Het begon allemaal toen ik 10/11 jaar oud was. Mijn schoolmeester
zei “je hebt een afschuwelijk geschrift”. Dus kreeg ik zo’n typisch schriftje
met twee schrijflijnen mee naar huis. “Wat alfabet of een versje, zo kan je
trainen”. Mijn moeder zag dit echt niet zitten. Ze haalde een boek boven : “schrijf
dit maar over” Frankenstein. De eerste pagina’s van het boek copieerde ik
braaf. Maar snel las ik meer dan ik kon schrijven en dus eindigde ik mijn
schrijven met een immense sympathie voor het monster.
Doch mijn geschrift verbeterde niet. En dra werd ik
huiswaarts gestuurd met een nieuw schriftje. Dus haaalde mijn moeder een neiuw
boek : Dracula. En opnieuw werd ik schrijvend en lezend opgenomen in de sfeer
van warme horror. En dat is gebleven.
Doorheen mijn jeugd rakkelde ik allerlei schrijvers bijeen:
Terlouw, T.Dragt, Beeckman, …Doch mijn lust bleef bij Poisson du Terrail,
Stoker, Stevenson, … Een innige ontdekking was Poe.
Wanneer ik dan als student Poe en zijn Annabelle zag in een
kleine doodskist, was het hek van de Dam. Ik ontdekt Living Dead Dolls. Vandaag
nog staat het koppel Poe en Annabelle op een ereplaats. Maar de colledtie van
deze kindelijke doden is uitgebreid. “The creature of the Black Lagoo” en “de
onwillige donor” sieren mijn badkamer. De figuren uit “House of a thousand corpses”
zijn mijn Lares. Boze heksen, spoken, Gravin Bathory en vele anderen wonen
samen met mij.
Ere wie ere toekomt: Dracula is steeds aanwezig op mijn
bureau. The creature en zijn Bruid waken over mijn bed en Pinhead bewaakt mijn
living.
Plots vraag iemand : “Wat verzamel je ?” Graag horen ze het
verhaal achter de poppetjes
Geen opmerkingen:
Een reactie posten