Ridder geraard van Gent is de historische figuur : Ridder uit Gent,
geboren ca 1200 en derde zoon van Bruggraaf Zeger[1] van Gent en vrouwe
Beatrijs van Heusden. Hij is een trouw[2] ridder die ook op kruisvaart gaat
(1235). Zijn eerste vrouw Margaretha van Saintpol verbouwt de krochte van de St
janskerk[3]. Hij zelf bouwt er later het koor. Hij zou begraven liggen bij het
hoogaltaar van deze krypte. Zijn vrouw werd begraven (volgens sommige bronnen)
in de oostelijke kapel.
Hij is de derde zoon en heeft dus feitelijk quasi geen rechten. Wel laat
hij van zich spreken in de strijd tussen Ferand van Pörtugal en de gravin van
Vlaanderen. Hij noemt zich de duivel [4].
Waarom is niet duidelijk. Hij had een donkere huidskleur, zeer zeldzaam op dat
ogenblik. Via de magere bronnen is er een vermoeden dat hij een zoon had,
geraard de moor (eveneens donker van huid). Deze zou in het zelfde graf
begraven liggen.
Hij wil zich laten merken en gaat waarschijnlijk daarom op kruistocht
(tijdens zijn afwezigheid werkt zijn vrouw aan de vermelde krypte) en is een
getuige bij het verdrag van Compiègne (1237), het nieuw verdrag van graat
Thomas (1244) en het verdrag van Parijs
(1245).
Zijn tweede huwelijk is met Elisabeth van Sloten een burgerdochter van
een rijke koopman. Dit kan wijzen op zijn noodzaak aan geld.
Hij overleed op 25 augustus ca 1277
Hij spreekt een gekuist oud nederlands (Diets)
Geraard de Duivel is de volkse figuur, gebasseerd op de historische
figuur maar gecriminaliseerd via de volksverhalen ondermeer opgesteld door
Prudence van Duyse. Ook PaulKoecks verhalen brengen allerlei geweld aan het
licht.
Zo wordt verteld dat zijn ouders hem naar het heilig land wouden sturen
wegens zijn drieste aard. De volgende morgen wordt zijn vader gewurgd in zijn
bed aangetroffen ; zijn moeder sterft van verdriet.
Het verhaal gaat de ronde dat hij zijn eerste vrouw (margaretha van
Saint pol) zou hebben doodgeschopt. Echter had hij een erfgenaam nodig. Dus
schaakte hij een tweede vrouw. Deze gaf hem een zoon (Geraard de moor, ook
donker van huid). Ondertussen gaat zijn leven
met orgiën en brasprtijen.
Op het ogenblik dat zijn zoon een huwbaar meisje voorstelt wordt de
vader ook verlekkerd op het kind. Na veel twisten stelt de vader voor te
vertrekken tot na het huwelijk. Hij vraagt zijn zoon alle voorbereidingen te
kontroleren aan de Rode toren (poort naar
Antwerpen aan de huidige Dampoort). De zoon vertrekt maar ruikt onraad[5].
Hij keert in het geheim terug naar het steen. De vader had een aantal rabauwen
gehuurd om de zoon éénmaal boven in de toren in een zak te steken en in het
water te werpen. Vader Geraard gaat kijkjen en de rabauwen steken een figuur
die de trappen opkomt in een zak en smijten die in het water.
Weer een ander verhaal vertelt dat de tweede vrouw vlucht om haar zoon
te beschermen. Jaren later bezoek de oude geraard de Kermis. Hij herkent zijn
vrouw en schopt haar dood. Haar zoon neemt een hellebaard en vermoord woest de
woesteling die hij niet herkent. De stadswachten nemen de jongeling gevangen en
hij wordt veroordeeld. Hij wordt in een zak genaaid en in het water gesmeten.
Volgens een later boek zou Geraard een magische bloeddiamant veroverd
hebben op een sultan in het heilige land. Hij liet de steen in zijn rechteroog
naaien. In de jaren vijftig komt een ventje van 12 in het bezit van een plan
naar het graf van Geraard (op de muide) Met een bende dieven gaan ze het lijk
zoeken om de diamant. Geraard rijst uit zijn graf en laat de wateren rond de
muide kolken. Allen komen om behalve de jongen. Deze is zo aangedaan dat hij
met erge angsten opgenomen wordt in het instituut (Ghislain)[6]
Uit persoonlijke toevoeging kan het volgende gesteld worden :
In het kader van Live RPG rond vampieren werd Geraard geïnterpreteerd
als een oude vampier die over Gent en Vlaanderen heerst en de vampieren in zijn
hand houdt.Hij is de oudste en trekt in het geheim aan de touwtjes
Meerdere verhalen stellen dat hij en misschien ook zijn zoon nog steeds
spoken in het Steen
[1] Het gaat om Zeger II of III die later ook Tempelier wordt.
[2] Dit wordt aangetoond door de geruchten dat op zijn riddergraf 4
honden (teken van trouw) lagen
[3] huidige St bavo kathedraal
[4] Gerardus Gandavo dictus diabolus
[5] zijn vader is nooit weggegaan.
[6] VAN RIJCKEGHEM J-CL & VAN BEIRS P : Duivelsoog, Facet,
antwerpen, 2002
Geen opmerkingen:
Een reactie posten