiek, mijn zerken,
ik schrijf voor mijn hoofd.

Geraard van Heusden

vrijdag 11 november 2011

Er is veel wind
de bomen gaan naakt slapen.

Ik zit achter de zerk
en tel de kelkblaadjes,
chrysanten houden niet lang.

De dagen van bezoek zijn veraf,
grootouders liggen stil
eenzaam tussen de bladeren.

De oude tuinman
harkt alles los,
verzamelt de gouden kleuren.

De hof herademt
na de stoet treurende,
verplicht of zomaar.

Maar nu is alles stil.
Ik zit achter de zerk
en denk aan jou

Geraard van Heusden
Moeder Teresa
leest een boek.
Het boek is een boom,
elke tak een bladzijde,
de bloesems zijn letters.

Wil je geen tas thee ?
Je wilt nog zeggen
Laat ons het hierbij laten.
Toch warme zoete thee
laat ons niet onberoerd.

De warme thee is voor ons,
laat je maar gaan.

Doch fluistert Moeder Teresa
Laat ons het hierbij laten

Een boek en een tas thee,
een boom achter de zon.
Elke tak staat vol bloesems
en je fluistert
een tas lust ik wel.

Geraard van Heusden
kan ik de dames van mijn verleden
nog vragen
mijn levens te delen
hoeveel heb ik gevraagd
geen woord
en zinnen vol spijt
heb ik geschreven
op de zerken van mijn bundels

de dames van mijn verleden
zijn twee
als echt onbereikbaar
vals in mijn armen
zo waarlijk weggevlogen
uit wolken gebouwd
als spiegelbeeld
van hun vergiffenis

beide zijn heengegaan
de walsen zijn verdampt
uit ontpopte alcoven

Geraard van heusden
ik weet niet
of letters kunnen helpen
ze zijn vage weergave
van wat ik meemaak
ze zijn een gebarsten spiegel
van wat ik niet meemaak

ik weet niet of
woorden kunnen helpen
ze zijn een papieren versie
van de pijn

de letters
de woorden
zijn onschuldige narren
onder de zelfde dwaze regels
ze mogen niet buiten spelen.

Geraard van Heusden