zaterdag 23 november 2019

ze weten niet
wanneer ik stierf

dag na dag na dag
wacht ik
op iemand
die mijn lijk vindt

dag na dag na dag
is er wel iemand
die klaagt
over de geur

maar

sinds
dagen en zelfs weken
onwetend zijn

zal de lente me vinden


Geraard van Heusden
de wind
(gisteren nog zo woest)
zweeft slaperig
tussen het Alijn en het Kanon

niemand weet
wanneer de winter komt
dus ligt
nomade bij nomade
onder de stadshal
te wachten

wachtend tot de dag
dat de Xmas-blues vergeten zij

We wachten
tot de eerste
midzomerdroom

Geraard van Heusden


de winter
wordt hier verwacht
wanneer je
naar de overkant schaatst

een bruine koek
bij de tafel
de laatste glazen
van een vergeten feest

winter
is lang vergeten

de weide
is vandaag
niet langer wit

is de lente
in ons land
voor de Kerstman sterft ??


Geraard van Heusden
Wat doet de tijd ertoe

elke stap is verder weg

laag over donker groen
groeit de grijze wolk
laat haar zwart
tot bliksem
haar donderend verlicht

het is maar even

daarom groeit
alles grijs en zwart

niemand op straat
zelfs de dieren staan binnen

is er iemand ?
ie er iemand ?

Niemand antwoordt


Geraard van Heusden
het tergend traag
vernietigen  van een lichaam
tot de dood ons omringt

op laag na laag na laag
liggen de rottende
onder het veld

we weten niet
waarom
graven en opgraven

misselijk mistig
niezen leem tot klei
aarde tot modder
en lichaam tot miasma

hier geen taal
geen glimlach
enkel een traan
wegens het lijk

Geraard van Heusden
Sluipend
stap voor stap
schuift het de dingen
in de winkelstraat

reeds in de Krook
verschijnt het in Goud

her en daar
zijpen de eerste Ballen

en op de Kouter
zij er
langzaam
meer rozen dan azalea's

tijd om weg te sluipen
en rustig thuis
te wachten tot Kerst voorbij is

Geraard van heusden
Alles is vergleden
tot een stoffige boekenkast
links achter

blauw grijs gewaaid
en sporen
van een lettervol leven

geen woorden
in ijle lucht
of pagina-vol

geen verhaal
aan de bloedende sofa

enkel een tweede
verhuiswagen
vol elf herinneringen

Geraard van Heusden

Wie was
vlluchtigvoor het SMAK

zo blij en eeuwig
eindelijk eens een gezicht

als rook of damp
bij avond
haastig vertrokken
na persoons moord

wie is daar
nu de ledige bank
dorstig achterblijft

is alle schuldig ?
en waarom lopen wij
van elkaar weg
en nooit

Terug


Geraard van Heusden
je steunt op mij
en leunt zwaar door

ik ben de heden stop
vandaag tot protocol

je kreunt traag
en diep
wanneer je zittend
de oude zetel
links van het portret zet

's nachts de ogen diep gesloten
en los snurkend
even alles vergeten

en dan komt de vraag

Waar is de fles


Geraard van Heusden
Een groene bocht
links in het park
de wortels ondersteunen
de asfalt-erosie

en ook de bank
on der het treur loof

nu bedekt
elkeen roestbruin

elke dag zit zij, leeftijdloos
wapperend in rode zijde
of zwaar groen boskleur
tenzij, in de zomer
winderig goudgeel

een boek, een ander lied
en steeds de zelfde blik
tussen vijf bladzijden


Geraard van Heusden
Hier is asfalt
en geen gras

een golf verder
zijn de oude wortels
en een pronkerig Baldakijn

bij dag en valavond
steeds zit ze hier
in rood gehuld

terug bij stormweer
es ze steevast
lid van park en bank

ooit mooi
leeftijdloos lijk een bos

is gisteren lang voorbij
dan komt morgen
dra dichterbij


Geraard van Heusden



ik moet schrijven
ik ben herdoopt in letteren
aan mijn linkerhand wacht blijzijde na bladzijde
de pen is ter rechter zijde
uit de schede geslopen

inkt
strompelt door mijn aderen
en hakt zich snijdend een weg

de voorpagina
is arrogant gestreeld
al even belangrijk
dan mijn eenzaamheid

de penseel dwingt tot rust
wij fluisteren elkaars verhaal
geen keuze is toegelaten

zij marcheren weg
dragers van mijn vruchten
en nu
is de mozaïek aan beurt
hoewel we een vlottere pen hebben

trap op trap af
en alles moet geoefend
taal, letters, pols

wat brengt meer ?

Geraard van Heusden

# ME TOO

De vormen van Kathleen
op erge warme dagen
begroeten piepend
het korte satijn

Kniel, Oh MAN
met neus en lippen
op de juiste plaats

zo spreekt
de Gaudi-roede
tot de stille keel

heerlijk toegelaten
met blozende wangen

alles brult, vloeit
explosief binnen

tot het pistool gelijk krijgt.

Geraard van Heusden