Mijn publiek,
ge zijt stenen,
overwoekerd door
natte grond en mos;
doorkerfd met barsten,
rood en diep,
zoals ik vroeg.
In de oranje grot
smelt de zwangere massa.
Mijn adem ontvouwt vorm,
ik knip en draai
tot het breekbare bestaat.
Mijn pen neemt de massa,
zwanger letters ontvouwen woorden;
ik schrap en schrijf
tot de rust bestaat.
Mijn publiek, mijn zerken,
ik schrijf voor mijn hoofd.
Geraard van Heusden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten